STAGE PIANO Naslaggids Inhoudsopgave Naslaghandleidingen .....................................................................................2 Deze Naslaggids gebruiken ..........................................................................2 Intern ontwerp van de CP5 en CP50 3 Hoofdcomponenten .......................................................................................3 Toongenerator ...............................................................................................
Naslaghandleidingen Naslaghandleidingen De CP5 of CP50 stagepiano wordt geleverd met drie verschillende naslaghandleidingen: de Gebruikershandleiding, de Naslaggids (dit document) en de Data List. De Gebruikershandleiding is een papieren handleiding die bij de stagepiano wordt geleverd. Deze Naslaggids en de Data List zijn beschikbaar als PDF-documenten op de bijgeleverde cd-rom.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Hoofdcomponenten Het interne ontwerp van de CP5 of CP50 is verdeeld in drie hoofdsecties: de toongenerator, het gedeelte Song Setting en de regelaar.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator Toongenerator De toongenerator van uw stagepiano produceert geluiden op basis van performance-data die u maakt door op het toetsenbord te spelen, de sequencer te bedienen en verschillende regelaars te gebruiken. De toongenerator bestaat uit performances, een blok Master Compressor (hoofdcompressor) en een blok Master Equalizer (masterequalizer). De term 'performance' beschrijft een enkele preset waarmee een aantal voices samen kunnen worden geproduceerd.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator Linker en rechter parts De linker en rechter parts waaruit elke performance bestaat, reageren op het bespelen van het toetsenbord of op MIDI-invoer en gebruiken de ingebouwde toongenerator om als reactie de geschikte geluiden te produceren. De CP5 bestaat uit vier dergelijke parts – LEFT1, LEFT2, RIGHT1 en RIGHT2 – terwijl de CP50 er twee heeft – LEFT en RIGHT.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator Rollen van blokken en het gedeelte Common Settings De rollen van elk van de blokken en het gedeelte Common Settings waaruit de parts op de CP5 en CP50 bestaan, zijn als volgt. Blok Voice Het blok Voice wordt gebruikt om te bepalen welk type geluid van een muziekinstrument wordt geproduceerd voor het overeenkomstige part door de toongenerator.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator TRACK-part Elke performance op de CP5 of CP50 kan ook een achtergrondtrack bevatten die kan worden afgespeeld als begeleiding van uw toetsenbordspel. Er kunnen drie verschillende soorten achtergrondtracks worden geselecteerd: vooraf ingestelde drumpatronen, gebruikerssongs en Wave-files.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator LET OP Als u een performance in het gebruikersperformancegeheugen overschrijft, wordt deze definitief verwijderd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de opslagplaats voor nieuwe performances selecteert, zodat geen onvervangbare data verloren gaan. OPMERKING Performance 1 uit groep A in geheugenbank USR1 wordt altijd geselecteerd wanneer u op de knop [USER] drukt terwijl u de knop [EXIT] ingedrukt houdt.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Toongenerator TIP Externe performancegeheugens gebruiken Als u performances in een extern performancegeheugen wilt opslaan of een extern performancegeheugen van een USBflashgeheugenapparaat wilt gebruiken, moet het USB-flashgeheugenapparaat in kwestie op de CP5 of CP50 worden aangesloten.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Gedeelte Song Setting Gedeelte Song Setting Het gedeelte Song Setting wordt gebruikt voor het opnemen en afspelen van MIDI-sequences en audiofiles die worden gebruikt als achtergrondtracks voor performances. MIDI-sequences hebben de vorm van ingebouwde vooraf ingestelde drumpatronen (alleen afspelen) of gebruikerssongs die u zowel kunt opnemen als afspelen.
Intern ontwerp van de CP5 en CP50 > Regelaar Regelaar De besturing van de stagepiano bestaat uit het toetsenbord, pitchbendwiel, knoppen, voetpedalen en andere ingangsapparaten die tijdens het spelen worden gebruikt. Houd er rekening mee dat het toetsenbord zelf geen geluid produceert. Het stuurt de noten, aanslaggevoeligheid en andere performance-gerelateerde signalen naar een toongenerator, die op basis daarvan het geluid produceert.
