NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING
VOORZORGSMAATREGELEN LEES ALLES ZORGVULDING DOOR VOOR U VERDER GAAT * Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later. WAARSCHUWING Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van electrische schokken, kortsluiting, schade of andere gevaren.
Gefeliciteerd met uw de aanschaf van de Yamaha DJX! U bezit nu een draagbaar toetsenbord met vele geavanceerde functies bevat, een fantastisch geluid en die buitengewoon gemakkelijk is in het gebruik. Deze kenmerken maken dit instrument een uitzonderlijk expressief en veelzijdig instrument. Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van de verschillende kenmerken bij het bespelen van uw nieuwe DJX .
Inhoud PANEELKNOPPEN EN AANSLUITINGEN 6 • Frontpaneel .................................. 6 • Achterpaneel ................................ 7 OPSTELLEN 8 ÀÀÀÀÀ @@@@@ ,,,,, STROOMVOORZIENING ..................... 8 HET INSTRUMENT AANZETTEN .......... 8 ACCESSOIRES JACKS ........................... 9 Snelle Gids 10 SONG AFSPELEN — DE SONG MODE DIGITAL SAMPLING 40 SELECTEER EEN SONG EN SPEEL DEZE AF .. 40 HET BPM WIJZIGEN (TEMPO) ............ 41 OVER HET BEAT DISPLAY ...................
PANEELKNOPPEN EN AANSLUITINGEN Frontpanel 8 VOICE STYLE MEASURE 9 000DDDJX 2 0 ! 1 MASTER VOLUME dial 2 3 5 6 7 8 9 3 ( 0 BWD velocity FWD & * ) q e Dit bepaalt het algemene volume van de DJX. Deze twee knoppen worden gebruikt voor de Digital Sampling functies. (Zie pagina 69.) 2 OVERALL, DEMO START knoppen (▲, ▼, +, -) 9 Knoppen — CUTOFF, RESONANCE, Hiermee selecteert u een aantal algemene functies en stelt hun waarden in. (Zie pagina 22.
PANEL CONTROLS AND TERMINALS % LEAD IN/LEAD OUT knop ( ARPEGGIATOR knop Dit wordt gebruikt, als de Stijl mode is geselecteerd, om de Lead In en Lead Out functies te bedienen. (Zie pagina’s 46, 47.) Dit zet het Arpeggiator effect aan en uit. (Zie pagina 37.) ^ BEAT A/B (BREAK OUT) knoppen Dit zet het Reverb effect aan en uit. (Zie pagina 34.) ) REVERB knop Deze worden gebruikt, als de Stijl mode is geselecteerd, om het pattern gedeelte te wijzigen en de Break Out functies te bedienen. (Zie pagina 48.
OPSTELLEN In dit gedeelte vind u informatie over het opstellen van uw DJX. Lees dit gedeelte zorgvuldig door alvorens het instrument te gebruiken. STROOMVOORZIENING Alhoewel de DJX werkt op een los verkrijgbare AC adaptor of batterijen, raadt Yamaha het gebruik van een AC adaptor aan. Volg de hieronderstaande instructies over de stroomvoorziening die u wilt gebruiken. BATTERIES 1.5V x 6 PAS OP Onderbreek nooit de stroomvoorziening (b.v.
OPSTELLEN ACCESSORY JACKS ■ Het gebruiken van een hoofdtelefoon Om privé te oefenen en te spelen zonder anderen te storen, kunt u een hoofdtelefoon aansluiten op het achterpaneel in de PHONES/AUX OUT jack. De ingebouwde luidsprekers worden onmiddellijk losgekoppeld zodra u de plug van de hoofdtelefoon in de jack steekt.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ e l l e Sn s Gid Behalve als u van handleiding lezen houd, wilt u nu waarschijnlijk zo snel mogelijk op uw nieuwe DJX spelen.
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ VOICE STYLE MEASURE 000DDDJX 001 142 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest Laat ze weer DropParts Partsweg, out, stop fly Parts in! terug! 7 Met de PART ON/OFF toetsen bent u de baas over de mix. Controleer de naam van Part (instrument) onder iedere toets, en druk hem in om het Part aan en uit te zetten.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 2 Het Toetsenbord Gebruiken Het Het Multi-functionele Multi-functionele Toetsenbord Toetsenbord van van de de DJX DJX Gebruiken Gebruiken Het Toetsenbord van de DJX is erg verschillend (en krachtiger!) van welke dan ook u ooit heeft gezien. Laten we eens een kijkje nemen...
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 2 Het Toetsenbord Gebruiken Meer toetsenbord instellingen Er zijn ook andere Toetsenbord instellingen beschikbaar, afhankelijk van de on/off instelling van Part Control en Pattern Control. (U kunt deze aan en uit zetten met de PART CONTROL en PATTERN CONTROL knoppen.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 3 Demo Song/Voice/Style Alle Alle drie drie de de songs songs afspelen afspelen De DJX bevat drie Demo’s die de authentieke en dynamische patterns van het instrument demonstreren. z Druk tegelijkertijd beide OVERALL ▲/▼ knoppen in. x Stop de song.
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Demo Song/Voice/Style Stap 3 zx 000DDDJX VOICE STYLE MEASURE 001 142 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 DEMO START BWD 4 velocity FWD 1z x 2 3 Een Een stijl stijl selecteren selecteren De PortaTone bevat 100 verschillende stijlen in een aantal muziek genres.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 4 Digital Sampling Doe Doe mee mee met metde desampling samplingrevolutie! revolutie! Ja, Digital Sampling is in uw nieuwe DJX ingebouwd — en het is echt makkelijk te gebruiken. Probeer het uit! z Stel de DJX in voor sampling. Sluit op één van twee manieren aan zoals hieronder wordt getoond.
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 4 Digital Sampling c VOICE STYLE x, MEASURE 000DDDJX 001 142 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest DEMO START 3 0 BWD velocity FWD b 100Sampling m Speel de sample vanaf het toetsenbord. Sla diverse toetsen aan en houdt deze vast om uw nieuwe sample te horen.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Stap 5 Functie Parameters Functie Functie parameters parameters gebruiken gebruiken De Functie parameters van de DJX bevatten een aantal instellingen. Deze bieden een nauwkeurige bediening van veel opties in de DJX. U kunt ze zo gebruiken: z Druk op de FUNCTION knop.
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Functie Parameters Stap 5 Functie Parameters Lijst Functie pag. Functie pag. F01 M.Volume Main Voice Volume 27 F32 RevType Reverb Type 38 F02 M.Octave Main Voice Octave 27 F33 Chorus Chorus On/Off 38 F03 M.Pan 27 F34 ChoType Chorus Type 38 F04 M.
