Operation Manual

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
DAU13433
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10862
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsys-
teem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onder-
houdswerkzaamheden uit te voe-
ren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10701
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13453
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende 2-takt injectiesme-
ring aanwezig is in het oliereservoir. Vul in-
dien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.
LET OP
DCA16670
Controleer of de dop op het reservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is
aangebracht.
Aanbevolen olie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
1.10 L (1.16 US qt, 0.97 Imp.qt)
U2B6D1D0.book Page 8 Wednesday, November 7, 2012 2:30 PM