Referentie Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Dit gedeelte bevat een gedetailleerde beschrijving van de parameters die worden gebruikt om de CP5 of CP50 te configureren. Referentie Linker en rechter parts R [VOICE] Linker en rechter parts R [PRE-AMP] Hieronder vindt u een beschrijving van de parameters die voor de linker en rechter parts van elk blok kunnen worden ingesteld.
Voicenaam Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 DX Woody Met zijn rijke, houtachtige klanken produceert de voice DX Woody een milder elektrisch pianogeluid. DX FTine De DX FTine reproduceert een klassieke voice van de DX elektrische piano en valt op door het kenmerkende attackgeluid van dit instrument. DX 7 II Wanneer het hoofdgeluid verandert als reactie op uw spel, kunt u met de DX 7 II de fantastische rijke uitdrukkingskracht ervaren waarvoor de DX elektrische piano beroemd was.
Schermnaam (en volledige naam) H Hammer (Hammer Stiffness) Alleen CP5 – CF Grand, S6 Grand, CP80, CP88, 71Rd I, 73Rd I, 75Rd I, 78Rd II, Dyno, 69Wr en 77Wr Beschrijving Met deze parameter kunt u de schijnbare zachtheid of hardheid van het pianogeluid op dezelfde manier aanpassen alsof zachtere of hardere hamers werden gebruikt om de snaren aan te slaan. Deze is alleen beschikbaar op de CP5.
Blok Modulation Effect Met een blok Modulation Effect kunt u een audio-effect toepassen op de voice van het part om zijn ruimtelijke kenmerken te wijzigen.
Nadat u Other hebt geselecteerd als het type modulatie-effect, kunt u met knoppen 2 en 3 effectcategorieën en individuele effecten kiezen. De volgende tabel identificeert en beschrijft de verschillende soorten effecten die beschikbaar zijn in de groep Other.
Schermnaam (en volledige naam) Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Effectcategorie: Distortion (DST) Referentie AmpSim1 (Amp Simulator 1) Amp Simulator 1 bootst het geluid geproduceerd door gitaarversterkers na. AmpSim2 (Amp Simulator 2) Amp Simulator 2 bootst het geluid geproduceerd door gitaarversterkers na. CmpDst (Compressor-Distortion) Compressor & Distortion combineert compressie- en vervormingseffecten.
Voor niet-pianovoices: Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Ins1Type MOD > SmallPha Effectcategorie E Referentie Linker en rechter parts Effectnaam R [VOICE] In het geval van niet-pianovoices, kunt u effecten selecteren uit de categorieën van de groep Other, zoals hierboven beschreven. De modulatie-effecten, die vooral voor de PIANO- en E.PIANO-voices bedoeld zijn, zijn bovendien gegroepeerd in de categorie MOD. Voor meer informatie over deze effecten, zie Voor PIANO- en E.PIANO-voices (pagina 15).
Schermnaam (en volledige naam) R S T Bijbehorende effecten Beschrijving Rate Small Phaser Met deze parameter kunt u de modulatiesnelheid aanpassen. Reso (Resonance Offset) Touch Wah en Pedal Wah Met deze parameter kunt u de offset-waarde voor resonantie instellen. Sens. (Sensitivity) Touch Wah Met deze parameter kunt u instellen hoe gevoelig het filtersweepeffect is voor de aanslagsnelheid.
Schermnaam (en volledige naam) D Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Delay Time R>L Met deze parameter kunt u de tijd instellen die verstrijkt tussen de invoer van het geluid via het rechterkanaal en de uitvoer via het linkerkanaal. Referentie Density Reverbeffecten: met deze parameter kunt u de reverbdichtheid instellen. Linker en rechter parts Early Reflections: met deze parameter kunt u de dichtheid van eerste weerkaatsingen instellen.
