User Manual

Geavanceerde configuratie
6
DTX502
4.
Draai aan de draaiknop Data om het padtype (w) in te stellen. Zie de tabel hieronder voor de instellingen.
(S): Alleen de slagveltrigger van de DT50S produceert geluid.
*: Als u een DT50S monteert op een bassdrum zoals in de Yamaha Junior Kit, stelt u het padtype in op DT50K.
2-2. Padtypen opslaan
Sla uw instellingen voor het padtype op de drumtriggermodule op als aangepaste triggerconfiguratie, zodat uw aanpassingen
niet verloren gaan.
1.
Druk op de knop [SAVE/ENTER].
2.
Draai aan de draaiknop Data om het nummer voor de aangepaste triggerconfiguratie (18 tot 33) te selecteren waarin u uw
instellingen wilt opslaan.
3.
Wijzig desgewenst de naam van de configuratie. Druk op de knoppen [<]/[>] om de cursor te verplaatsen naar het teken dat
u wilt wijzigen en draai aan de draaiknop Data om het teken te wijzigen.
4.
Druk op de knop [SAVE/ENTER]. Als u het proces wilt annuleren zonder instellingen op te slaan, drukt u op de knop [ ].
5.
Druk nogmaals op de knop [SAVE/ENTER] om door te gaan.
2-3. Een voice selecteren
Selecteer een voice voor elke ingang.
1.
Druk op de knop [KIT] om de kitmodus te starten.
2.
Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina KIT2.
3.
Tik op het slagvel of de rand waarvan u de instrumentvoice(s) wilt wijzigen. U kunt de selectie wijzigen door de knop
[SHIFT] ingedrukt te houden en op de knoppen [<]/[>] te drukken.
Hiermee wordt het instrument gewijzigd waaraan de voice wordt toegewezen.
4.
Gebruik de knoppen [<]/[>] om de cursor te verplaatsen naar de voicecategorie (q) en/of het voicenummer (w) en draai
aan de draaiknop Data om de voice te wijzigen.
Akoestische drum waarop
de trigger is gemonteerd
Ingang op drumtriggermodule
[qSNARE]
[wTOM1/!0], [eTOM2/!1],
[rTOM3/!2] of [uKICK/i]
DT50S
Snare DT50S(S) SN DT50S SN
Tom DT50S(S) tomH DT50S tomH
Floor tom DT50S(S) tomL DT50S tomL
DT50K Bassdrum
(*)
DT50K DT50K
Opslagbestemming
wq
Bestemming voor voicetoewijzing