User Manual
Table Of Contents
- Cover
- Inhoud
- Verschillen tussen de DTX-PRO en de DTX-PROX
- Links uit de Gebruikershandleidingen
- Hoe de triggers geluiden genereren
- De relatie tussen triggeringangsaansluitingen, triggeringangen en triggeringangsbronnen
- Invoermodus van de triggeringangsaansluiting
- Geluiden die worden gespeeld per trigger (Inst en Voice)
- Voices en layers
- Gebruikersvoices
- Importeren naar gebruikersvoices
- De manier wijzigen waarop een gebruikersvoice wordt afgespeeld (one-shot of loop)
- Gebruikersvoices bewerken en beluisteren
- De triggeringang of triggeringangsbron selecteren
- Effectprocessorontwerp
- Intern geheugen van PRO-serie modules
- MENU-knop
- KIT-modus
- CLICK-modus
- RECORDER-modus
- Oefenen met de trainingsfunctie
- Fader Select FX
- Fader Select CUSTM
- LIVE SET Mode
- Instellingen voor live performances
- Een computer aansluiten
- Problemen oplossen
- Referentie
MENU-knop
34
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
Voice
De Voice-parameters die in de rechterbovenhoek van het scherm worden aangegeven met A, B, C of D, zijn voor layers. De voiceparameter
zonder die letters zijn voor ingangsbronnen.
MENU/Kit Edit/Voice
Scherm Parameter Instellingen Omschrijving
Category Raadpleeg de
Data List
(Datalijst) (pdf)
Geeft de voicecategorie aan.
VoiceNumber Raadpleeg de
Data List
(Datalijst) (pdf)
Geeft het voicenummer aan.
Import Wav
Hiermee worden audiobestanden geïmporteerd.
Als u op de knop onder 'ENTER' ([F3]) drukt,
wordt het scherm IMPORT weergegeven.
VoiceTune -24.0 – 0.0 –
+24.0
(0,1=10 cents)
Stelt de stemming van de toegewezen voice in.
0,1 komt overeen met 10 cents.
VoiceDecay -64 – 0 Stelt de decay in (de tijd die het duurt voordat
het geluid wegsterft tot stilte) voor de
toegewezen voice. Hoe kleiner de waarde, hoe
scherper het geproduceerde geluid wordt.
VoicePan L63–C–R63 Stelt de stereopan van de voice in.
VoiceFilter -64 – 0 – +63 Stelt de filterafsnijfrequentie in voor de
toegewezen voice. Negatieve waarden
produceren een donkerder geluid, terwijl
positieve waarden een helderder geluid
produceren.
VoiceQ -64 – 0 – +63 Stelt de Q (filterresonantie) in voor het filter van
de toegewezen voice. Verhoogt het signaal in
de buurt van de filterafsnijfrequentie waardoor
het geluid karakter krijgt.