Schermnaam (en volledige naam) E F Beschrijving EQ Mid Width Met deze parameter kunt u de breedte van de EQ-band met middenfrequentie instellen. EQ Width Met deze parameter kunt u de breedte van de EQ-band met middenfrequentie instellen. ER/Rev Balance Met deze parameter kunt u de relatieve volumes van eerste weerkaatsingen en reverberation instellen. F/R Depth Met deze parameter kunt u de voor-naar-achter pandiepte instellen.
Schermnaam (en volledige naam) L Beschrijving L/R Depth Met deze parameter kunt u de diepte van het links-rechts paneffect instellen. L/R Diffusion Met deze parameter kunt u het verschil tussen de linker en rechter vertragingstijden instellen voor een meer ruimtelijk geluid. Lag Met deze parameter kunt u een tijdsvertraging voor vertragingstijden in termen van nootlengtes instellen. LFO Depth SPX Chorus, Classic Flanger en Ring Modulator: met deze parameter kunt u de diepte van modulatie instellen.
Schermnaam (en volledige naam) M Beschrijving Mod LPF Cutoff Frequency Met deze parameter kunt u de afsnijfrequentie voor het laagdoorlaatfilter toegepast op het gemoduleerde geluid instellen. Mod LPF Resonance Met deze parameter kunt u de resonantie van het laagdoorlaatfilter van het gemoduleerde geluid instellen. Mod Mix Balance Noisy: met deze parameter kunt u de mixbalans voor het gemoduleerde element instellen.
Schermnaam (en volledige naam) R S Beschrijving Resonance Met deze parameter kunt u de resonantie van het filter instellen. Reverb Delay Met deze parameter kunt u het interval tussen eerste weerkaatsingen en daaropvolgende volledige nagalm instellen. Reverb Time Met deze parameter kunt u instellen hoe lang het duurt voordat het reverbgeluid volledig uitsterft. Room Size Met deze parameter kunt u de grootte instellen van de gesimuleerde ruimte waarin het instrument wordt bespeeld.
Blok Power-Amplifier/Compressor (alleen CP5) Met het blok Power-Amplifier/Compressor kunt u kiezen voor een getrouwe reproductie van een van de vele vermogensversterkers gebruikt in elektrische piano's of een compressor die het geluid gecreëerd door de huidige geselecteerde blokken Voice en Modulation Effect van het part verder verbetert. Dit blok is alleen beschikbaar op de CP5.
Voor niet-pianovoices: Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Effectcategorie Ins2Type PWR > 71Rd I E Referentie Linker en rechter parts Effectnaam R [VOICE] In het geval van niet-pianovoices, kunt u effecten selecteren uit de categorieën van de groep Other, zoals hierboven beschreven. De vermogensversterkers en de compressor ontworpen voor de PIANO- en E.PIANO-voices worden bovendien gegroepeerd in de categorie PWR. Zie Voor PIANO- en E.PIANOvoices (pagina 25) voor meer informatie hierover.
Andere instellingen voor links en rechts Dit gedeelte beschrijft hoe u volume, pan, nootbegrenzingen en andere parameters voor de linker en rechter parts kunt instellen. Het scherm Part Setting wordt weergegeven op pagina 11.
Pagina 3 4 Schermnaam (en volledige naam) TuningNo. (Micro Tuning Number) Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 05 Werckmeist (Werckmeister) 06 Kirnberger De schalen van Werckmeister en Kimberger verbeteren de middentoonschaal en Pythagoreaanse schaal door ze op verschillende manieren te combineren. Beide worden op een unieke manier gekenmerkt door de manier waarop modulatie de nuances van aparte songs kan wijzigen.
Pagina 5 Schermnaam (en volledige naam) Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 PortaSw (Portamento Switch) Met deze parameter kunt u het portamento-effect in- of uitschakelen voor het huidige part. Instelwaarden: aan of uit Time (Portamento Time) Met deze parameter kunt u de hoeveelheid tijd instellen die portamento nodig heeft om de toonhoogte van het huidige part te sweepen. Instelwaarden: 0 tot 127 Referentie Linker en rechter parts Mode (Portamento Mode) F.
