Operation Manual

45
2 Scene Knoppen (CS6x)
Scenes worden gebruikt om de posities van de
FILTER [CUTOFF]/[RESONANCE]-knoppen, EG
[ATTACK]/[DECAY]-knoppen en Assignable Knop-
pen [1]/[2] in het geheugen op te slaan. Ze kunnen
later met één druk op een knop worden opgeroe-
pen. Met deze knoppen kunt u geluiden in realtime
bewerken en vervolgens de posities van de knop-
pen in iedere Voice/Performance opslaan als Scene
1 en Scene 2.
De illustratie hieronder toont bijvoorbeeld twee
verschillende groepen knopinstellingen (A en B) die
respectievelijk zijn toegewezen aan de SCENE [1]-
en SCENE [2]-knop. Dit betekent in feite dat twee
soorten geluiden in het geheugen kunnen worden
opgeslagen en opgeroepen in iedere Voice/
Performance. Bovendien kunt u met de SCENE
[CONTROL]-knop een soepele overgang van de ene
naar de andere Scene creëren, of zelfs een mix
creëren tussen Instellingen A en B.
Scene Instellingen
De Scenes worden na het opslaan in een tijdelijke
editbuffer bewaard en gaan verloren als u naar een
andere Voice, Performance of Mode gaat. Daarom moet
u, nadat u de Scene heeft opgeslagen, de Voice of
Performance opslaan; de Scene instellingen worden er bij
opgeslagen.
1 Selecteer in de Voice/Performance Mode de
Voice/Performance waarmee u de Scenes wilt
opslaan.
Als u tussen Voices of Performances heen en weer
schakelt dan wordt altijd één van de Scenes geselecteerd
(de LED van de SCENE [1]- of [2]-knop brandt). Daarom
wijken de instellingen van de Scene die u wilt oproepen
af van de huidig geselecteerde Scene instellingen. Het is
mogelijk dat de LED’s van beide [SCENE]-knoppen
branden, hetgeen inhoudt dat het geluid een mix van
beide Scenes is.
Creëer het geluid dat u als een Scene wilt opslaan
met de Sound Controlknoppen en de Assignable
Knoppen [1]/[2].
Per Voice kunnen de instellingen van de Assignable
Knoppen [1]/[2] verschillen (pag. 51 en 84).
Als u wilt kunt u een andere Scene voor de
tweede SCENE-knop instellen.
Sla de Voice (pag. 116) of Performance (pag. 141)
op; de Scene instellingen worden erbij opgesla-
gen.
2
3
4
Als u de Voice of Performance opslaat terwijl beide
LED’s van de SCENE-knoppen branden (na aanpas-
sing met de SCENE [CONTROL]-knop), dan wordt
deze status ook in de Voice of Performance opgesla-
gen.
Scenes Opslaan
Als u met de Sound Controlknoppen of Assignable
Knop [1]/[2] de geluidsinstellingen wijzigt, terwijl de
LED’s van beide SCENE-knoppen branden (oftewel
een mix van instellingen van beide Scenes wordt
gebruikt), dan moeten deze nieuwe instellingen
onder beide SCENE-knoppen als een nieuwe Scene
worden opgeslagen. Dit noemen we de Scene Store-
handeling en gaat als volgt:
1
Druk op de SCENE [1] of [2]-knop terwijl u de
STORE-knop ingedrukt houdt. De LED van de
knop die u selecteert gaat branden en de posi-
ties van de knoppen worden opgeslagen.
Zoals eerder is uitgelegd, als u het geluid bewerkt terwijl
er een LED van een SCENE-knop brandt, betekent dit
dat u de Scene direct bewerkt, zodat er geen Scene
Store-handeling uitgevoerd hoeft te worden.
Sla indien nodig een andere Scene op onder de
tweede SCENE-knop.
Sla de Voice (pag. 116) of Performance (pag. 141)
op om de Scene instellingen op te slaan.
2
3
Scenes Oproepen
U kunt op gemakkelijke wijze een Scene oproepen
door op de SCENE [1]- of [2]-knop te drukken. De
LED ervan gaat branden.
Als u tussen Voices of Performances heen en weer
schakelt dan wordt altijd een van de Scenes geselecteerd
(de LED van de SCENE [1]- of [2]-knop brandt). Het is
tevens mogelijk dat de LED’s van beide [SCENE]-knoppen
branden, hetgeen inhoudt dat het geluid een mix van
beide Scenes is.
Als u een Scene oproept, worden de knoppositie-
instellingen van die Scene opgeroepen, ongeacht de
huidige fysieke positie van de knoppen.
Voice of
Performance
Opslaan
12
CONTROL
SCENE
ABC1 2
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid EQ Hi Cutoff RevTime
ABC1 2
VCE Play) PRE1:128(H16)[Pf:GrandPiano]
EQ Low EQ Mid EQ Hi Cutoff RevTime
Scene Opslaan Scene Opslaan
Instelling A
Instelling B
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.