manual

8 Nl
Bedieningsorganen en functies
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Druk op op de klep en open het
batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen
(AA, R06, UM-3) in het batterijvak.
Doe de batterijen met de polen in de richting van de
aanduidingen (+ en –) in het vak.
3 Doe de klep weer dicht.
Vervangen van batterijen
Vervang beide batterijen wanneer u merkt dat het
bereik van de afstandsbediening afneemt.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) bijvoorbeeld). Elk type batterij
heeft zijn eigen kenmerken, ook al hebben ze dezelfde vorm.
Als de batterijen leeg zijn dient u ze onmiddellijk uit de
afstandsbediening te halen om te voorkomen dat ze gaan
lekken of barsten.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Wees voorzichtig dat gelekt batterijzuur niet in
aanraking komt met uw huid of kleding.
Veeg het batterijvak netjes schoon voor u er nieuwe batterijen
in zet.
Gooi batterijen weg overeenkomstig uw lokale regelgeving.
Gebruiken van de afstandsbediening
Gebruik de afstandsbediening binnen 6 m van dit
toestel en richt haar daarbij op de
infraroodsensor op het toestel zelf
(zie bladzijde 3).
Mors geen vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen op de volgende plaatsen:
zeer warme of vochtige plekken, zoals een badkamer of bij
de verwarming
extreem koude plekken
stoffige plekken
Opmerkingen
Druk op
Opmerkingen
30˚ 30˚
Binnen 6 m