Operation Manual

88
Dest (Bestemming)
Stelt de parameters in die worden bestuurd
(gemoduleerd) door de LFO Wave.
Instellingen:
ElemSw (Elementschakelaar)
Instellingen: Elementen 1 - 4 aan (“1” t/m “4” wordt in de
display getoond) of uit (“-” wordt in de
display getoond)
Depth (sterkte)
Stelt de LFO Wave Depth (amplitude) in.
Instellingen: 0 ~ 127
Common Effect
U kunt twee soorten Insertie Effecten instellen, plus
twee Systeem Effecten (Reverb en Chorus). De
volgende vijf schermen zijn beschikbaar.
EFF InsEF (Insertion Effect)
EFF EF1 (Insertion Effect 1)
EFF EF2 (Insertion Effect 2)
EFF Rev (Reverb)
EFF Cho (Chorus)
EFF InsEF (Insertie Effect)
InsEF Connect (Insertie Effect Connect)
Signaalbaan symbolen
Instellingen: 1=2 (parallel), 1>2 (Insertie Effect 1 naar 2), 2>1
(Insertie Effect 2 naar 1)
EFF EF1/2 (Insertie Effect 1/2)
Hier kunt u Effect Categorie van het Insertie Effect
1/2 selecteren met de Ctgry parameter en het Effect
Type met de Type parameter. Na selectie van het
Effect Type, kunt u de parameter ervan instellen
door op de [ENTER]-knop te drukken.
Ctgry (Effect Categorie)
Stelt de Categorie van het Effect in. Selecteer een
gewenste Categorie en druk op de [ENTER]-knop.
Het eerste Effect Type in die Categorie wordt
automatisch opgeroepen.
Instellingen: Details zijn te vinden in de Effect Type-lijst
van de aparte Datalijst.
Type (Effect Type)
Stelt het soort Effect in. Terwijl de Categorie
indicator in de display knippert, kunt u op de
[ENTER]-knop drukken om het eerste Effect Type
in die Categorie op te roepen.
Instellingen: Details zijn te vinden in de Effect Type-lijst
in de aparte Datalijst.
Dry/Wet
Stelt het mixniveau in van het “wet” (bewerkte)
geluid (dat door de Effect units is gegaan) en het
“dry” geluid (dat niet door de Effect Units is
gegaan). Afhankelijk van het geselecteerde Effect
Type kan het voorkomen dat deze parameter niet
beschikbaar is.
Instellingen: D63>W ~ D=W ~ D<W63
Effect Parameterinstellingen
Deze parameters zijn in bepaalde Effectsoorten
beschikbaar als u op de [ENTER]-knop drukt.
Schakel met de [PAGE]-knop heen en weer tussen de
schermen en stel iedere parameter in met de andere
knoppen en de [INC/YES]- en [DEC/NO]-knop.
Als u op de [EXIT]-knop drukt, dan keert u terug
naar het Effect Type selectiescherm.
Het aantal parameters en de inhoud van de verschil-
lende schermen varieert afhankelijk van het geselec-
teerde Effect Type. Details zijn te vinden in de Effect
Typelijst van de aparte Datalijst.
EFFíInsEF) InsEF Connect
C 1234 1=2
1=2 (parallel)
12 (serial)
21 (serial)
EXIT ENTER
SHIFT PAGE
PART
/
ELEMENT
DATAABC1 2
EFFíEF2) TimeL TimeR TimeC Dry/Wet
DelayLCR 333.3m 166.7m 500.0m D<W63
EFFíEF2) Ctgry Type Dry/Wet [ENTER]
C 123- DLY:DelayLCR D<W63 to Edit
Effect Type selectiescherm
Parameter instellingsscherm
AMD, PMD, FMD, RESO (Resonantie), PAN,
ELFOSpd (Element LFO Snelheid)
N.B.
Hiermee bepaalt u welke Elementen door de LFO
Wave worden beïnvloedt. Verplaats de cursor (die
knippert) met Knop [1] en zet met de [DATA]-
knop of de [INC/YES]- en [DEC/NO]-knoppen de
LFO Wave variaties van Elementen 1 t/m 4 aan of
uit. De nummers van geactiveerde Elementen
worden getoond.
Bepaal hiermee hoe u de Insertie Effecten 1 en 2
op elkaar aan wilt sluiten. Als u deze instelling
wijzigt, wijzigt tevens het symbool dat de signaal-
baan weergeeft (links van de instelling), om de
nieuwe signaalbaan aan te geven.
EFFíEF2) Ctgry Type Dry/Wet [ENTER]
C 123- DLY:DelayLCR D<W63 to Edit