User Manual

Menu System
97
CLP-685, CLP-675, CLP-645, CLP-635, CLP-695GP, CLP-665GP Gebruikershandleiding
MIDI MIDI OUT (Insteldisplay) Bepaalt het MIDI-kanaal waarlangs de MIDI-berichten
gegenereerd via het toetsenspel worden verzonden van
de MIDI [OUT]- of USB [TO HOST]-aansluiting. Wanneer
Dual/Split/Duo is ingeschakeld, worden de MIDI-kanalen
als volgt toegewezen.
Spel via voice R1 = n (instelwaarde)
Spel via voice R2 = n+2
Spel via voice L = n+1
Ch1 Ch1 – Ch16, Off
(niet verzonden)
MIDI IN (Insteldisplay) Bepaalt welk deel van het instrument wordt geregeld
door de kanaaldata van de MIDI-berichten afkomstig
van de MIDI [IN]- en USB [TO HOST]-aansluiting.
Song: Songpartij wordt geregeld door de MIDI-berichten.
Keyboard: Het volledige toetsenbord wordt geregeld,
ongeacht de instelling van Dual/Split/Duo.
R1: Het toetsenspel via voice R1 wordt geregeld.
L: Het toetsenspel via voice L wordt geregeld.
R2: Het toetsenspel via voice R2 wordt geregeld.
Off: Geen partij wordt geregeld.
'Song' voor
elk van de
MIDI-kanalen
Voor elk
MIDI-kanaal:
Song
Keyboard
•R1
•L
•R2
•Off
Local Control 'Local Control On' is een toestand waarbij dit instrument
geluid via de toongenerator produceert als u het
toetsenbord bespeelt. Bij de toestand 'Local Control Off'
zijn het toetsenbord en de toongenerator van elkaar
losgekoppeld. Dit betekent dat zelfs als u het toetsenbord
bespeelt, dit instrument geen geluid geeft. In plaats daarvan
kunnen de toetsenborddata via MIDI naar een aangesloten
MIDI-apparaat of computer worden verzonden, die
vervolgens het geluid kan produceren. De instelling 'Local
Control Off' is handig als u alleen een externe geluidsbron
via de toetsen van dit instrument wilt bespelen.
On On, Off
Receive Param. (Insteldisplay) Bepaalt welke soorten MIDI-berichten dit instrument kan
ontvangen of lezen.
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change (regelaarwijziging),
Program Change (programmawijziging), Pitch Bend
(pitchbend), System Exclusive (systeemeigen)
On (voor alle
MIDI-berichten)
On, Off (voor elk
MIDI-bericht)
Transmit Param. (Insteldisplay) Bepaalt welke soorten MIDI-berichten kunnen worden
verzonden door dit instrument.
Soorten MIDI-berichten:
Note on/off (noot aan/uit), Control Change
(regelaarwijziging), Program Change
(programmawijziging), Pitch Bend (pitchbend),
SystemRealTime (realtime van systeem), System
Exclusive (systeemeigen)
On (voor alle
berichten)
On, Off (voor elk
bericht)
Initial Setup Cancel Verzendt de huidige paneelinstellingen, zoals voiceselectie,
naar een aangesloten MIDI-apparaat of computer.
Voordat u uw spel begint op te nemen op een aangesloten
MIDI-apparaat of computer, voert u deze bewerking uit
om de huidige paneelinstellingen op te nemen aan het
begin van uw speeldata. Hierdoor worden dezelfde
paneelinstellingen opgeroepen wanneer het opgenomen
spel wordt afgespeeld.
Procedure:
Selecteer 'Execute' en druk daarna op de knop [>] om
de paneelinstellingen als MIDI-berichten te verzenden.
––
Execute
Backup Backup Setting Zie pagina 100 – 101 voor meer informatie over deze
functies.
––
Backup
Restore
Factory Set
De gewenste parameter oproepen doet u als volgt:
Druk enkele keren op de knop [FUNCTION] om het menu 'System' te selecteren en gebruik daarna de knoppen [
u
]/[
d
]/[<]/[>]
om de gewenste parameter te selecteren.
[>]
[<]
[>]
[<]
[>]
[<]
Omschrijving
Standaardin-
stelling
Instelbereik