Operation Manual

6
Basisgedeelte
De Knoppen en Aansluitingen
Regelpaneel
FOO
VOLU
PHONES INDIVIDUAL OUTPUT
21
OUTPUT
L
/
MONO R
A
/
D INPUT
GAIN
LINE 1MIC
/
LINE 2
OCTAVE
VOLUME
DOWN UP
CUTOFF RESONANCE
AT TACK
12
DECAY
CONTROL
FILTER EFF
EG
SCENE PAN
GATE TIME
ON
/
OFF
ON
/
OFF
HOLD
PORTAMENTO PHR
A
SEQ
ARPEGGIO
CUTOFF RESONANCE
AT TACK
12
DECAY SUSTAIN
CONTROL PAN
RELEASE
REVERB CHORUS
FILTER EFFECT
EG
SCENE PAN
1 [VOLUME]-knop (Pag. 20)
Past het mastervolume aan. Draai de knop naar rechts om het signaalniveau van de
OUTPUTL/R-aansluitingen en de PHONES-aansluiting te verhogen.
2 OCTAVE [UP]- en [DOWN]-knoppen (Pag. 28) (alleen op de CS6x)
Druk op één van beide knoppen om het nootbereik van het toetsenbord in octaven te
transponeren. Druk beiden tegelijk in om terug te keren naar het standaardbereik (0).
3 PITCH bend wiel (Pag. 47) (alleen op de CS6x)
Bestuurt pitch bend. U kunt ook andere parameterfuncties aan deze controller
toewijzen.
4
MODULATIE wiel (Pag. 47) (alleen op de CS6x)
Bestuurt modulatie. U kunt ook andere parameterfuncties aan deze controller
toewijzen.
5 Ribbon Controller (Pag. 48) (alleen op de CS6x )
Raak, om onafgebroken (zgn. continuous control) een specifieke parameterwaarde te
wijzigen, de controller aan en beweeg uw vinger horizontaal over het oppervlak. U kunt ook
andere parameterfuncties aan deze controller toewijzen.
6-1 FILTER-knoppen (Pag. 40)
Deze twee knoppen wijzigen de klank van het geluid dynamisch en in realtime.
6-6 [PAN]-knop (Pag. 59)
Pas met deze knop de stereo panpositie aan van het huidige geluid (d.w.z. de positie van
het geluid in het stereobeeld).
6-2 EFFECT-knoppen (Pag. 40)
Deze knoppen regelen respectievelijk de sterkte (send niveau) van de Reverb en Chorus
Effecten.
6-3 EG-knoppen (Pag. 40)
Deze vier knoppen besturen variaties in toonhoogte, klank en volume.
6-4 PORTAMENTO-knoppen (Pag. 59)
Dit gedeelte bevat een PORTAMENTO [ON/OFF]-knop en een knop om Portamento Tijd
mee te wijzigen. Als Portamento aanstaat, glijdt de eerste noot soepel over in de volgende
noot. Met de Portamento Tijd parameter wijzigt de snelheid van de overgang.
6-5 SCENE-knoppen (Pag. 46)
Met het indrukken van SCENE-knop [1] of [2] roept u de opgeslagen knopinstellingen op.
De LED van de knop van de huidige Scene brandt. Met de [CONTROL]-knop kan een
soepele overgang tussen de twee Scenes worden gecreëerd. U kunt ook het Modulatie
Wiel of een voetpedaal instellen als SCENE [CONTROL]-knop (pag. 46).
6-1 6-2
6-3
6-4
6-5 6-6 6-7
CS6x