Operation Manual

62
• QED (Common Quick Edit)
Deze parameters besturen voornamelijk het volume
en de klankkleur van de Voice en u kunt er gemak-
kelijk het algehele geluid mee wijzigen. Veel van
deze parameters kunnen direct worden ingesteld
met de Sound Controlknoppen op het regelpaneel
van de CS6x.
• ARP (Common Arpeggio)
Door deze parameters in te stellen, kunt u bepalen
op welke manier de Voice door de arpeggiator
wordt afgespeeld. Details over het gebruik van de
Arpeggiator zijn te vinden op pag. 42.
• CTL (Common Controller)
U kunt verschillende functies aan de controllers op
het regel/achterpaneel toewijzen. U kunt bijvoor-
beeld parameters aan het Pitch Bend Wiel en aan
een voetpedaal toewijzen, zodat u de klankkleur
van de Voice in realtime kunt wijzigen. Details over
de verschillende gebruiken hiervan zijn te vinden
op pag. 47.
• LFO (Common Low Frequency Oscillator)
Dit zijn de LFO parameters. De LFO gebruikt een
lage frequentie golfvorm om de pitch/filter/
amplitude karakteristieken te variëren, en kan
worden gebruikt om vibrato, wah, tremelo en
andere effecten te creëren (pag. 85).
• EFF (Common Effect)
Dit zijn de Effect parameters van de Voice. Er zijn
twee Insertie Effecten plus twee Systeem Effecten
(Reverb en Chorus) beschikbaar.
4 OSC (Oscillator Schermen)
In deze schermen kunt u voornamelijk de parame-
ters instellen die de golfvormen besturen waarop de
Voice is gebaseerd. U kunt de Wave selecteren die
voor het Element wordt gebruikt, het volume en het
nootbereik van ieder Element, enzovoorts.
• OSC Wave
Selecteert de golfvorm (Wave) die in de verschil-
lende Elementen worden gebruikt.
• OSC Out
• OSC Pan
Stelt het volume (signaalniveau) en stereo pan-
positie in van de verschillende Elementen. De
volgende illustratie toont de werking hiervan.
•OSC Limit
Stelt het nootbereik in van de verschillende Elemen-
ten (de reeks toetsen op het toetsenbord waarin het
Element klinkt) en tevens de het aanslag-
gevoeligheidsbereik waarin het Element klinkt. U
kunt verschillende instellingen per Element toewij-
zen. U kunt met deze parameters de Elementen
stapelen en hun signaalniveau besturen.
U kunt bijvoorbeeld één Element instellen dat klinkt
in het rechtergedeelte van het toetsenbord (upper),
en u kunt een ander Element instellen dat klinkt in
het linkergedeelte van het toetsenbord (lower). Zo
kunt u dus zelfs met dezelfde Voice twee verschil-
lende geluiden op verschillende delen van het
toetsenbord produceren of u kunt de twee Element-
bereiken laten overlappen zodat de geluiden
binnen een bepaald bereik worden gestapeld.
Verder kunt u de verschillende Elementen zo
instellen dat ze op andere aanslaggevoeligheids-
bereiken reageren, zodat één Element klinkt bij
lagere aanslaggevoeligheden, en een ander Element
klinkt bij hogere aanslaggevoeligheden.
QEDíLevel) Vol Pan RevSend ChoSend
C 1234 127 C 127 127
ARPíType) Type Tempo Switch Hold
C 1234 Up&Down1:Sq 120 on on
CTLíSet1) Src Dest EL Sw Depth
C 1234 FC(04) RevTime:EF1 1234 +63
LFOíWave) Wave^ Speed KeyReset Phase
C 1234 trpzd 63 on 270
EFFíInsEF) InsEF Connect
C 1234 1=2
OSCíOut) Level Delay InsEF
EL1234 96 0 ins2
OSCíPan) Pan Alter Random Scale
EL1234 C L64 63 +63
Mengpaneel
Elementen
Niveau
Pan (Stereo)
1 2 3 4
OSCíWAVE) Number Ctgry
EL1234 001[Pf:Grand 1 ]