Pagina 9 0 (10) Schermnaam (en volledige naam) RcvCC (Receive Control Change) RcvPB (Receive Pitch Bend) Parts op de CP5: RcvFC1 (Receive Foot Controller 1) RcvFC2 (Receive Foot Controller 2) RcvFS (Receive Assignable Foot Switch) Parts op de CP50: RcvFC (Receive Foot Controller) RcvFS (Receive Assignable Foot Switch) Beschrijving Met deze parameters kunt u de ontvangst van besturingswijzigingsberichten en andere MIDI-berichten door het huidige part in- of uitschakelen.
Gedeelte Common Settings Het gedeelte Common Settings wordt gebruikt voor het instellen van parameters die invloed hebben op alle linker en rechter parts in de huidige performance. Het scherm Common Settings bestaat uit vijf afzonderlijke pagina's.
Scherm Zone Edit Wanneer de CP5 of CP50 wordt gebruikt als masterkeyboard, worden instellingen opgegeven in het scherm Zone Edit. Door de parameter ZoneSw op "on" in te stellen, kunt u het toetsenbord in maximaal vier zones opsplitsen. Als deze zones vervolgens worden toegewezen aan de ingebouwde toongenerator en externe muziekapparaten, kunt u deze allemaal bespelen met het toetsenbord van de stagepiano.
Pagina Schermnaam (en volledige naam) 8 Zones van de CP5: TxFC1 (Transmit Foot Controller 1) TxFC2 (Transmit Foot Controller 2) Zones van de CP50: TxFC (Transmit Foot Controller) 9 0 (10) TxSus (Transmit Sustain Pedal) TxFS (Transmit Foot Switch) TxPB (Transmit Pitch Bend Wheel) Beschrijving Met deze parameters kunt u de verzending van MIDI-berichten gegenereerd door voetregelaar 1, voetregelaar 2, het sustainpedaal, de toewijsbare voetschakelaar en het pitchbendwiel van de huidige zone in- of uitsch
Regelaars instellen (pagina's 3 t/m 5) Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Bewerkingsvolgorde Druk op de knop [COMMON] Navigeer naar pagina 3, 4 of 5 met de knoppen [L PAGE] en [PAGE R] Draai aan knoppen 1 t/m 3 Referentie Linker en rechter parts Pagina Pagina's 3 tot 5 Schermnaam (en volledige naam) Bron Beschrijving R [VOICE] R [PRE-AMP] Met deze parameter kunt u de regelaar selecteren die u wilt bewerken.
Gedeelte Song Setting Intern ontwerp van de CP5 en CP50 In het gedeelte Song Setting kunt u tracks configureren die worden gebruikt als begeleiding bij uw performances. Het scherm Song Setting dat wordt weergegeven door op de knop [SONG SETTING] te drukken, wordt eerst behandeld. Daarna volgt een beschrijving van het scherm Record, dat u kunt openen door op de knop [REC] te drukken.
Pagina 2 Schermnaam (en volledige naam) Tempo Beschrijving Met deze parameter kunt u het afspeeltempo voor de achtergrondtrack en metronoom selecteren. Het tempo kan ook worden aangepast met de parameter Tempo in het scherm Record (pagina 37). Instelwaarden: 30 tot 300 OPMERKING Als u het tempo van de achtergrondtrack wilt synchroniseren met dat van een extern MIDI-apparaat of DAW-toepassing, dan stelt u de parameter MIDISyn (pagina 46) op pagina 6 van het scherm Utility in op "ext" of "auto".
Scherm Record In het scherm Record kunt u gebruikerssongs of Wave-files opnemen die als achtergrondtracks worden gebruikt. Het scherm bestaat uit vier afzonderlijke pagina's.
Pagina 2 Schermnaam (en volledige naam) Mode Beschrijving Met deze parameter kunt u een opnamemodus selecteren. Deze is niet beschikbaar wanneer Rec op "Wave" is ingesteld. Instelwaarden: replace of overdub Data in de gebruikerssong die werd geselecteerd voor opname, worden overschreven door de nieuwe performance-data. R [VOICE] overdub R [PRE-AMP] Uw nieuwe performance-data worden toegevoegd aan de data aanwezig in de gebruikerssong die werd geselecteerd voor opname.
