Operation Manual

31
Geavanceerde functies
Songs afspelen
3. Start het afspelen.
Druk op de knop [PLAY/PAUSE] om het afspelen te starten.
Nadat het afspelen is gestart, wordt het maatnummer (bij MIDI-songs) dat
wordt afgespeeld of de speelduur (bij audiosongs) weergegeven op de
display.
U kunt tijdens het afspelen van een song het toetsenbord bespelen. U kunt
ook de voice voor uw spel op het toetsenbord wijzigen.
Het tempo aanpassen (MIDI-songs)
Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] zodat het lampje TEMPO gaat
branden, en gebruik dan de knoppen [TEMPO/FUNCTION T S]. Het
oorspronkelijke tempo van de huidige song kan worden opgeroepen door
de knoppen [T] en [S] tegelijk in te drukken.
Pauze
Als u op de knop [PLAY/PAUSE] drukt, wordt het afspelen op de huidige
positie stopgezet. Als u opnieuw op de knop [PLAY/PAUSE] drukt, wordt
het afspelen vanaf deze positie gestart.
Terugspoelen/Snel vooruitspoelen
Als u op de knop [-/NO] of [+/YES] drukt, gaat u achteruit of vooruit in de
maten tijdens het afspelen of terwijl het afspelen op pauze staat.
4. Stop het afspelen.
Druk op de knop [STOP] om het afspelen te stoppen.
Als u in stap 2 hierboven een songnummer selecteert, stopt de song
automatisch wanneer de song tot aan het einde is afgespeeld.
OPMERKING
Tijdens het afspelen kan de
metronoom worden gebruikt. De
metronoom stopt automatisch
wanneer het afspelen wordt
gestopt.
Het afspeelvolume van een
audiosong kan worden aangepast
in de functiemodus (pagina 51).
Wanneer u een song selecteert
en de lampjes [RIGHT] en
[LEFT] uitgaan, heeft de
geselecteerde song geen data
en kan niet worden afgespeeld.
Als u een audiosong afspeelt,
geeft het cijfer links de minuten
aan en de twee cijfers rechts de
seconden. Als het afspelen
10 minuten of langer duurt,
worden de tientallen niet
weergegeven (12 minuten wordt
bijvoorbeeld weergegeven als
'2.00').
OPMERKING
Wanneer een andere song wordt
geselecteerd via 'rnd', 'ALL' of
handmatig, wordt het oorspronkelijke
tempo voor de geselecteerde
song opgeroepen.
MIDI-song Audiosong
Huidige maatnummer Speelduur
OPMERKING
Wanneer een andere song
wordt geselecteerd via 'rnd',
'ALL' of handmatig, worden de
juiste reverb- en effecttypen
automatisch geselecteerd.
Songdata worden niet
overgezet via MIDI. De kanalen
3-16 worden echter wel over
gezet via MIDI wanneer de
songkanaalselectie is ingesteld
op '1&2' in de functiemodus
(pagina 51).
Als u MIDI-songs afspeelt met
voices die incompatibel zijn met
dit instrument (bijvoorbeeld XG-
of GM-songs), klinken de voices
misschien niet zoals in de
oorspronkelijke versie. In dat
geval stelt u het
songafspeelkanaal (in Functie;
pagina 51) in op 1&2. Door met
deze instelling de kanalen 3 tot
en met 16 te dempen, kunt u het
oorspronkelijke geluid van de
song horen zolang de pianoklank
is toegewezen aan de kanalen 1
en 2.
Als de song niet kan worden
geselecteerd of geladen, moet
u mogelijk de tekencode in de
functiemodus wijzigen (pagina 51).
CLP470E.book Page 31 Monday, December 27, 2010 6:49 PM