User Manual

Intern ontwerp van de CP5 en CP50
Referentie
Linker en rechter parts
R[VOICE]
R[PRE-AMP]
R[MOD-FX]
R[PWR-AMP] (alleen CP5)
R[LEFT1]/[LEFT2]/[RIGHT1]/
[RIGHT2] (CP5)
[LEFT]/[RIGHT] (CP50)
R[COMMON]
Gedeelte Song Setting
R[SONG SETTING]
R[RECORD]
TRACK-part
R[TRACK]
MIC INPUT-part
R[MIC INPUT] (alleen CP5)
Instellingen voor alle parts
R[REVERB]
Instellingen voor alle performances
R[MASTER COMPRESSOR]
R[UTILITY]
R[FILE]
Appendix
52 CP5/CP50 Naslaggids
Als Ty pe op "Perf" is ingesteld:
Ty pe Pe rf
Een enkele performance van de opgegeven file* wordt in het gebruikersgeheugen van de
stagepiano geladen en overschrijft de gebruikersperformance die werd geselecteerd met
de parameter Dst (hieronder).
(*: CP5-data hebben de extensie .C5A; CP50-data hebben de extensie .C6A.)
Ext
Een volledig extern performancegeheugen* wordt in de stagepiano geladen.
(*: CP5-data krijgen de naam "EXTBANK.C5E"; CP50-data krijgen de naam
"EXTBANK.C6E".)
SMF
Een Standard MIDI-file, met de extensie .MID, wordt in de stagepiano geladen.
File Met deze parameter kunt u de file die u wilt laden selecteren. Wanneer Type op "Ext" is
ingesteld, wordt dit ingesteld op "001[EXTBANK]".
Wanneer u de gewenste file hebt geselecteerd, drukt u op de knop [ENTER]. Als "All" of "Ext"
is ingesteld voor Type, wordt u gevraagd om te bevestigen dat u wilt verdergaan met het
laden. Daarvoor drukt u op knop 1 (YES [PUSH]) of op de knop [ENTER]. Als u "Perf" of
"SMF" hebt geselecteerd, volgt u de hieronder beschreven procedure om de gewenste data
te laden. Als u wilt terugkeren naar de pagina File zonder data te laden, drukt u op knop 3
(NO [PUSH]) of op de knop [EXIT].
Schermnaam
(en volledige naam)
Beschrijving
Src (Source)
Met deze parameters bepaalt u een enkele performance die u uit de geselecteerde file
wilt laden. Bepaal een geheugenbank in het gebruikersperformancegeheugen (USR1
tot USR3) met knop 1 en bepaal een groep (A tot D) en nummer (01 tot 10) met knop 2.
Bovendien kunt u "all" selecteren voor de groep en het nummer met knop 2. Dat betekent
dat alle performances uit de geheugenbank van het gebruikersperformancegeheugen
opgegeven met knop 1 worden geladen. Druk op de knop [ENTER] om verder te gaan
naar een pagina waar u de bestemming voor de geladen data kunt selecteren. Of druk
op de knop [EXIT] om terug te keren naar de pagina
File
.
Dst (Destination)
Met deze parameters kunt u de gebruikersperformance selecteren waar u de geladen
data wilt bewaren. Bepaal een geheugenbank van een gebruikersperformancegeheugen
(USR1 tot USR3) met knop 1 en bepaal een groep (A tot D) en nummer (01 tot 10) met
knop 2. Als "all" is geselecteerd voor Src hierboven, dan wordt deze parameter ook
ingesteld op "all". Dat betekent dat data worden geladen in alle performances in de
geheugenbank van het gebruikersperformancegeheugen dat werd geselecteerd met
knop 1. Nadat u een bestemming hebt opgegeven, drukt u op de knop [ENTER].
Wanneer u wordt gevraagd om te bevestigen dat u wilt doorgaan, drukt u op knop 1 (
YES
[PUSH]
) of op de knop [ENTER] om de data te laden, of drukt u op knop 3 (
NO [PUSH]
) of
de knop [EXIT] om terug te keren naar de pagina
Dst
.
Schermnaam
(en volledige naam)
Beschrijving
File EXITU
001[aaaaaaaa] ENTERD
Dst EXITU
USR1:A02[UserPerf2]D
<< Areyousure? >>
<<YES[PUSH] NO[PUSH]>>
Src EXITU
USR1:A01[UserPerf1]D