EEEEE ÅÅÅÅÅ BBBBB ÂÂÂÂÂ AAAA @@@@@ DDDD CCCCC ÁÁÁÁ ÀÀÀÀÀ ÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ,,,,, HHHHH ÈÈÈÈÈ GGGG FFFFF ÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ Step 6 Toewijzing van een Aantal Bedieningen aan de ASSIGN ASSIGN ASSIGN Knop Knop en en RIBBON RIBBON CONTROLLER CONTROLLER — — De Toewijzing Wijzigen De Toewijzing Wijzigen z Druk de OVERALL ▲ of ▼ knop herhaaldelijk x Wijzig de toewijzing voor de geselec- totdat de donkere balk aan de linkerkant van de di
AAAAA ÁÁÁÁÁ @@@@@ EEEE DDDDD CCCCC BBBB ÀÀÀÀÀ ÅÅÅÅ ÄÄÄÄÄ ÃÃÃÃÃ ÂÂÂÂ ,,,,, HHHH GGGGG FFFFF ÈÈÈÈ ÇÇÇÇÇ ÆÆÆÆÆ N Knob, RIBBON CONTROLLER en Voetpedaal Voetpedaal De Toewijzing Toewijzing Wijzigen Wijzigen Voetpedaal Bediening Bediening — - De De DJX bevat een voetpedaal optie waarmee een aantal functies en handelingen bediend kunnen worden.
PANEEL DISPLAY INDICATIES De DJX bevat een grote multi-functioneel display waarin u alle belangrijke instellingen van het instrument kunt zien. Het gedeelte hieronder legt in het kort de diverse iconen en indicators in de display uit .
PANEEL DISPLAY INDICATIES 5 Tel indicators 8 Ikoon window Deze donkere balken (één grote, drie kliene) knipperen beurelings en op maat met de song of style. De grote balk geeft de eerste tel van de maat aan. (Zei pagina 42.) Afhankelijk van de mode of functie die geselcteerd is, geeft dit een aantal symbolen (ikonen) weer en andere berichten om een handig, in één oogopslag informatie over de toestand van de DJX weer.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE De Voice mode bevat 270 authentieke voices (inclusief 128 General MIDI voices), plus 15 speciale drum kits — deze zijn allemaal gemaakt met de Yamaha AWM (Advanced Wave Memory) toongenerator. De Voice mode bevat vele krachtige en veelzijdige hulpmiddelen om deze voices te bespelen en te verrijken. De voices zijn onderverdeeld in een aantal instumenten categoriëen, die staan voor het gemak afgebeeld op het paneel.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE EEN VOICE BESPELEN — MAIN VOICE 1 Selecteer de Voice mode. Druk op de VOICE knop. Geeft aan dat de Voice mode is geselecteerd. VOICE STYLE 2 000DDDJX Selecteer het gewenste voice number met het numerieke toetsenbord. De basis categoriëen van voices met hun nummers worden getoond aan de rechterkant van het paneel. Een complete lijst van de beschikbare voices staat op pagina 104.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE N.B. De VOICE knop gebruiken Druk op de VOICE knop om het volgende voice nummer te selecteren. (Dit functioneert precies hetzelfde als de + knop.) 3 Iedere voice wordt automatisch opgeroepen met de meest geschikte oktaafbereikinstelling. Dus als u de midden C speelt met één voice kan deze hoger of lager klinken als wanneer u een andere voice op dezelfde toets bespeelt. Bespeel de geselecteerde voice. Herhaal, om naar een andere voice te wijzigen, stap 2 hierboven.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE Functie Parameters — Main Voice De Functie parameters bevatten belangrijke instellingen van de Main voice. Deze instellingen zijn bijzonder bruikbaar als u een tweede voice gebruikt in de Dual of Split mode, omdat u met deze functie het geluid van de Main voice kunt wijzigen of verrijken, los van de Dual of Split voice. Deze instellingen bevatten: • Volume • Octave • Pan • Reverb Send Level • Chorus Send Level • DSP Effect Send Level N.B.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE TRANSPONEREN EN STEMMEN U kunt ook de stemming en de transpositie (toonhoogte) van de gehele geluid van de DJX wijzigen met de Transpose en Tuning functies. Transpose (Transponeren) N.B. De Transpositie- en stemmingsinstellingen hebben geen effect op de Drum Kit voices (#141 #155). Het transponeren bepaalt de toonhoogte van zowel de hoofdvoice als de bass/ akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de toonhoogte van de songs en de Multi Pads.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE Stemmen Het stemmen bepaalt de fijne toonhoogte instelling van zowel de hoofdvoice als de bass/akkoordbegeleiding van de geselecteerde stijl. Het bepaalt ook de toonhoogte van de songs en de Multi Pads. Hiermee kunt u nauwkeurig de stemming afstemmen op andere instrumenten. De Tuning instellingen kunnen aangepast worden binnen een bereik van ± 100 (ongeveer 1halve toon). 1 Selecteer de Tuning functie in het Overall menu.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE 2 Selecteer de gewenste Dual voice en maak andere instellingen voor de voice (indien gewenst) in de functie mode. Selecteer en wijzig de Functie parameters: Druk de FUNCTION knop en selecteer vervolgens met het numerieke toetsenbord het parameternummer. Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord of met de +/- knoppen de instelling. (Zie, voor details, pagina 18.) BELANGRIJK 3 De functie mode verlaten.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE TWEE TWEE VOICES VOICES BESPELEN BESPELEN — — SPLIT SPLIT VOICE VOICE In de Split Voice mode kunt u twee verschillende Voices aan tegenovergestelde gedeelten van het toetsenbord toewijzen en met uw linkerhand één voice bespelen terwijl u met uw rechterhand een andere voice bespeelt. Zo kunt u bijvoorbeeld de bass met uw linkerhand bespelen en de piano met de rechter.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE Functie Parameters — Split Voice De Functie parameters bevatten alle instellingen van de Dual voice. Net als de overeenkomstige instellingen in de Main Voice mode, kunt u met deze instellingen het geluid van de Dual voice apart van de Main voice wijzigen of verrijken. Deze instellingen bevatten: • Volume • Oktaaf • Pan • Reverb Send Level • Chorus Send Level • DSP Effect Send Level • Split Voice • Split On/Off • Split Point Function Parameters Nr.
VOICES BESPELEN — DE VOICE MODE AANVULLENDE AANVULLENDE VOICE VOICE FUNCTIES FUNCTIES — — VOICE VOICE SET, SET, TOUCH TOUCH SENSITIVITY EN PITCH BEND RANGE SENSITIVITY EN PITCH BEND RANGE Voice Set, Touch Sensitivity en Pitch Bend Range zijn drie belangrijke voice gerelateerde parameters en bevinden zich in de Functie parameters.
EFFECTEN De PortaTone bevat een groot aantal effecten die het geluid van de voices kunnen verrijken. Er zijn vier algemene categoriëen effecten aanwezig — Reverb, Chorus, DSP en Arpeggiator — en elke categorie bevat vele effecten om uit te kiezen. Toepassing van de effecten is buitengewoon flexibel. Alle vier de effecten kunnen tegelijkertijd gebruikt worden en de mate van de Reverb, Chorus en DSP effecten kunnen individueel voor elke voice: Main, Dual en Split worden gewijzigd. 1 Zet het effect aan.
EFFECT EN 3 Stel het Reverb Send Level van de voice(s) in. De Main, Dual en Split voices kunnen ieder apart op een bepaalde hoeveelheid reverb worden gezet. Doe dit met de de corresponderende Reverb Send Level parameters in de Functie mode (Main: #04, Dual: #14, Split: #24). (Zie pagina’s 27, 30, 32.) 4 N.B. Als het Reverb Send Level op of bijna op “000” wordt gezet, dan hoort u het Reverb effect niet. De Functie mode verlaten.
