Operation Manual

125
Time (tijd)
Stelt de overgangstijd van de toonhoogte wijzigin-
gen in. Hogere waarden betekenen langere
overgangstijden. U kunt dit ook instellen met de
[PORTAMENTO]-knop op het regelpaneel van de
CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
QED Filter (Snel Filter Bewerken)
Deze parameters besturen de filters die de klank-
kleur van de Voice bepalen. Als u LPF (Low Pass
Filter) en HPF (High Pass Filter) in combinatie
gebruikt, dan hebben de parameters in het QED
Filter-scherm alleen effect op de LPF.
Cutoff
Verhoogt of verlaagt de Cutoff frequentie van
de verschillende Voices in een Layer part. U kunt
deze parameter ook aanpassen met de [CUTOFF]-
knop op het regelpaneel van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Reso (resonantie)
Stelt de hoeveelheid Resonantie (harmonische
versterking) in die wordt toegepast op de Cutoff
frequentie. U kunt deze parameter ook aanpassen
met de [RESONANCE]-knop op het regelpaneel
van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
QED EG (Snel EG Bewerken)
De EG (Envelope Generator) bestuurt de overgan-
gen van de signaalniveaus in tijd van de verschil-
lende Voices in een Layer Part. Er zijn vier parame-
ters die de overgangen in signaalniveau besturen
vanaf het moment dat een toets wordt aangeslagen
op het toetsenbord tot het moment dat deze wordt
losgelaten, of tot dat het signaal tot nul is uitgestor-
ven. Deze Layer Partinstellingen kunnen per Part
worden ingesteld.
Common Arpeggio
De volgende vier schermen bepalen het gedrag van
de Arpeggiator. De parameters zijn hetzelfde als de
parameters in de Voice Edit Mode. Details zijn te
vinden op pag. 82.
De Arpeggio en Layer Schakelaars (pag. 133) moeten
aanstaan om de Arpeggiator in de Performance Mode te
kunnen gebruiken.
ARP Type (Arpeggio Type)
ARP Limit (Arpeggio Note Limit)
ARP Mode (Arpeggio Mode)
ARP PlayEF (Arpeggio Play Effect)
Common Controller
Hier kunt u MIDI Control Change nummers aan de
knoppen op het regelpaneel toewijzen. Knop [1]/[2]
kan bijvoorbeeld worden ingesteld om de hoeveel-
heid effect die op het geluid wordt toegepast te
besturen en het voetpedaal kan worden ingesteld
om modulatie te besturen. U kunt in iedere
Performance andere Control Set-toewijzingen
instellen. De volgende twee Control Set-schermen
zijn beschikbaar.
CTL Assign1 (Controller Assign 1)
CTL Assign2 (Controller Assign 2)
QEDíFilter) Cutoff Reso
Common +63 +63
QEDíEG) Attack Decay Sustain Release
Common +63 +63 +63 +63
Toets aangeslagen Toets losgelaten
Attack
Tijd
Release
Tijd
Decay
Tijd
Tijd
Niveau
Sustain
Niveau
Attack
Stelt de overgangstijd in vanaf het moment dat
een toets op het toetsenbord wordt aangeslagen
tot het moment waarop het signaalniveau van de
Layer Part de top bereikt. U kunt deze parameter
ook instellen met de [ATTACK]-knop op het
regelpaneel van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Decay
Stelt de overgangstijd in vanaf het moment dat het
signaalniveau van de Layer Part de top bereikt tot
het moment waarop het niveau vervalt. U kunt
deze parameter ook instellen met de [DECAY]-
knop op het regelpaneel van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Sustain
Stelt het signaalniveau in van de Layer Part dat
aan blijft houden zolang u de toets op het
toetsenbord vasthoudt. U kunt deze parameter
ook instellen met de [SUSTAIN]-knop op het
regelpaneel van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
Release
Stelt de Release Tijd in (de tijd die het volume
van de Layer Part nodig heeft om naar nul uit te
sterven nadat de toets is losgelaten). U kunt deze
parameter ook instellen met de [RELEASE]-knop
op het regelpaneel van de CS6x.
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
N.B.