User Manual

82
CLP-685, CLP-675, CLP-645, CLP-635, CLP-695GP, CLP-665GP Gebruikershandleiding
Effectief gebruik maken van een computer of smart apparaat met het instrument
Koppelen met smart-apparaten
Als u uw smart-apparaat met het instrument wilt koppelen via
Bluetooth
, moet
u eerst het smart-apparaat met het instrument koppelen. Zodra het smart-
apparaat met dit instrument is gekoppeld, hoeft u het koppelen niet meer
opnieuw uit te voeren.
1. Houd de knop [FUNCTION] 3 seconden ingedrukt.
Er verschijnt een pop-upvenster waarin wordt aangegeven dat het
instrument klaar is voor het koppelen.
Druk op de knop [EXIT] om het koppelen te annuleren.
2. Schakel de Bluetooth-functie op het smart-apparaat in en
selecteer 'CLPxxx' in de lijst met verbindingen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van het smart-apparaat voor meer
informatie.
Nadat het koppelen is voltooid, wordt het pop-upvenster gesloten en
verschijnt het
Bluetooth
-pictogram in de display Voice en de display Song.
3. Speel audiodata af op het smart-apparaat om te controleren
of de ingebouwde luidsprekers van het instrument het
audiogeluid kunnen uitvoeren.
Wanneer u het instrument de volgende keer inschakelt, maakt het laatst
verbonden smart-apparaat automatisch verbinding met het instrument
als de
Bluetooth
-functie van het smart-apparaat en het instrument is
ingeschakeld. Als niet automatisch verbinding wordt gemaakt, selecteert
u de modelnaam van het instrument in de lijst met verbindingen op het
smart-apparaat.
Koppelen
'Koppelen' houdt in dat
u smart-apparaten met
Bluetooth-functie registreert op
dit instrument, zodat de twee
apparaten elkaar herkennen
en draadloze communicatie tot
stand kan worden gebracht.
OPMERKING
Er kunnen tot 8 smart-apparaten
met dit instrument worden
gekoppeld, maar u kunt
slechts één smart-apparaat
tegelijk op dit instrument
aansluiten. Wanneer de
koppeling met het 9e smart-
apparaat tot stand is gebracht,
worden de koppelingsdata
voor het apparaat met de
oudste koppelingsdatum
verwijderd.
OPMERKING
Wanneer de Bluetooth-functie
van dit instrument op 'Off' is
ingesteld, wordt de stand-
bystand voor het koppelen
met het instrument niet
ingeschakeld wanneer u de
knop [FUNCTION] 3 seconden
ingedrukt houdt. Stel in dit
geval Bluetooth in op 'On'
(pagina 83) en begin daarna
te koppelen.
OPMERKING
Voltooi de instellingen op
het smart-apparaat binnen
5 minuten.
OPMERKING
Als u een sleutel moet invoeren,
voert u de cijfers '0000' in.
OPMERKING
U kunt het volume van het
geluid dat via Bluetooth wordt
ingevoerd, aanpassen met
behulp van de schuif
[MASTER VOLUME]. Als
u de volumebalans tussen
uw toetsenspel en het geluid
ingevoerd via Bluetooth wilt
aanpassen, past u het volume
op het smart-apparaat aan.
OPMERKING
U kunt beginnen met koppelen
in de menu-display 'System':
Druk herhaaldelijk op de knop
[FUNCTION] om de menu-
display 'System' 'Bl u eto ot h'
'Pairing' op te roepen en
druk vervolgens op de knop
[>].
Display Voice
Bluetooth-pictogram