EFFECTEN DSP DSP Het DSP effect gedeelte bevat vele reverb en chorus effecten, en een overvloed aan andere bruikbare dynamische effecten voor het wijzigen en verrijken van de voices. Deze effecten bevatten o.a. reverse gate reverb, phaser, rotary speaker, tremolo, echo, delay, distortion, equalization en wah. Totaal 33 DSP type’s zijn beschikbaar. 1 Zet het DSP effect (#35) aan en stel het Chorus Type (#36) in de Function mode in.
EFFECTEN ARPEGGIATOR ARPEGGIATOR Met het Arpeggiator effect kunt u automatisch een aantal patterns en arpeggios in de Main voice creëeren, hou hiervoor één of meer toetsen in het SPEEL gedeelte van het toetsenbord vast. Totaal zestien verschillende Arpeggiator typen zijn beschikbaar. De snelheid van de Arpeggiator hangt af van de BPM instelling (pagina 41).
EFFECTEN Functie Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instellingen Omschrijving F31 Reverb On/Off Reverb on, off Dit zet het Reverb effect aan/uit. (Dit is de zelfde functie als dat van de REVERB knop. Het kan ook bediend worden met een aangelsoten voetschakelaar; zie pagina 21.) F32 Reverb Type RevType (See “Reverb Type” list below.) (Zie “Reverb Type” lijst hieronder.) F33 Chorus On/Off Chorus on, off Dit zet het Chorus effect aan/uit.
EFFECTEN Reverb Typen Nr. Reverb Type 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Hall 1 Hall 2 Room 1 Room 2 Stage 1 Stage 2 Plate 1 Plate 2 Off Chorus Typen Display Naam Omschrijving Hall1 Hall2 Room1 Room2 Stage1 Stage2 Plate1 Plate2 Off Concertzaal reverb. Nr. Chorus Type Kleine kamer reverb. Display Naam Omschrijving 1 2 3 4 Chorus 1 Chorus 2 Flanger 1 Flanger 2 Chorus1 Chorus2 Flanger1 Flanger2 Conventioneel chorus programma met een rijke, warme chorus.
SONG AFSPELEN— DE SONG MODE De Song mode bevat zes songs — drie demo’s, gecreëerd om de rijke en dynamische geluiden van de DJX te demonstreren, en drie User (gebruikers) songs waarin u uw eigen spel kunt opnemen. De demo’s zijn hoofdzakelijk voor uw plezier; alhoewel u ook kunt meespelen op het toetsenbord. De User songs zijn “leeg” en kunnen niet afgespeeld worden tot er iets in wordt opgenomen. (Voor instructies voor het opnemen van uw eigen songs, zie pagina 80.
SONG AFSPELEN — DE SONG MODE 2 Selecteer het gewenste song nummer met het numerieke toetsenbord. Songnummers kunnen op dezelfde manier geselecteerd worden als de voices (zie pagina 25). Selecteer met het numerieke toetsenbord direct het songnummer, loop met de +/- knoppen omhoog en omlaag door de songs, of druk op de SONG knop om door de song nummers te lopen. 3 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD velocity FWD Start de geselecteerde song. Druk op de START/STOP knop.
SONG AFSPELEN — DE SONG MODE 2 Wijzig de waarde. Verhoog of verlaag de BMP waarde met de OVERALL +/- knoppen. Houdt u één van de knoppen ingedrukt dan verhoogt of verlaagt de waarde continue. Verhoogd de BPM waarde DEMO START Verlaagt de BPM waarde De Standaard BMP Waarde Opnieuw Oproepen. Iedere song en stijl is voorzien van een standaard BPM waarde.
SONG AFSPELEN — DE SONG MODE HET HET SONG SONG VOLUME VOLUME WIJZIGEN WIJZIGEN Het volume van het afspelen kan worden gewijzigd. Deze volume parameter heeft alleen invloed op de song volume. Het volume bereik loopt van 000 - 127. 1 Het Song volume selecteren in het Overall menu. Druk één van de OVERALL ▲/▼ knoppen, herhaaldelijk indien nodig, in totdat er “SongVol” in de display verschijnt.
PATTERNS — DE STYLE MODE De Stijl mode bevat een overvloed aan opwindende, dynamische patterns — inclusief ritme, beats en instrumentale gedeelten — praktisch het gehele spectrum van dance en moderne muziek! Er zijn totaal 100 verschillende stijlen beschikbaar, in een aantal dance muziek genres. Iedere stijl bestaat uit aparte “gedeelten” — Lead In, Beat A en B (met Break Outs) en Lead Out — hierdoor kunt u verschillende gedeelten oproepen als u speelt.
PATTERNS — DE STYLE MODE 2 Selecteer het gewenste stijl nummer met het numerieke toetsenbord. De basis categorieën van stijlen en hun nummers worden getoond aan de linkerkant van het paneel. Een complete lijst van de beschikbare stijlen is gegeven op pagina 111. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 rest 3 0 BWD velocity FWD Stijlnummers kunnen geselecteerd worden op dezelfde manier als de voices (zie pagina 25).
PATTERNS — DE STYLE MODE Sync-Start Gebruiken De DJX bevat ook een Sync-Start functie waarmee u de pattern kunt starten door een toets aan te slaan op het toetsenbord. Druk, om Sync-Start te gebruiken, eerst op de SYNC-START knop (de tel balken onder de naam knipperen allemaal om aan te geven dat de SyncStart stand-by is) en sla vervolgens een willekeurige toets aan op het toetsenbord in het PATTERN gedeelte. N.B. Sync-Start Wordt automatisch op stand-by ingestelt als: * De DJX aanstaat.
PATTERNS — DE STYLE MODE Over het Tel Display De donkere balken onder de stijlnaam in de display knipperen op tijd met het huidige tempo tijdens het afspelen (of Sync-Start standby) van de pattern. De knipperende balken bieden een visuele indicatie van tempo en maatsoort van de pattern. (Zie, voor meer informatie, pagina 42.) 5 Stop de pattern. U kunt dit op twee manieren doen: Druk op de START/STOP knop De pattern stopt gelijk met spelen.
PATTERNS — DE STYLE MODE PATTERN PATTERN GEDEELTEN GEDEELTEN (BEAT (BEAT A, A, BEAT BEAT B B EN EN BREAK BREAK OUTS) OUTS) Terwijl de pattern speelt kunt u variatie toevoegen door op één van de BEAT A/B (BREAK OUT) knoppen te drukken. Dit speelt automatisch één van de vier Break Out gedeelten, en vloeit een beetje over in het volgende gedeelte — zelfs als het hetzelfde gedeelte is. Deze functie kan ook bediend worden door een aangesloten voetschakelaar. (Zie pagina 21.) N.B.
PATTERNS — DE STYLE MODE HET HET PATTERN PATTERN VOLUME VOLUME WIJZIGEN WIJZIGEN Het afspeelvolume van de pattern kan gewijzigd worden. Het wijzigen van het volume beïnvloedt alleen het pattern volume. Het volumebereik loopt van 000 - 127. 1 Selecteer de Pattern Volume functie in het Overall menu. Druk op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen, herhaaldelijk indien nodig, totdat er “PtrnVol” in de display verschijnt.
PATTERNS — THE STYLE MODE FINGERING FINGERING Als Pattern Control aan staat (page 45), creëert de DJX automatisch de begeleiding tracks — drums, percussie, bass, akkoorden, hits en andere frases — en wijzigen de akkoorden van de begeleiding gelijk met u mee. Alles wat u hoeft te doen is enkele tonen of akkoorden in het PATTERN gedeelte van het toetsenbord te spelen — en de DJX volgt u! N.B.