TRACK-part Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Wanneer een vooraf ingesteld drumpatroon of een Wave-file is geselecteerd als achtergrondtrack van de performance, dan worden de bijbehorende data toegewezen aan het TRACK-part. Het volgende gedeelte bevat een gedetailleerde beschrijving van de parameters die worden gebruikt om dit part te configureren.
MIC INPUT-part (alleen CP5) Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Dit gedeelte bevat een gedetailleerde beschrijving van de parameters die worden gebruikt om het MIC INPUT-part van de CP5 te configureren. Het instelscherm voor dit part bestaat uit twee pagina's.
Pagina 3 Schermnaam (en volledige naam) Beschrijving CompTh (Compressor Threshold) Met deze parameter kunt u het ingangsniveau instellen waarop de compressor het geluid begint te comprimeren. Instelwaarden: -48 dB tot -6 dB CompRat (Compression Ratio) Met deze parameter kunt u de compressieverhouding instellen. Instelwaarden: 1,0 tot 20,0 CompOut (Compressor Output Level) Met deze parameter kunt u het uitgangsniveau van de compressor aanpassen. Instelwaarden: 0 tot 127 L.
Instellingen voor alle parts Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Blok Reverb In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de parameters die worden gebruikt om het reverbeffect te configureren dat wordt toegepast op alle parts van elke performance op uw stagepiano. Instellingen voor deze parameters worden opgegeven via het scherm Reverb, dat uit twee pagina's bestaat.
Instellingen voor alle performances Blok Master Compressor In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de parameters die worden gebruikt om de compressor te configureren die wordt toegepast op alle performances op de CP5 of CP50. Deze instellingen worden opgegeven via het scherm Master Compressor, dat uit zeven pagina's bestaat.
Gedeelte Utility In dit gedeelte vindt u een beschrijving van de Utility-parameters die het volledige CP5- of CP50systeem beïnvloeden. Instellingen voor deze parameters worden opgegeven via het scherm Utility, dat uit dertien pagina's bestaat.
Pagina 4 Schermnaam (en volledige naam) CtrlAsn (Controller Assign) Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Met deze parameter kunt u de regelaar selecteren die u wilt toewijzen.
Pagina 6 Schermnaam (en volledige naam) MIDISyn (MIDI Synchronization) Beschrijving Met deze parameter kunt u bepalen of het afspelen van gebruikerssongs of vooraf ingestelde drumpatronen op de CP5 of CP50 moet worden gesynchroniseerd met de ingebouwde clock of met een externe clock van een aangesloten MIDI-apparaat. Instelwaarden: int (intern), ext (extern) of auto int (intern) ext (extern) auto 7 TrnsRcvSw (Transmit & Receive Switch) Het afspelen wordt gesynchroniseerd met de ingebouwde clock.
Pagina 9 Schermnaam (en volledige naam) Shape Beschrijving Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Met deze parameter kunt u bepalen of shelving of peaking equalizer moet worden toegepast op de twee uiterste banden – namelijk Low en High. Deze is alleen beschikbaar wanneer MEQ op "Low" of "High" is ingesteld. Instelwaarden: shelv (Shelving EQ), peak (Peaking EQ) shelv Signalen op alle frequenties boven ("High") of onder ("Low") de opgegeven frequentie worden versterkt of verzwakt.
Pagina Schermnaam (en volledige naam) A (11) Bright (Brightness) Beschrijving Met deze parameter kunt u de helderheid van de display van de stagepiano instellen. Instelwaarden: 1 tot 4 (helderst) OPMERKING U kunt de helderheid ook verminderen door de knop [UTILITY] ingedrukt te houden en op de knop [L PAGE] te drukken. U kunt de helderheid verhogen door de knop [UTILITY] ingedrukt te houden en op de knop [PAGE R] te drukken.
