Operation Manual

Table Of Contents
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
CLP-240/230 Gebruikershandleiding
50
Dit menu maakt het u mogelijk verscheidene
gedetailleerde instellingen te maken voor de
splitmodus.
U kunt de instellingen voor de songs die u
speelt optimaliseren door het splitpunt of een
andere instelling te veranderen.
1. Selecteer de voices in de splitmodus, activeer
de functiemodus en selecteer .
2. Druk op de knop [+/YES] om de submodus van
de functie in de splitmodus te activeren en
gebruik vervolgens de knoppen [TEMPO/
FUNCTION# , ] om de gewenste submodus
te selecteren. Druk op de knop [/NO] [+/YES]
om de waarden toe te wijzen.
Submodus
F4.1: Splitpunt
Instelbereik: Het volledige toetsenbord
Normale instelling: F
2
Stel het punt in op het toetsenbord dat de scheiding
vormt tussen de rechter- en linkerhandgedeelten
(splitpunt). De ingedrukte toets maakt deel uit van het
linkerhandbereik.
In plaats van op de knoppen [/NO] [+/YES] te
drukken, kunt u het splitpunt instellen door op de
desbetreffende toets op het toetsenbord te drukken.
Als de functiemodus niet is geactiveerd, kunt u het
splitpunt veranderen naar elke willekeurige andere
toets door de desbetreffende toets in te drukken,
terwijl u de knop [SPLIT] ingedrukt houdt (pagina 26).
Een voorbeeld van een toetsnaamindicatie voor een
splitpunt
F4.2: Splitbalans
Instelbereik: 0 – 20 (De instelling '10'
produceert een gelijke balans
tussen de twee voices in de
splitmodus. Instellingen onder
de '10' verhogen het volume van
de linkervoice ten opzichte van
de rechtervoice, en instellingen
boven de '10' verhogen het
volume van de rechtervoice ten
opzichte van de linkervoice.)
Normale instelling: Anders voor elke combinatie
van voices.
De volumeniveaus van de twee voices die zijn
gecombineerd in de splitmodus kunnen naar wens
worden aangepast. U kunt deze instelling maken voor
elke afzonderlijke combinatie van voices.
F4.3: Octaafverschuiving rechtervoice
F4.4: Octaafverschuiving linkervoice
Instelbereik: –1, 0, 1
Normale instelling: Anders voor elke combinatie
van voices
U kunt de toonhoogtevoor de rechter- en linkervoice
onafhankelijk verhogen en verlagen in stappen van een
octaaf. Maak een instelling die passend is voor het
nootbereik van de songs die u speelt. U kunt deze
instelling maken voor elke afzonderlijke combinatie
van voices.
F4.5: Effectdiepte rechtervoice
F4.6: Effectdiepte linkervoice
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: Anders voor elke combinatie
van voices
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de linker- en de rechtervoice in de splitmodus
onafhankelijk in te stellen.
De instellingen voor de effectdiepte kunnen alleen
worden gewijzigd als [EFFECT] op AAN staat. U moet de
functiemodus verlaten voordat u een [EFFECT] kunt
aanzetten.
U kunt deze instelling maken voor elke afzonderlijke
combinatie van voices.
F4.7: Demperpedaalbereik
Instelbereik: ALL (voor beide voices)
1 (voor de rechtervoice)
2 (voor de linkervoice)
Normale instelling: ALL
De functie voor het demperpedaalbereik bepaalt of het
demperpedaal invloed heeft op de rechtervoice, de
linkervoice of zowel de linker- als de rechtervoice in de
splitmodus.
F4.8: Herstellen
Met deze functie kunt u de standaardwaarden voor alle
functies in de splitmodus herstellen. Druk op de knop
[+/YES] om de waarden te herstellen.
F4. (CLP-240) Functies in de
splitmodus
OPMERKING
Als de splitmodus niet is geactiveerd, wordt weergegeven
in plaats van en kunnen de functies van de splitmodus
niet worden geselecteerd. Merk ook op dat u de functiemodus
moet verlaten voordat de splitmodus kan worden geactiveerd.
(F
2) (G2)
gevolgd door een streep
bovenin bij een kruis
(A
2)
gevolgd door een streep
onderin bij een mol
OPMERKING
SNELLE MANIER:
U kunt direct naar de functies in de splitmodus springen
door op de knop [TEMPO/FUNCTION#] te drukken, terwijl de
knop [SPLIT] ingedrukt wordt gehouden.
Als u de functiemodus wilt verlaten, drukt u op de knop
[TEMPO/FUNCTION#] zodat de indicator TEMPO oplicht.