PATTERNS — DE STYLE MODE Akkoordnaam (afkorting) Normale vingerzetting Majeur 1-3-5 none sext Akkoord Display C C 1-2-3-5 C(9) C(9) 1 - (3) - 5 - 6 C6 C6 sext met toegevoegde none 1 - 2 - 3 - (5) - 6 C6(9) C6(9) majeur septime 1 - 3 - (5) - 7 of CM7 CM7 1 - (3) - 5 - 7 majeur none 1 - 2 - 3 - (5) - 7 CM7(9) CM7(9) majeur overmatig undecime 1 - 2 - 3 - #4 - (5) - 7 of CM7#11 CM7#11 C(b5) C(b5) N.B. • Tonen in pauze kunne worden weggelaten.
PATTERNS — DE STYLE MODE BEAT BEAT REVERSE REVERSE De DJX bevat ook een speciale Beat Reverse knop, hierdoor kunt u de pattern beëindigen met stotterende ritmische effecten en ongebruikelijke syncopen. Drukt u op de toets dan reset automatisch de pattern naar het begin van de maat (eerste tel). 1 Selecteer een stijl en start de pattern. Doe dit op de normale manier. (Heeft u een verfrissende cursus nodig? Zie pag. 44.) 2 Zet de Part Control aan (als deze al niet aanstaat).
PATTERNS — THE STYLE MODE 1 Selecteer een stijl en start de pattern. Doe dit op de normale manier. (Heeft u een verfrissende cursus nodig? Zie pagina’s 44-46.) 2 Zet Part Control aan (als deze al niet aanstaat). MEASURE N.B. Iedere keer dat Part Control wordt aan- en uitgezet worden de PART ON/OFF toetsen gereset in de standaard instellingen (alle Parts aan). Druk op de PART CONTROL knop. 001 142 Geeft aan dat Part Control aanstaat.
PATTERNS — THE STYLE MODE HET HET PATTERN PATTERN SPLITPUNT SPLITPUNT INSTELLEN INSTELLEN Het begeleidingssplitpunt bepaalt de hoogste toets van het pattern gedeelte. De pattern wordt gespeeld met de toetsen tot en met de Splitpunt toets. Deze parameter kan lager (maar niet hoger) worden ingesteld dan de Split Punt in de Split mode.
PATTERNS — THE STYLE MODE Functie Parameter — Pattern Splitpunt Selecteer het Pattern Split Punt en wijzig deze: Druk op de FUNCTION knop en selecteer vervolgens met het nummerieke toetsenbord het parameter nummer 51. Wijzig, nadat “FUNCTION” stopt met knipperen, met het numerieke toetsenbord of met de +/- knoppen de instelling. (Zie, voor details, pagina 18.) De waarde kan ook direct in worden ingesteld door de gewenste toets aan te slaan terwijl de parameter is geselecteerd.
PERFORMANCE SETUP Performance Setup is een krachtig en handig Stijl mode functie waarmee u direct feitelijk alle instellingen van de DJX opnieuw kunt configureren — Met de druk op één enkele toets. Twee typen van performance Setups zijn beschikbaar: User en Preset. PERFORMANCE PERFORMANCE SETUP SETUP — — USER USER Vier Userbanken met elk vier verschillende instellingen — een totaal van zestien — zijn beschikbaar voor uw zelf gemaakte instellingen.
PERFORMANCE SETUP 4 Selecteer het gewenste User nummer. Druk op de corresponderende USER PERFORMANCE SETUP knop (1 4). Hiermee neemt u de instelling in de geselecteerde knop op. MEASURE 5 001 142 Verschijnt kort om aan te geven dat de instellingen zijn opgeslagen in de Performance Setup User knop 1. De Record mode verlaten. Druk op de RECORD knop.
PERFORMANCE SETUP PERFORMANCE PERFORMANCE SETUP SETUP — — PRESET PRESET Vooraf ingestelde Spel Instellingen worden een beetje anders gebruikt dat de Gebruikersinstellingen. De vooraf ingestelde A en B instellingen zijn speciaal in de fabriek geprogrammeerd om bij de geselecteerde stijl te passen. Dit betekent dat u een stijl kunt selecteren die u maar wilt, en vervolgens een voorinstelling selecteren die de best passende voice, effect en andere instellingen voor die stijl heeft.
DE KNOPPEN De Bedieningsknoppen van de DJX bieden een enorme expressieve controle over een aantal delen van het geluid. U kunt met de knoppen een “draai” aan het geluid of één van de voices (Main, Dual, of Split) geven als u speelt. Of u kan de knoppen gebruiken om het geluid van de individuele delen van de pattern te wijzigen — rechtstreeks als de pattern speelt! DE DE KNOPPEN KNOPPEN GEBRUIKEN GEBRUIKEN 1 Zet Part Control aan. (Druk op de PART CONTROL knop.) 2 Selecteer het Part dat u wilt bedienen.
DE KNOPPEN 2 Selecteer het Part dat u wilt wijzigen. Druk op één van de PART SELECT toetsen aan het begin van het toetsenbord (C#1 - B1). Iedere toets correspondeert met een andere voice of part van de pattern — hierdoor kunt u de individuele instrument geluiden selecteren die u met de knoppen wilt “be-draaien”.
THE KNOBS 4 Draai de knoppen om het geluid te wijzigen. Draai aan de gewenste knop naar links voor het minimum (of negatief) effect en naar rechts voor een maximum (of positief) effect. Iedere knop bevat een palletje in het midden voor de “0” of “12 klok positie, dit maakt het makkelijk om de nul in te stellen. Minimum Maximum 0 Hier staat wat ieder knop doet: CUTOFF Draait u aan deze knop creëert u een wah-wah en “swooshing” filter sweep effect in het geselecteerde Part of voice.
THE KNOBS Over CUTOFF en RESONANCE Dit zijn twee knoppen die vaak op analoge synthesizers gevonden worden. Met de filter kunt u bepaalde delen van het geluid (frequentie bereik) van het geluid horen, terwijl u alle hoge geluiden mute. De grafiek hieronder toont u hoe het werkt: Met Resonance kunt u het niveau of nadruk van de filter wijzigen.
THE KNOBS ASSIGN ASSIGN KNOP KNOP De ASSIGN knop, zoals de naam suggereert, kan worden toegekend aan één of een groot aantal functies — twaalf in één — die niet beschikbaar zijn bij andere knoppen. 1 Selecteer de KNOB ASSIGN in het Overall menu. (Druk, herhaaldelijk indien nodig, op één van de OVERALL ▲/▼ knoppen.) 2 Selecteer de Assign parameter. (Gebruik de OVERALL +/- knoppen.) 3 Gebruik de ASSIGN knop op dezelfde manier als de andere knoppen.
DE KNOPPEN ASSIGN Knop Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Omschrijving 01 Reverb Send Level RevLevel Dit bepaalt de sterkte van het Reverb effect. (Zie pagina 34.) Draait u de knop dan wordt ook automatisch het Reverb aangezet, ook al stond deze uit. 02 Chorus Send Level ChoLevel Dit bepaalt de sterkte van het Chorus effect. (Zie pagina 35.) Draait u de knop dan wordt ook automatisch de Chorus aangezet, ook al stond deze uit.
