Operation Manual

Table Of Contents
Voices selecteren en bespelen
CLP-240/230 Gebruikershandleiding
21
Variaties aanbrengen in het geluid - [VARIATION]
(CLP-240)/[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]/
[DDE] (CLP-240)
[VARIATION] (CLP-240)
Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type.
Zie het 'Presetvoice-overzicht' op pagina 71 voor meer informatie over de
karakteristieken van elke variatie.
U kunt de variatie aan- en uitzetten door op de knop [VARIATION] of geselecteerde
voiceknop te drukken.
De indicator licht op (AAN) elke keer als de knop [VARIATION] wordt ingedrukt.
[BRILLIANCE]
Deze knop kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het uitgangsgeluid
te wijzigen.
BRIGHT: Heldere klank
NORMAL: Standaardklank
MELLOW: Zachte en warme klank
Als u een klanktype wilt selecteren, drukt u een paar keer op de knop [BRILLIANCE] tot
de indicator voor het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke
keer als u op de knop [BRILLIANCE] drukt). Er zijn vijf klanktypen beschikbaar. Als
twee naast elkaar gelegen indicatoren oplichten, wordt het type geselecteerd dat tussen
de twee aangegeven typen inligt. Als bijvoorbeeld zowel NORMAL als MELLOW
oplicht, wordt de klankinstelling tussen NORMAL en MELLOW geselecteerd. Deze
parameter is van invloed op het totale geluid van het instrument.
[REVERB]
Met deze regelaar kunt u verscheidene digitale reverbeffecten selecteren die extra diepte
en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische akoestische
ambiance te creëren.
UIT: Als er geen reverbeffect is geselecteerd, brandt er geen indicator bij REVERB.
ROOM: Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid dat overeenkomt
met het type akoestische nagalm dat u in een kamer zou horen.
HALL 1: Voor een 'groter' reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 1. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek van een kleine concertzaal na.
HALL 2: Voor een echt ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de instelling HALL 2.
Dit effect bootst de natuurlijke akoestiek van een grote concertzaal na.
STAGE: Hiermee wordt de reverb van een podiumomgeving nagebootst.
MAX
MIN
MASTER V
O
LUME
DE
M
O
ON
TRANSPOSE
LEFT RIGHT
S
O
NG SELE
C
T
FILE
PLAY
/
PAU SESTOP
REC
SONG
SYNC START
METR
O
N
O
ME
+
/
YES
/
N
O
ON
/
OFF
TEMP
O
/
FUNCTI
O
N#
TEMP
O
/
O
THER VALUE
USB
USER
PRESET
SAVE
/
EXP.
L
O
AD
F
O
RMAT
/
DEL.
BRILLIAN
C
E
BRIGHT
N
O
RMAL
MELL
O
W
REVERB
HALL 1
R
OO
M
HALL 2
STAGE
EFFECT
PHASER
CH
O
RUS
TREM
O
L
O
R
O
TA R Y
SP
TOUCH
DDE
HARD
MEDIUM
S
O
FT
TEMP
O
FUN
C
TI
O
N#
VA R I AT I
O
N
SPLI T
ON
GUI TA R
VIBRA
-
PH
O
NE
E.CLAVI
-
C
H
O
RD
HARPSI
-
CH
O
RD
W
OO
D
BASS
E.BASS
E.PIAN
O
2
E.PIAN
O
1
GRAND
PIA NO 1
CHURCH
ORGAN
JAZZ
O
RGAN
GRAND
PIA N
O
2
STRI NGS
CH
O
IR
V
O
ICE
CLP
-
240
Knoppen [/NO]
[+/YES]
Knop
[VARIATION]
Knop
[REVERB]
Knop
[BRILLIANCE]
Knop
[EFFECT]
OPMERKING
Normale instelling = UIT
TERMINOLOGIE
Normale instelling:
De 'Normale instelling' verwijst
naar de standaardinstelling
(fabrieksinstelling) die van kracht
is als de Clavinova voor het eerst
wordt aangezet.
OPMERKING
Het linkerpedaal kan worden
toegewezen aan het aan- of
uitzetten van de variatie via de
functie 'Linkerpedaalmodus', die
wordt beschreven op pagina 51
(CLP-240).
OPMERKING
Normale instelling = NORMAL
OPMERKING
Als BRILLIANCE is ingesteld op
BRIGHT, klinkt het totale geluid
enigszins harder. Als MASTER
VOLUME op een hoog niveau is
ingesteld, kan het geluid
vervormd raken. Als dit het geval
is, verlaagt u het niveau voor
MASTER VOLUME.
Procedure
Procedure
OPMERKING
Het standaardreverbtype
(inclusief UIT) en de diepte-
instellingen zijn voor elke voice
anders.