Operation Manual

121
Performance Edit
Hier kunt u de Performance Edit parameters instel-
len. Deze kunnen we ruwweg onderverdelen in
Common parameters, die voor alle Parts gelden, en
Part-specifieke parameters. Er zijn ook verschillende
zone instellingen beschikbaar voor de Master
Keyboard Mode (pag. 123).
Als u naar de Performance Edit Mode gaat, dan
verschijnt het volgende scherm. De complete
display (oftewel het totaal aantal schermen) is
afhankelijk van het geselecteerde Part. In principe
selecteert u met Knop [A] het soort parameter dat u
wilt bewerken (Common/Part/Zone), gaat u met de
[PAGE]-knop naar andere parameterschermen en
voert u parameterinstellingen in met Knoppen [B],
[C], [1] en [2]. U kunt ook met de [DATA]-knop en
de [DEC/NO]- en [INC/YES]-knoppen instellingen
invoeren.
Verplaats de cursor naar de verschillende respectie-
velijke parameters met de Knoppen [A] t/m [C] en
Knop [1]/[2], terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt
houdt. De cursor kan ook worden verplaatst met de
[DATA]-knop of met de [DEC/NO]- en [INC/YES]-
knoppen, terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
U moet de Performance die u wilt bewerken selecteren
voordat u naar de Performance Edit Mode gaat (pag.
119). Parameterinstellingen kunnen per Performance
worden opgeslagen.
Als er een multitimbraal Plug-in Board is geïnstalleerd,
worden de parameters van de Parts ervan niet opgesla-
gen.
Details over het gaan naar de Performance Edit Mode
zijn te vinden op pag. 21.
Menu Display
Als u aan de [PAGE]-knop draait terwijl u de [SHIFT]-
knop ingedrukt houdt, krijgt u het volgende menu te
zien. Verplaats de cursor met de [PAGE]-knop tussen
de onderdelen en laat de [SHIFT]-knop los om naar
het geselecteerde onderdeel te gaan.
De Performance Edit Mode schermen kunnen
worden onderverdeeld in het Common Edit scherm
en schermen voor het bewerken van de individuele
parts. Bij het bewerken van een individueel part
hangt het van het geselecteerde part af welk scherm
u te zien krijgt. Als de synthesizer zich in Master
Keyboard Mode (pag. 8 en 67) bevindt, dan kunt per
Zone parameters instellen.
In de Performance Edit Mode kunt u met Knop [A]
tussen de schermen van Common-, Part- en Zone
instellingen heen en weer schakelen.
Common instellingen
Part instellingen
Zone instellingen
Master keyboard/Toongenerator Mode (alleen
op de CS6x)
In de Performance Mode kan de aansluiting met de
interne toongenerator (de signaalbaan) van de CS6x
worden gewijzigd door op de [MASTER
KEYBOARD]-knop op het regelpaneel te drukken.
Als de LED van de [MASTER KEYBOARD]-knop
brandt, is de CS6x in Master Keyboard Mode en kan
deze gebruikt worden voor het besturen van externe
toongenerators. Als de LED niet brandt, is de CS6x
uit Master Keyboard Mode en kan deze gebruikt
worden voor het besturen van de interne parts van
de interne toongenerator. De signaalbaan van de
verschillende Modes ziet er als volgt uit.
Master Keyboard Mode: de LED van de [MASTER
KEYBOARD]-knop brandt
SHIFT PAGE
PA RT
/
ELEMENT
DATAABC1 2
Common/Part/Zone
selecteren
Tussen schermen
heen en weer
schakelen
Instelling invoeren
GEN Name) Ctgry a-Z 0-? Cursor
Common [--:Init Perf ]
SHIFT PAGE
PA RT
/
ELEMENT
DATAABC1 2
MIX Level) Com:>GEN≥QED>ARP>CTL>MEQ>EFF
Part01 Part:>MIX>TON>LYR>RCV >MKB
Cursor
QED Level) Vol Pan RevSend ChoSend
Common 127 C +63 -63
Common
MIX Level) Vol Pan RevSend ChoSend
Part01 127 C 64 0
Part
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
MKB Transmit) TrnsCh TG MIDI
Zone01 1 on on
Zone
Zone
Split
Layer
ARP
MIDI OUT
TG
Part 1 t/m 16 Part CL
Part AD
Part P1
Part P2
MIDI IN
MIDI-kanaal
Octaaf
Transpositie
Note Limiet enz.
N.B.
N.B.
N.B.
Common/Part/Zone Edit
Een Performance kan bestaan uit 16 Voice Parts, een
Phrase Clip Part, een A/D Input Part of een Plug-in
Part 1/2 (pag. 39). De parameters die gelden zijn voor
alle Parts worden Common Edit parameters genoemd.