DE KNOPPEN • Wilt u een andere parameter gebruiken op hetzelfde moment? • Wilt u snel tussen verschillende ASSIGN knob parameters wisselen? Vergeet niet dat dezelfde parameters ook beschikbaar zijn voor de RIBBON CONTROLLER. Wijs de gewenste parameter toe aan de RIBBON CONTROLLER. (Zie pagina 66.) Gebruik de Performance Setup functie om de knop toewijzingen op één van de PERFORMANCE SETUP knoppen te bewaren om direct de parameters te kunnen oproepen.
RIBBON CONTROLLER De RIBBON CONTROLLER is een schitterend expressief en gemakkelijk te gebruiken performanceknop. Eens een felbegeerd onderdeel die alleen werd gevonden op ouderwetse analoge synthesizers, nu zeldzaam inbegrepen op moderne instrumenten — tot nu, met de nieuwe DJX! U kunt de RIBBON CONTROLLER toewijzen aan één van de vijftien verschillende parameters.
RIBBON CONTROLLER De volgende tabel toont de parameters en legt deze in het kort uit. Zie voor meer informatie over de werking van de RIBBON CONTROLLER, de aantekening op pagina 68. RIBBON CONTROLLER Parameters Nr. Parameter Naam Display Naam Omschrijving 01 Cutoff Frequency Cutoff Dit is dezelfde parameter als die bediend wordt door de CUTOFF KNOP (pagina 61). Het middelpunt van de ribbon corresponddert met de 12:00 positie van de CUTOFF knop.
RIBBON CONTROLLER 3 Selecteer een Part en start de pattern/song. Doe dit op dezelfde manier als met de knoppen: 1) Let er op dat Part Control aanstaat. (Druk op de PART CONTROL knop, indien nodig.) 2) Selecteer een Part (met de PART SELECT toetsen aan het begin van het toetsenbord). 3) Zet Part Control uit (om meer van uw toetsenbord vrij te maken). 4) Start de pattern/song. (Druk op de START/STOP knop.) 4 Wijzig met de RIBBON CONTROLLER het geluid.
DIGITAL SAMPLING OVER OVER DIGITAL DIGITAL SAMPLING SAMPLING Wat is sampling? Technisch gezien is sampling het digitaal opnemen van een geluid. Het geluid kan uw stem of een akoestisch instrument zijn (opgenomen met een microfoon), of een opgenomen geluid (vanaf een CD of cassette speler). Als het eenmaal is opgenomen kan het resulterende “sample” worden bewerkt (bijvoorbeeld trimmen of loop’en) en kan de sample vanaf het toetsenbord op verschillende toonhoogtes gespeeld worden.
DIGITAL SAMPLING NEEM NEEM EEN EEN SAMPLE SAMPLE OP OP EN EN SPEEL SPEEL DEZE DEZE AF AF 1 Stel de DJX voor sampling in. Sluit, als u uw stem of een akoestisch instrument sampled met een microfoon, de microfoon aan op de MIC input jack op het achterpaneel. Als u een line geluidsbron sampled, zoals een CD speler, cassette deck, of een elektronisch instrument sluit deze dan aan op de LINE IN input jack. CD speler, enz.
DIGITAL SAMPLING Leidraad voor sampling • Aansluitingen: Let er op, als u een microfoon gebruikt, dat deze is aangesloten op de MIC jack en niet op de LINE IN jack. Als u een mircofoon op de LINE IN aansluit dan beschadigd de DJX niet; echter, is onmogelijk om een opgenomen signaal te krijgen (het microfoon niveau is te laag).
DIGITAL SAMPLING Volume (niveau) hoe het trigger niveau werkt, laten we een specifiek voorbeeld bekijken — sampling van de frase “a one and a two.” In deze frase, zijn “one” en “two” luider dan de andere woorden. Sampling startpunt Trigger niveau a one and a two Tijd Aangezien de eerste “a” zachter is dan het trigger niveau, start feitelijk de DJX het samplen niet met het woord “one.” Als u wilt dat frase vanaf het eerste woord wordt ge-sampled, moet het trigger niveau lager ingesteld worden.
DIGITAL SAMPLING 6 Het samplen stoppen. N.B. Druk op de START/STOP knop om samplen te stoppen. De hoeveelheid van de overgebleven beschikbare opnametijd wordt getoond in percentages in de display (“100” is het maximum): Beschikbare opnametijd (percentage). 062Sampling RECORD Let er op onmidellijk te stoppen aan het einde van het geluid. Het opnemen van extra onbruikbaar geluid vermindert de hoeveelheid beschikbaar geheugen voor extra samples.
DIGITAL SAMPLING Een sample wissen U kunt ieder sample die u heeft opgenomen wissen. Om dit te doen: 1 Ga naar de Sampling mode. Druk op de RECORD knop (in het DIGITAL SAMPLING gedeelte). 2 Sla de originele toets van de sample aan. 3 Wis de sample door het indrukken van de +/FWD knop. YESDelete? Druk, op de “Delete?” prompt in de display, op de +/FWD knop om werkelijk de sample te wissen.
DIGITAL SAMPLING SAMPLE SAMPLE BEWERKING BEWERKING De DJX bevat ook een paar simpele maar krachtige bewerkingshulpmiddelen. Deze bevatten het instellen van het eindpunt van een sample en het creëren van loops. Het Eindpunt instellen In dit gedeelte leert u hoe het eindpunt in te stellen van een opgenomen sample. Het eindpunt bepaald hoeveel van een sample wordt afgespeeld iedere keer als u een toets aanslaan.
DIGITAL SAMPLING 3 Selecteer de gewenste sample (wave). Speel een willekeurige toets in het sample bereik. Als u eenmaal de gewenste sample heeft gevonden vermijdt het spelen van andere toetsen en ga door naar stap #4. 4 Stel de sample in voor het “one shot” spelen. Met de One Shot instelling, zoals de naam suggereert, kunt u de sample éénmaal afspelen iedere keer als u de toets aanslaat. Om dit te doen: 1) Selecteer met de OVERALL ▲/▼ knoppen de Loop / One Shot functie.
DIGITAL SAMPLING 2) Verplaats de cursor over de waveform met behulp van de OVERALL +/- knoppen. De cursor positie bepaalt het eindpunt — het punt waarop het afspelen van de sample stopt. Ieder geluid achter de cursor wordt niet afgespeeld. De cursor is op de derde piek in de waveform. (Het afspelen van de sample stopt op dit nieuwe geselecteerde punt.) 3) Speel op het toetsenbord en luister naar de bewerkte sample.
DIGITAL SAMPLING 6 De Sampling mode verlaten. Druk nog een keer op de RECORD knop (DIGITAL SAMPLING). Uw nieuwe eindpunt instelling wordt automatisch bewaard en wordt iedere keer opgeroepen als u de sampled voice (#284) selecteert. Herhaal, om andere samples in de voice te bewerken, de gehele handeling hierboven. Loops Creëren Looping is één van de meest opwindende en bruikbare aplicaties van Digital Sampling.
