Operation Manual
52
Gedetailleerde instellingen
Functieparameters – diverse handige instellingen
1. Roep de functiemodus op.
Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] zodat de indicator FUNCTION 
gaat branden.
 wordt weergegeven op de display. (De indicatie van '  .   ' verschilt 
afhankelijk van de status van de eenheid en het gebruik.)
2. Selecteer een functienummer.
Gebruik de knoppen [TEMPO/FUNCTION TS] om het gewenste 
functienummer te selecteren in   –   (CLP-470/440/S408/S406) 
of – (CLP-430/465GP).
3. Stel de parameter in. 
Gebruik de knoppen [-/NO] en [+/YES] om de geselecteerde functie in te 
stellen. Als u de functie wilt terugzetten naar de oorspronkelijke instelling, 
drukt u tegelijk op [-/NO] en [+/YES]. 
Als u wilt doorgaan en een andere functie wilt instellen, gaat u terug naar 
stap 2 hierboven. 
4. Sluit de functiemodus.
Druk op de knop [TEMPO/FUNCTION] zodat de indicator TEMPO gaat 
branden.
Functie
Functienummer
Naslagpag
ina
CLP-470/440/S408/S406 CLP-430/465GP
Back-upfuncties Voice F8.1 F7.1 59
MIDI F8.2 F7.2 59
Stemmen F8.3 F7.3 59
Overige F8.4 F7.4 59
Lettertekencode F8.5 F7.5 60
Databack-up Opslaan F8.6 F7.6 60
Laden F8.7 F7.7 60
Functiemodus — basisbediening
14 2 3
OPMERKING
Functies kunnen niet worden 
geselecteerd tijdens de Demo-/
songselectie-/bestandsmodus of 
wanneer de songrecorder bezig is.
OPMERKING
Als u het functienummer hebt 
geselecteerd, wordt de huidige 
instelling weergegeven wanneer 
voor het eerst op de knop [-/NO] 
of [+/YES] wordt gedrukt. 
Roep de functiemodus op. Selecteer een 
functienummer.
Stel de parameter in.
Display Display 
CLP470E.book Page 52 Monday, December 27, 2010 6:49 PM