Gedeelte File In het gedeelte File kunt u een aantal filebeheerbewerkingen uitvoeren, zoals de volledige inhoud van het gebruikersgeheugen van de stagepiano opslaan op een USB-flashgeheugenapparaat en eerder opgeslagen data op dit type apparaat terugzetten. Het scherm File bestaat uit twee pagina's. Hieronder vindt u een beschrijving van de functies.
Save Hieronder vindt u een overzicht van de parameters die u in het scherm Save kunt instellen. Schermnaam (en volledige naam) Beschrijving Met deze parameter kunt u bepalen welk type file u op het USB-flashgeheugenapparaat wilt opslaan. Wanneer u het geschikte type hebt opgegeven, drukt u op de knop [ENTER] om door te gaan. Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar pagina 1 van het scherm File zonder data op te slaan.
Schermnaam (en volledige naam) Beschrijving De naam van de file met externe performance-data wordt weergegeven in het veld Name. Deze is altijd "EXTBANK" en kan niet worden gewijzigd. Wanneer u op de knop [ENTER] drukt, wordt u gevraagd om te bevestigen dat u wilt doorgaan. Druk op knop 1 (YES [PUSH]) of op de knop [ENTER] om de data op te slaan of druk op knop 3 (NO [PUSH]) of de knop [EXIT] om terug te keren naar het scherm Name.
Schermnaam (en volledige naam) Type Beschrijving Perf Ext SMF Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Een enkele performance van de opgegeven file* wordt in het gebruikersgeheugen van de stagepiano geladen en overschrijft de gebruikersperformance die werd geselecteerd met de parameter Dst (hieronder). (*: CP5-data hebben de extensie .C5A; CP50-data hebben de extensie .C6A.) Linker en rechter parts Een volledig extern performancegeheugen* wordt in de stagepiano geladen.
Als Type op "SMF" is ingesteld: Intern ontwerp van de CP5 en CP50 Dst 001[aaaaaaaa] EXITU ENTERD Referentie Linker en rechter parts R [VOICE] R [PRE-AMP] << Are you sure? >> <> Schermnaam (en volledige naam) Dst (Destination) Beschrijving R [MOD-FX] R [PWR-AMP] (alleen CP5) R [LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/ [RIGHT2] (CP5) [LEFT]/[RIGHT] (CP50) R [COMMON] Met deze parameter kunt u een gebruikerssongnummer (1 tot 128) selecteren waar u de geladen data wilt opslaan.
Appendix > MIDI Appendix MIDI Musical Instrument Digital Interface (MIDI) is een wereldwijde standaard die is ontworpen voor het overdragen van performance-data, voicedata en andere data tussen muziekinstrumenten. Datacommunicatie is zelfs mogelijk tussen muziekinstrumenten en apparatuur van verschillende fabrikanten.
Appendix > MIDI Besturingswijziging MIDI-besturingswijzigingsberichten worden gebruikt om het volume, stereopan en heel wat andere parameters te besturen. Zoals hieronder blijkt heeft elk berichttype zijn eigen unieke besturingsnummer. Bankselectie MSB (besturingsnr. 0) Bank Select LSB (besturingsnr. 32) De Bank Select MSB en LSB-berichten (bankselectie MSB en LSB) worden gebruikt om op afstand een geheugenbank te selecteren vanaf een ander MIDI-apparaat.
Appendix > MIDI Kanaalmodusberichten Systeemberichten 2e byte 3e byte Bericht 120 0 All Sound Off 121 0 Reset All Controllers 123 0 All Notes Off All Sound Off (besturingsnr. 120) All Sound Off-berichten (al het geluid uit) worden gebruikt om alle geluiden die worden gegenereerd door beide parts volledig te dempen. De status van kanaalberichten zoals Hold 1 en Sostenuto wordt in dat geval behouden. Reset All Controllers (besturingsnr.
Yamaha Web Site (English only) http://www.yamahasynth.com/ Yamaha Manual Library http://www.yamaha.co.jp/manual/ U.R.G.