DIGITAL SAMPLING 2) Wijzig, indien nodig, met de OVERALL +/- knoppen de instelling. (Dit moet, voor Loop, worden ingesteld op “YES.”) 5 Wijzig het eindpunt. Deze handeling is hetzelfde als in stap #5 van “Instellen van het Eindpunt” hierboven. 6 De Sampling mode verlaten. Druk nog een keer op de RECORD knop (DIGITAL SAMPLING). Uw nieuwe loop en eindpunt instellingen worden automatisch bewaard en worden iedere keer opgeroepen als u de sampled voice (#284) selecteert.
SONG OPNAME De DJX bevat een krachtige en gemakkelijk te gebruiken opname functie waarmee u alles wat u speelt op het toetsenbord kunt opnemen — gebruikmakend van zes verschillende tracks — om zo uw eigen complete composities te creëren. Tot drie user songs kunnen worden opgenomen en bewaard. Er zijn twee opname modes: Realtime en Step. SONG Iedere druk op de RECORD knop voert u door de drie opname modes — Realtime, Step en PSU (Performance Setup) - alvorens terug te gaan naar de normale toestand.
SONG OPNAME EEN EEN USER USER SONG SONG OPNEMEN OPNEMEN — — REALTIME REALTIME OPNAME OPNAME 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Maak alle gewenste DJX instellingen. Selecteer de Realtime Record mode. (Druk op de RECORD knop.) Selecteer een User song voor opname (met het numerieke toetsenbord). Selcteer een track nummer (Met de SONG MEMORY buttons). Start de opname (Door het spelen op het toetsenbord of door op de START/STOP knop te drukken). Stop de opname. (Druk, als u klaar bent, op de START/STOP knop.
SONG OPNAME 2 Selecteer de Realtime Opname mode. N.B. Druk, indien nodig, op de RECORD knop tot “RealTime” in de display verschijnt. RECORD indicatie knippert even, daarna blijft deze opgelicht om aan te geven dat de opname standby staat. 004RealTime SONG RECORD MEASURE 001 142 - 1 SONG 004User11 RECORD 3 Selecteer een User song voor opname. Selecteer met het numerieke toetsenbord de gewenste song: User 1 (004), User 2 (005), of User 3 (006).
SONG OPNAME Opnemen in de Akkoord Track Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van pattern data. Deze wordt automatisch opgenomen in de Akkoord track (track 6). Druk, om de Akkoord track te selecteren en de Pattern aan te zetten, op de PATTERN CONTROL knop. MEASURE N.B. Als de begeleiding al uitstaat alvorens u naar de Opname mode gaat, dan wordt de akkoordentrack automatisch geselecteerd.
SONG OPNAME 7 Naar uw nieuwe opname luisteren. Druk, om de song vanaf het begin te spelen, nog een keer op de START/ STOP knop. Het afspelen stopt automatisch aan het einde van de song, en wanneer de START/STOP knop nog een keer wordt ingedrukt. 8 Opnemen op een andere gewenste track. indien gewenst. Herhaal, om dit te doen, de stappen #4 - #7 hierboven. Let er op dat wanneer u op de SONG MEMORY knop drukt die correspondeert met de gewenste track, het tracknummer in de display knippert.
SONG OPNAME EEN EEN USER USER SONG SONG OPNEMEN OPNEMEN — — STEP STEP OPNAME OPNAME 1 2 3 4 5 6 7 8 Maak alle gewenste DJX instelingen. Selecteer de Step Record mode. (Druk op de RECORD knop.) Selecteer een User song voor opname (met het numerieke toetsenbord). Selecteer een track nummer (met de SONG MEMORY knoppen). Start het opnemen. (Voer individuele noten en rustpunten in; zie pagina 86.) Luister naar uw nieuwe opname (druk op de START/STOP knop). Neem naar een andere track op indien gewenst.
SONG OPNAME 3 Een User song selecteren voor opname. Deze handeling is hetzelfde als bij Realtime opnamen (pagina 82). 4 Selecteer een track nummer. Druk op de SONG MEMORY knop die correspondeert met de gewenste track. (Deze stap is optioneel; de DJX selecteert automatisch de eerste beschikbare track. Als er geen song data is wordt automatisch track 1 geselecteerd.) Opname naar de Akkoord Track Een speciale Akkoord track is beschikbaar voor het opnemen van pattern data.
SONG OPNAME 3) Selecteer de noot (tijd) waarde met het numerieke toetsenbord. (De nootwaarde wordt weergegeven als een ikoon in de display.) Sla bijvoorbeeld een centrale C aan en druk de “4” knop in (1/8 noot).
SONG OPNAME N.B. Extra Handelingen Akkoorden en Secties in een Akkoordtrack opnemen: 1) Sla een akkoord aan in het begeleidingsgedeelte van het toetsenbord. (“Chord“ en de akkoordnaam verschijnt in de display.) RECORD m • Het Lead In gedeelte kan alleen worden opgenomen aan het bgein van een song. • Als een Lead Out gedeelte is geselecteerd kunnen er geen verdere noten worden opgenomen. N.B. Voer akkoorden op de normale manier in, zoals enkele noten of volle akkoorden. (Zie pagina 50.
SONG OPNAME 6 Luister naar uw nieuwe opname. U kunt de gehele step opgenomen track op ieder moment beluisteren door op de START/STOP knop te drukken. De track waar u op werkt speelt af (totdat deze gestopt wordt) en keert terug in Step opname naar de volgende positie. Let er op, dat dit alleen de geselecteerde track afspeelt. Verlaat, om alle tracks van de song te beluisteren, de Step opname (druk op de RECORD knop) en druk op de START/STOP knop om het afspelen van de song te starten.
SONG OPNAME Velocity Curves invoeren In Step opname, worden alle noten met dezelfde velocity of volume opgenomen. Gebruik, om een Step opgenomen track natuurlijker te laten klinken of sommige dynamische wijzigingen te creëeren, de Velocity Curve functie. 1) Selecteer de eerste noot die beïnvloed moet worden door de Velocity Curve (met de +/knoppen of het numerieke toetsenbord). Alle volgende noten worden velocity getransformeerd.
SONG OPNAME EEN EEN SONG SONG WISSEN WISSEN De song wis functie (in de Functie parameters) wist compleet alle opgenomen data van alle tracks of een geselecteerde User song. Gebruik deze functie alleen als u er zeker van bent dat u een song wilt wissen en een nieuwe song wilt opnemen. 1 Selecteer de Functie mode. Druk op de FUNCTIE knop. STYLE F61USng1Clr FUNCTION Knippert om aan te geven dat de Functie parameter geselecteerd kan worden.
MIDI FUNCTIES Alhoewel de DJX enorm veelzijdig en krachtig is in zijn eentje kan de DJX perfect gebruikt worden in iedere MIDI setup. De DJX is MIDI-compatible, is uitgerust met MIDI IN en MIDI OUT aansluitingen en bevat een groot aantal MIDI functies. Met deze MIDI functies kunt u uw muzikale mogelijkheden flink uitbreiden. Dit gedeelte verklaart wat MIDI is, wat het voor u kan betekenen en hoe u MIDI kunt gebruiken. BELANGRIJK De MIDI functies kunnen niet gebruikt worden tijdens de Song mode.
