User Manual

Problemen oplossen
106 Gebruikershandleiding
Controleer het volgende als onverwachte geluiden worden
geproduceerd wanneer u een externe toongenerator
afspeelt.
Ga naar de MIDI-kanaalinstellingen van het instrument en
controleer of deze overeenkomen met het MIDI-kanaal waarop
de DTX-MULTI 12 gegevens verzendt.
Controleer het volgende als alle pads een veel te hard
geluid produceren (of met hoge snelheden).
Open de pagina Input Gain voor de pads ([SHIFT] +
[UTILITY] TRG2 TRG2-1 TRG2-1-1) en controleer of
de parameter Gain niet te hoog is ingesteld. (Zie pagina 101.)
Open de pagina Velocity Curve voor de pads ([SHIFT] +
[UTILITY] TRG2 TRG2-1 TRG2-1-2) en controleer of de
parameter VelCurve correct is ingesteld. (Zie pagina 101.)
Open de pagina Trigger Velocity voor de pads ([MIDI]
MIDI1 MIDI1-7) en controleer of de parameter TrgVel correct
is ingesteld. Als deze parameter bijvoorbeeld is ingesteld op
'127', worden hoge snelheden geproduceerd, zelfs wanneer
de pad slechts licht wordt aangeslagen. (Zie pagina 64.)
Controleer of u alleen de aanbevolen externe Yamaha-pads
gebruikt. Producten van andere fabrikanten kunnen extreem
grote signalen uitvoeren.
Controleer het volgende als de geluidsuitvoer van
de DTX-MULTI 12 vervormd wordt.
Controleer of effecten correct zijn ingesteld. Geluid kan worden
vervormd bij bepaalde combinaties van type effect en
parameterinstellingen. (Zie pagina's 48, 49, 50, 59, 68, 78.)
Open de pagina Filter voor voices die zijn toegewezen aan de
pads ([VOICE] VCE3 VCE3-4) en controleer of die filters
correct zijn ingesteld. Afhankelijk van het type geluid dat wordt
gefilterd, kunnen bepaalde resonantie-instellingen (Q)
vervorming produceren. (Zie pagina 58.)
Controleer of de MASTER-draaiknop niet op een te hoog
volume staat, waardoor clipping ontstaat.
Controleer het volgende als voices continu worden
afgespeeld en niet stoppen.
Open de pagina Receive Key-Off ([MIDI] MIDI1 MIDI1-5) en
controleer de instelling van de parameter RcvKeyOff. Als deze
parameter is ingesteld op 'off', worden bepaalde typen voices
eindeloos afgespeeld wanneer ze worden geactiveerd. (Zie
pagina 64.) U kunt alle voices tegelijkertijd doen stoppen door
[SHIFT] ingedrukt te houden terwijl u op de knop [MIDI] drukt.
Controleer het volgende als geluiden tijdens roffels en riffs
onverwacht stoppen.
Open de pagina's Playing Mode en MIDI Note ([MIDI]
MIDI1 MIDI1-1, MIDI1-2) voor de desbetreffende pads
en controleer hun instellingen. Verwijder overbodige
noottoewijzingen voor het afspelen van akkoorden
of afwisselend afspelen.
Open de pagina Mono/Poly ([VOICE] VCE5 VCE5-1) en
controleer of de parameter Mono/Poly is ingesteld op 'poly'.
(Zie pagina 60.)
Open de pagina Double Trigger Prevention voor desbetreffende
pad ([SHIFT] + [UTILITY] TRG2 TRG2-1 TRG2-1-5)
en verlaag de instelling voor de parameter RejectTime.
(Zie pagina 102.)
Controleer het volgende als geen geluid wordt geproduceerd
wanneer de pads handmatig worden afgespeeld.
Open de pagina Select Trigger Setup ([SHIFT] + [UTILITY]
TRG1) en controleer of 'P04:Hand' of 'P05:Finger' is
geselecteerd. (Zie pagina 100.)
Open de pagina Pad Type voor elke pad ([SHIFT] + [UTILITY]
TRG2 TRG2-1) en controleer of de parameter Type is
ingesteld op handmatig afspelen. (Zie pagina 100.)
Controleer het volgende als de DTX-MULTI 12 vals klinkt of
de verkeerde noot lijkt te spelen.
