User Manual

VOICE-instellingengebied (VCE)
56 Gebruikershandleiding
Voice selecteren
Op de voiceselectiepagina (VCE1) kunt u de
voorgeprogrammeerde voice, golf of het patroon selecteren die of
dat wordt afgespeeld wanneer de opgegeven pad is ingedrukt.
U kunt ook een MIDI-noot selecteren die u wilt afspelen wanneer
een pad wordt ingedrukt, en vervolgens een voice aan die MIDI-
noot toewijzen (zie pagina 34). Welke specifieke pagina's met
parameterinstellingen, parameters en instellingen in het VOICE-
gebied worden weergegeven, is afhankelijk van het feit of het
nummer van een pad of van een MIDI-noot is opgegeven.
Bepaalde parameters hebben geen effect wanneer een patroon of het
nummer van een MIDI-noot is toegewezen aan de pad in kwestie.
De instellingen van deze parameters worden weergegeven als '---'
en wijzigingen zijn niet mogelijk.
Een voice toewijzen aan een pad
Als de voice geen patroon is (bijvoorbeeld eP of eU)
Als de voice een patroon is (bijvoorbeeld eP of eU)
Een voice toewijzen aan het nummer van een MIDI-noot
1 Padnummer
Gebruik deze parameter om het nummer van de in te stellen
pad of MIDI-noot te selecteren. U kunt ook op een pad tikken
om deze te selecteren.
•Pad 13 ondersteunt drie verschillende zones en krijgt daarom drie
verschillende padnummers, namelijk 13 voor de kop, 13R1 voor rim 1
en 13R2 voor rim 2.
•Pads 10 t/m 12 kunnen niet worden geselecteerd als 'disable' is
ingesteld op de pagina's met regelaars voor pads 10 – 12 (UTIL4-3).
B Laagnummer
Gebruik deze parameter om de laag te selecteren die u wilt
instellen. Elke pad kan maximaal vier lagen bevatten, en elke
laag kan worden gebruikt om een voorgeprogrammeerde
voice of wave af te spelen. Zie pagina 32 voor details.
Het maximaal aantal lagen dat voor een pad kan worden ingesteld, is 4.
Als u een laag wilt toevoegen, wijzigt u de instelling ervan op de pagina
MIDI Note (MIDI1-2) van 'off' in het nummer van een MIDI-noot.
C Voicecategorie
Gebruik deze parameter om op te geven welke voicecategorie
u wilt toewijzen als voorgeprogrammeerde voice, voorgepro-
grammeerd patroon (eP), gebruikerspatroon (eU) of golf.
•Patronen kunnen niet aan MIDI-nootnummers worden toegewezen.
D Voicenummer: Voicenaam
Gebruik deze parameters om een voorgeprogrammeerde
voice, patroon of golf te selecteren uit de categorie die is
aangegeven met 3.
E Afspeelmodus voor patronen
Als een patroon aan de pad is toegewezen, kunt u met deze
parameter opgeven hoe het patroon moet worden afgespeeld.
.............. Start/Stop-modus: Het patroon wordt vanaf het
begin afgespeeld wanneer u op de pad tikt, en
stopt wanneer u een volgende keer op de pad
tikt.
............ Chase-modus: Telkens wanneer u op de pad tikt,
wordt één volgende maat afgespeeld.
............ Cut-off-modus: Er kan maar één patroon dat op
deze modus is ingesteld, tegelijk worden
afgespeeld. Wanneer een patroon in de cut-off-
modus wordt geactiveerd, wordt een patroon dat
al wordt afgespeeld, automatisch gestopt.
Het maximaal aantal patronen dat tegelijk kan worden afgespeeld, is 4.
•U kunt geen demopatronen aan pads toewijzen.
VCE1
VCE1≥-¡£Ω¡-≥≥≥≥ç
Sn001:OakCustom
OPMERKING
VCE1≥-¡£Ω¡-≥≥≥≥ç
Sn001:OakCustom
1
2
3 4
VCE1≥-¡£Ω¡-≥≥≥>~
©U001:EmptyPtn
1
5
3 4
VCE1≥≥C#-1/≥13
Sn001:OakCustom
1
3 4
Instellingen
01 t/m 12, 13, 13R1, 13R2, 14 t/m 17, FTSW
(voetschakelaar), HHCL (hi-hat sluiten),
HHSP (hi-hat splash), C#-1, of D-1 t/m #5
Instellingen A, B, C of D
Instellingen
Kk, Sn, Tm, Cv, HH, EP, Cu, Br, In, Jp, Af, Or,
E1, E2, E3, Ml, GM, WV, eP of eU
Instellingen Zie het aparte boekje Data List.
Instellingen , ,
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
>
>~
~>
>>~~>
OPMERKING