MIDI FUNCTIES Voorbeeld van Toetsenbord Informatie Voicenummer (met welke voice) 156 (grand piano) Nootnummer (met welke toets) 60 (C3) Note on (waneer het werd aangeslagen) en Timing numeriek uitgedrukt (quarter note) note off (wanneer het werd losgelaten) Velocity (hoe sterk) 120 (sterk) De afkorting MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface, waarmee u elektronische muziek instrumenten met elkaar kunt laten communiceren, door het versturen en ontvangen van compatibele Note, Control Chang
MIDI FUNCTIES HET HET AANSLUITEN AANSLUITEN OP OP EEN EEN PERSONAL PERSONAL COMPUTER COMPUTER Door de MIDI aansluitingen van de DJX aan te sluiten op een personal computer krijgt u de mogelijkheid gebruik te maken van een groot aantal soorten muzieksoftware. Als u gebruik maakt van een MIDI interface, geïnstalleerd op uw personal computer, moet u de MIDI aansluitingen van de personal computer aansluiten op de DJX. Gebruik alleen speciale MIDI kabels bij het aansluiten van MIDI instrumenten.
MIDI FUNCTIES FUNCTIE FUNCTIE PARAMETERS PARAMETERS — — MIDI MIDI In de Functie parameters vindt u extra, meer gedetaileerde MIDI instellingen voor de DJX. Deze instellingen bevatten: • Remote Channel • Keyboard Out • Pattern Out • Local Control • External Clock • Bulk Dump Send • Initial Setup Send • Sampling Send Het selecteren en wijzigen van de Functie parameters: Druk op de FUNCTION knop en selecteer vervolgens met het numerieke toetsenbord het parameter nummer.
MIDI FUNCTIES Nr. Parameter Naam Display Naam Bereik/Instellingen 84 Local Control Local on, off Dit bepaalt of het toetsenbord is “aangesloten” op de interne Voices van de DJX. Als deze op “on” staat reageren de Voices op de noten die worden gespeeld op het toetsenbord. Als dit op “off” staat reageren de Voices alleen op ontvangen MIDI data (via MIDI IN). De standaard (default) instelling is “on.
MIDI FUNCTIES GEBRUIK GEBRUIK BULK BULK DUMP DUMP SEND/SAMPLING SEND/SAMPLING SEND SEND OM OM DATA DATA OP OP TE TE SLAAN SLAAN De werkelijke handeling stappen vooor deze twee functies zijn identiek. De Bulk Dump Send functie slaat User Performance Setup en User Song op. De Sampling Send functie slaat alleen user-sampled data (“Sampled” voice, #284) op. Bulk Data/Sampling Data opslaan 1 Stel eerst het aangesloten MIDI apparaat in voor het opnemen van data.
MIDI FUNCTIES 4 Start, na de “Sure?” melding, het versturen van de data. Druk op de + knop om daadwerkelijk te beginnen met het versturen van de data, of druk op de - knop om de handeling te annuleren en terug te keren naar stap 3. Denmk eraan dat deze handeling enkele minuten kan duren 7 8 rest YESSure? STYLE FUNCTION 9 3 0 BWD velocity FWD N.B.
MIDI FUNCTIES Bulk Data/Sampling Data laden Als u op de hierboven omschreven manier DJX data heeft opgeslagen kunt u op gemakkelijke wijze de data terugladen in de DJX. 1 Het aangesloten MIDI apparaat instellen op het verzenden van de toegewezen data. De werkelijke procudure kan verschillen afhankelijk van uw persoonlijke apparatuur en software. Bijvoorbeeld, als u de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer gebruikt: 1) Maak de overeenkomstige MIDI aansluitingen.
MIDI FUNCTIES Als de handeling klaar is, verschijnt het volgende kort in de display: (alvorens naar de originele handeling terug te keren). YESEnd STYLE FUNCTION INITIAL INITIAL SETUP SETUP SEND SEND GEBRUIKEN GEBRUIKEN MET MET EEN EEN SEQUENCER SEQUENCER Het meeste algemene gebruik van de Initial Setup Send functie is het opnemen van een song op een sequencer die later af moet spelen op de DJX.
MIDI FUNCTIES 3 Zet de handelding na de “InitSnd?” melding op standby. Druk op de + knop. STYLE YESSure? FUNCTION 4 Start de opname op de sequencer en verstuur vervolgens de Initial Setup data. Start de opname op de sequencer op de normale manier, en druk vervolgens — zo snel mogelijk — op de + knop om daadwerkelijk te beginnen met het versturen van de data. Een “End” bericht verschijnt kort in de display als de handeling klaar is, gevolgd door de “InitSnd?” melding.
TROUBLESHOOTING (IN DE PROBLEMEN?) Probleem Een plopgeluid is kort hoorbaar als de DJX wordt aan- of uitgezet. Dit is normaal en geeft aan dat de DJX stroom ontvangt. Er is een voortdurend “brommend” of “zoemend” geluid. Let er op dat de adaptor niet te dicht bij of op het DJX paneel ligt. Er is geen geluid, zelfs niet als het toetsenbord wordt bespeeld of een Song wordt afgespeeld. Controleer dat er niets is aangesloten op de PHONES/AUX jack op het achterpaneel.
TROUBLESHOOTING (IN DE PROBELEMEN?) Probleem Mogelijke Oorzaak en Oplossing De ASSIGN knop en/of de RIBBON CONTROLLER lijken het geselecteerde Part niet te beïnvloeden. Het geluid van bepaalde Parts wijzigen een klein beetje of helemaal niet, afhankelijk van het geluid zelf en het effect of de gebruikte parameter. GROOVE of Dynamics heeft geen enkel effect op de the Drum Loop voices. Dit is nomaal. De Drum Loop voices zijn sampled rhythms; GROOVE en Dynamics beïnvloeden alleen pattern data.
VOICE LIJST ■ Maximum Polyfony N.B. De DJX is 32-stemmig polyfoon. Dit betekent dat hij maximaal 32 noten tegelijkertijd voort brengen, ongeacht welke functie gebruikt wordt. De begeleiding gebruikt een aantal van de beschikbare stemmen, dus als u begeleiding gebruikt wordt het aantal beschikbare stemmen voor het toetsenbord corresponderend verminderd. Hetzelfde geldt voor de Dual Voice, Split Voice en Song functies. • De Voice Lijst bevat MIDI program change nummers voor elke voice.