Open de pagina Master Tune ([UTILITY] UTIL1 UTIL1-2)
en controleer of de instelling voor de parameter M.Tune niet de
ver van '0' af ligt. (Zie pagina 83.)
Als u bezorgd bent over de toonhoogte van een wave, opent u
de pagina Voice Tuning voor die wave ([VOICE] VCE2
VCE2-1) en zorgt u dat de instelling voor de parameter Tune
niet te ver van '+ 0.00' af ligt. (Zie pagina 57.)
Als u bezorgd bent over de toonhoogte van een patroon, opent
u de pagina Transpose voor dat patroon ([VOICE] VCE2
VCE2-1) en zorgt u dat de instelling voor de parameter
Transpose niet te ver van '+ 0' af ligt. (Zie pagina 57.)
Controleer het volgende als effecten geen wijzigingen
produceren in het geluid.
Controleer of de bypass-schakelaars voor het effect niet zijn
ingeschakeld. (Zie pagina 83.)
Open de pagina Effect Bypass voor het hele instrument
([UTILITY] UTIL1 UTIL1-6) en controleer of de toegepaste
effecten niet worden genegeerd. (Zie pagina 83.)
Open de pagina Master EQ Bypass ([UTILITY] UTIL3
UTIL3-3) en controleer of de parameter MEQ Bypass is
ingesteld op 'off'. (Zie pagina 87.)
Open de pagina's Variation Send, Chorus Send en Reverb Send
voor afzonderlijke voices ([VOICE] VCE4 VCE4-1,
VCE4-2, VCE4-3) en controleer of de juiste effect-
verzendniveaus voor elk effect zijn ingesteld. (Zie pagina 59.)
Open de pagina's Chorus Send en Reverb Send voor de
geselecteerde kit ([KIT] KIT3 KIT3-1, KIT3-2) en
controleer of de juiste effect-verzendniveaus voor elk effect zijn
ingesteld. (Zie pagina 48.)
Controleer het volgende als het afspelen van patronen niet
start wanneer op de knop [
A
] wordt gedrukt.
Controleer of er geen leeg patroon is geselecteerd.
Open de pagina MIDI Sync ([UTILITY] UTIL6 UTIL6-6) en
controleer of MIDI Sync correct is ingesteld. Als deze parameter
is ingesteld op 'ext', worden patronen alleen afgespeeld wanneer
MIDI-klokberichten van een externe MIDI-sequencer of computer
worden ontvangen. Als MIDI Sync is ingesteld op 'auto', wordt het
afspelen gesynchroniseerd met MIDI-klokberichten wanneer
deze worden ontvangen. (Zie pagina 91.)
Voer het volgende uit als een patroon eindeloos wordt
herhaald en niet stopt.
Stop alle voices tegelijkertijd door [SHIFT] ingedrukt te houden
terwijl u op de knop [MIDI] drukt. U kunt deze actie op elk
moment uitvoeren.
Houd rekening met het volgende met betrekking tot
afspeelsnelheden van waves.
Waves hebben een vast tempo. Ze worden altijd afgespeeld in
het tempo van het oorspronkelijke geïmporteerde bestand,
ongeacht het tempo van de drumkit en andere soortgelijke
instellingen.
Voer het volgende uit als de waarden worden weergegeven
als '---' en niet gewijzigd kunnen worden.
Open de pagina Pad Function (UTIL4-1) voor de desbetreffende
pad en controleer of de parameter Func is ingesteld op 'off'.
(Zie pagina 88.)
Open de pagina MIDI Note (MIDI1-2) voor de desbetreffende
pad en controleer of de parameter Note voor alle lagen
(A t/m D) niet is ingesteld op 'off'. (Zie pagina 63.)
Controleer het volgende als u de pads 10 t/m 12 niet kunt
instellen.
Open de pagina Pad 10-12 Switch ([UTILITY] UTIL4
UTIL4-3) en zorg dat de parameter Pad10-12 is ingesteld op
'enable'. (Zie pagina 89.)
Geluiden stoppen niet, zijn vervormd of worden
onderbroken, haperen, enzovoort.
Waarden kunnen niet worden ingesteld, knoppen
werken niet, enzovoort.