Operation Manual

122
De í (Edit) Indicator
Als u parameters in de Performance Edit Mode
wijzigt, ziet u een í indicator links bovenin het
scherm. Dit toont u dat de huidige Performance is
bewerkt, maar nog niet is opgeslagen.
De “Compare” functie
Luister hiermee naar het verschil tussen uw
Performance met bewerkte instellingen en dezelfde
Performance alvorens het bewerken van de betref-
fende instellingen.
1 Druk vanuit de Performance Edit Mode op de
[EDIT/COMPARE]-knop. De í indicator links
bovenin het scherm wijzigt in een î indicator en
de LED van de [EDIT/COMPARE]-knop gaat
knipperen. De Performance instellingen van voor
het bewerken worden tijdelijk opnieuw opge-
roepen om vergeleken te kunnen worden.
Bewerken is niet mogelijk als de “Compare” functie
aanstaat.
2 Druk nogmaals op de [EDIT]-knop om de
“Compare” functie uit te zetten en de instellingen
van uw bewerkte Performance weer op te
roepen.
Performance Store
De bewerkte instellingen van de huidige Perfor-
mance gaan verloren als u naar de Performance Play
Mode gaat en vervolgens een andere Performance of
Mode selecteert. Om het verlies van belangrijke data
te voorkomen, moet u uw bewerkte Performance
altijd met behulp van de Performance Store-functie
opslaan zodra u de Performance Edit Mode wilt
verlaten. Details over de Performance Store proce-
dure zijn te vinden op pag. 141.
Als u een geheel nieuwe Performance vanuit het niets
wilt creëren, dan is het handig om, alvorens te beginnen
met bewerken, de instellingen van de huidige
Performance te initialiseren met de Initialize Performance
functie in de Performance Job Mode (pag. 140).
Common (Instellingen van de ver-
schillende Parts)
Hieronder wordt uitgelegd hoe de common instel-
lingen van de verschillende Parts in een
Performance kunnen worden bewerkt. Er zijn zes
Menu’s beschikbaar die ieder uit meerdere scher-
men bestaan.
• Common General
• Common Quick Edit
• Common Arpeggio
• Common Controller
• Common Master EQ
• Common Effect
ARP
MIDI OUT
TG
Part 1 t/m 16 Part CL
Part AD
Part P1
Part P2
MIDI IN
MIDI-kanaal
Octaaf
Transpositie
Nootlimiet enz.
MIXíLevel) Com:>GE
Part01 Part:>MI
Edit indicator
Zelfs als u de Performance Play Mode verlaat,
gaan de bewerkte instellingen van de huidige
Performance pas verloren als u een andere
Performance selecteert.
De í indicator wordt ook getoond in de
Performance Play Mode.
De í indicator wordt ook getoond in de Voice
Play Mode als er Sound Controlknoppen of
Assignable knoppen zijn gebruikt.
MIXîLevel) Com:>GE
Part01 Part:>MI
“Compare” indicator
Toongenerator Mode: LED van de [MASTER
KEYBOARD]-knop brandt.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.
N.B.