VOICE LIJST Bank Select Voice Nummer MSB 76 77 78 0 0 0 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 108 109 110 111 112 0 0 0 0 0 113 114 115 116 117 118 119 120 0 0 0 0 0 0 0 0 LSB MIDI Program Change# Voice Naam HIT 55 Metal Hit 55 Sharp Hit 55 Mild Hit HUMAN VOICE 123 0 Come On 1 123 1 Come On 2 123 2 GetUp! 123 3 Go!! 123 4 Huea 123 5 Hiuhu 123 6 Yo-Kurt 123 7 Oh Babe 123 8 Ohh 1
VOICE LIJST GM Voice Lijst 106 MIDI Program Voice Naam LSB Change# PIANO 0 0 Acoustic Grand Piano 0 1 Bright Acoustic Piano 0 2 Electric Grand Piano 0 3 Honky-tonk Piano 0 4 Electric Piano 1 0 5 Electric Piano 2 0 6 Harpsichord 0 7 Clavi CHROMATIC PERCUSSION 0 8 Celesta 0 9 Glockenspiel 0 10 Music Box 0 11 Vibraphone 0 12 Marimba 0 13 Xylophone 0 14 Tubular Bells 0 15 Dulcimer ORGAN 0 16 Drawbar Organ 0 17 Percussive Organ 0 18 Rock Organ 0 19 Church Organ 0 20 Reed Organ 0 21 Accordion 0 22 Harmonica 0
VOICE LIJST MIDI Program Voice Naam LSB Change# SYNTH LEAD 0 80 Lead 1 (square) 0 81 Lead 2 (sawtooth) 0 82 Lead 3 (calliope) 0 83 Lead 4 (chiff) 0 84 Lead 5 (charang) 0 85 Lead 6 (voice) 0 86 Lead 7 (fifth) 0 87 Lead 8 (bass+lead ) SYNTH PAD 0 88 Pad 1 (new age) 0 89 Pad 2 (warm) 0 90 Pad 3 (polysynth) 0 91 Pad 4 (choir) 0 92 Pad 5 (bowed) 0 93 Pad 6 (metallic) 0 94 Pad 7 (halo) 0 95 Pad 8 (sweep) SYNTH EFFECTS 0 96 FX 1 (rain) 0 97 FX 2 (soundtrack) 0 98 FX 3 (crystal) 0 99 FX 4 (atmosphere) 0 100 FX 5 (
DRUM KIT LIJST • “<——” Geeft aan dat de drum geluid hetzelfde is als de “Standard Kit 1”. • Iedere percussie voice gebruikt één toon. • De MIDI Note # en de Toon zijn in werkelijkheid één oktaaf olager dan aangegeven. Bijvoorbeeld, in “141: Standaard Kit 1”, de “Seq Click H” (Note# 36/Note C1) correspondeerd met de (Note# 24/Note C0). • Key Off: Toetsen gemarkeerd met “O” stoppen direct met klinken zodra deze losgelaten worden.
DRUM KIT LIJST Voice# Bank MSB# Bank LSB# Program Change# Keyboard MIDI Note# Note Note# Note 25 C# 0 13 C# -1 26 D 0 14 D -1 27 D# 0 15 D# -1 28 E 0 16 E -1 29 F 0 17 F -1 30 F# 0 18 F# -1 31 G 0 19 G -1 32 G# 0 20 G# -1 33 A 0 21 A -1 34 A# 0 22 A# -1 35 B 0 23 B -1 36 C 1 24 C 0 37 C# 1 25 C# 0 38 D 1 26 D 0 39 D# 1 27 D# 0 40 E 1 28 E 0 41 F 1 29 F 0 42 F# 1 30 F# 0 43 G 1 31 G 0 44 G# 1 32 G# 0 45 A 1 33 A 0 46 A# 1 34 A# 0 47 B 1 35 B 0 48 C 2 36 C 1 49 C# 2 37 C# 1 50 D 2 38 D 1 51 D# 2 39 D# 1 52 E
DRUM KIT LIJST DJX Speciale Drum Kit Lijst Voice# Bank MSB# Bank LSB# Program Change# Keyboard MIDI Note# Note Note# Note 25 C# 0 13 C# -1 26 D 0 14 D -1 27 D# 0 15 D# -1 28 E 0 16 E -1 29 F 0 17 F -1 30 F# 0 18 F# -1 31 G 0 19 G -1 32 G# 0 20 G# -1 33 A 0 21 A -1 34 A# 0 22 A# -1 35 B 0 23 B -1 36 C 1 24 C 0 37 C# 1 25 C# 0 38 D 1 26 D 0 39 D# 1 27 D# 0 40 E 1 28 E 0 41 F 1 29 F 0 42 F# 1 30 F# 0 43 G 1 31 G 0 44 G# 1 32 G# 0 45 A 1 33 A 0 46 A# 1 34 A# 0 47 B 1 35 B 0 48 C 2 36 C 1 49 C# 2 37 C# 1 50 D 2
STYLE LIJST Stijl Nummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 Stijl Naam INTRODUCTION Pop Techno Trip Hop Electro Beat Goa Hard Step 8th Handbag 1 Romantic House Ambient Acid Jazz Treach Steppa Struttin’ All That Soulful TECHNO Tribal Techno Gabba Soft Gabba Euro Techno Modern Detroit Techno Vintage Detroit Techno Modern Berlin Techno Minimal Techno Speed Garage Acid Techno Samba Techno TRIP HOP Funky Trip Hop Stijl Nummer 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 4
MIDI IMPLEMENTATION CHART YAMAHA [Portable Keyboard] Model: DJX(PSR-D1) Functie Herkent Default Changed 1 - 16 1 - 16 1 - 16 1 - 16 Mode Default Messages Altered 3 X ************** 3 X X : True voice 0 - 127 ************** 0 - 127 0 - 127 Velocity Note ON Note OFF O 9nH, v=1 - 127 O 9nH, v=0 O 9nH, v=1 - 127 O 9nH, v=0 or 8nH After Touch Key’s Ch’s X X X X O O O O O X O O O X O X X X X O O O O O O O O O O O O O Pitch Bender Control Change 0, 32 1 7, 10 11 6, 38 64 71 - 74 84 91, 93
MIDI IMPLEMENTATION CHART OPMERKINGEN: *1 *1 Default (fabrieksinstelllingen) functioneert de DJX als een 16-kanaals multi-timbrale toongenerator en heeft ontvangen data geen invloed op de paneelvoices of paneelinstellingen. De MIDI messages hieronder hebben echter wel invloed op de paneelvoices, pattern en songs. • MIDI Master Tuning • System exclusive messages voor het wijzigen van het Reverb Type, Chorus Type en DSP Type. De Remote Channel functie kan worden toegewezen met Functie parameter #81.
MIDI IMPLEMENTATION CHART ■ Effect map * Als de ontvangen waarden geen effect type bevat in de TYPE LSB, de LSB wordt naarTYPE 0 toegewezen. * Paneel Effecten zijn gebaseert op de “(Number) Effect Name”. * Door het gebruik van een externe sequencer, die bekwaam is voor het bewerken en versturen van system exclusive messages en parameter wijzigingen, kunt u de Reverb, Chorus en DSP effect types selecteren die niet toegankelijk zijn voor de DJX paneel zelf.
SPECIFICATIES Toetsenbord • 61 standaard-afmeting toetsen (C1 - C6), met Touch Response Song Display • Groot multi-functioneel LCD display Opname • Song • 3 Preset Demo Songs + 3 User Songs • Song Wissen User Song : 3 Songs Real Time Opname/Step opname Recording Tracks : SONG MEMORY 1, 2, 3, 4, 5, 6/CHORD • PSU (Performance Setup) User : 4 setups x 4 banks Setup • Stand by/ON • Master Volume : MIN - MAX Panel Bedieningen • OVERALL (▲▼ , +,-), FUNCTION, SONG, VOICE, STYLE, [0]-[9], [+](YES/FF), [-](NO/
INDEX Diverse I +/- knoppen .......................................... 25 Initial Setup Send .......................... 96, 100 Initializatie ........................................... 103 INPUT LEVEL knop ................................. 70 A AC adaptor .............................................. 8 accessory jacks ........................................ 9 ARPEGGIATOR knop .............................. 37 Arpeggiator ........................................... 37 Arpeggiator Hold ................
Copyright © Yamaha Corporation. Alle rechten zijn voorbehouden. Er mag geen gedeelte van de Nederlandse Handleiding worden gereproduceerd of uitgegeven in wat voor vorm dan ook, of op wat voor manier dan ook zonder toestemming van de Yamaha Corporation.