Operation Manual

149
CTL Bend (Pitch Bend)
U kunt de mate van toonhoogtewijziging instellen die
door het Pitch Bend Wiel wordt bestuurd.
Lower
Stelt de mate van toonhoogtewijziging in
halve tonen in voor het omlaag bewegen van het
wiel. Bij de waarde “-12” wordt de toonhoogte
maximaal één octaaf verlaagt als u het Pitch Bend
Wiel omlaag beweegt.
Instellingen: -48 ~ 0 ~ +24
Upper
Stelt de mate van toonhoogtewijziging in halve
tonen in voor het omhoog bewegen van het wiel.
Bij de waarde “-12” wordt de toonhoogte maxi-
maal één octaaf verhoogt als u het wiel omhoog
beweegt.
Instellingen: -48 ~ 0 ~ +24
CTL Set1 (Control Set 1) t/m
CTL Set4 (Control Set 4)
De controllers en knoppen op het regelpaneel, het
toetsenbord enz. kunnen aan vele functies toegewe-
zen worden. Met Aftertouch kan bijvoorbeeld het
Reverb Sendniveau en de voetschakelaar (indien
aangesloten) kan andere Effect parameters aanstu-
ren. Deze besturingstoewijzingen worden “Control
Sets” genoemd. U kunt maximaal vier verschillende
Control Sets per Clip Kit toewijzen. Er zijn dus vier
schermen, één voor iedere controller: CTL set1 t/m
CTL Set4.
Clip Common Effect
U kunt twee soorten Insertie Effecten, plus twee
Systeem Effecten (Reverb en Chorus) instellen. De
volgende vijf schermen zijn beschikbaar. De para-
meters zijn hetzelfde als de Voice Edit Mode para-
meters. Details zijn te vinden op pag. 88.
EFF InsEF (Insertion Effect)
EFF EF1 (Effect1)
EFF EF2 (Effect2)
EFF Rev (Reverb)
EFF Cho (Chorus)
Clip Key OSC
Hier kunt u de parameters instellen van de Phrase
Clips die deel uitmaken van een Clip Kit. Een Clip
Kit kan uit 73 Clips bestaan, en ieder daarvan kan
binnen het bereik C0 t/m C6 aan een specifieke
toets (Clip Toets) worden toegewezen. In dit Menu
kunt u een Clip aan de verschillende Clip Toetsen
toewijzen en gedetailleerd instellen in de hieronder
getoonde vier schermen.
OSC Asgn (Oscillator Assign)
OSC Out (Oscillator Out)
OSC Pan (Oscillator Pan)
OSC Other (Oscillator Other)
OSC Asgn (Oscillator Toewijzen)
Hier kunt u de Phrase Clips selecteren die aan de
Clip Toetsen in de Clip Kit zijn toegewezen. Selec-
teer met Knop [A] de Clip Toets en vervolgens met
Knop [B] de Phrase Clip. Selecteer met Knop [1] de
Variatie. De Variatie bepaalt de manier waarop een
Phrase Clip wordt afgespeeld. Er kunnen acht
Variaties aan de verschillende Phrase Clips worden
toegewezen. Druk op de [ENTER]-knop in dit
scherm om de Variatie instellingen in te voeren.
CTLíSet1) Src Dest Depth
Common FC(04) amp +63
Deze parameters zijn dezelfde parameters als bij de
Normal Voices (met uitzondering van de ElemSw
parameter, die alleen beschikbaar is bij de Normal
Voices). Zie pag. 84 voor meer informatie over de
Normal Voice parameters.
Zie het Basisgedeelte (pag. 49) voor meer informatie
over toewijzing van een Control Set.
Control Set 1~4
Modulatie Wiel
Knop
enz.
Controller
Set 1
Number (Clipnummer)
Selecteert het Phrase Clip Nummer. De Phrase
Clip Naam wordt rechts van het Phrase Clip
Nummer getoond. De Phrase Clip kan op ver-
schillende manieren worden afgespeeld, afhanke-
lijk van de huidige Variatie instelling.
Instellingen: 000 (off) ~ 256
Als u “off” selecteert, dan zijn er geen Phrase Clips
aan de Clip Toets toegewezen.
Variation (Variatie)
Selecteert het Variatie Nummer. Dit bepaalt de
manier waarop de Phrase Clip wordt afgespeeld.
Instellingen: 1 ~ 8
CTLíPitchBend) Lower Upper
C 1234 -12 +12
OSC Asgn) Number Variation [ENTER]
Key=C 3 001[InitSmpl] 1 to Edit
N.B.
N.B.