User Manual
Table Of Contents
- Cover
- Inhoud
- Verschillen tussen de DTX-PRO en de DTX-PROX
- Links uit de Gebruikershandleidingen
- Hoe de triggers geluiden genereren
- De relatie tussen triggeringangsaansluitingen, triggeringangen en triggeringangsbronnen
- Invoermodus van de triggeringangsaansluiting
- Geluiden die worden gespeeld per trigger (Inst en Voice)
- Voices en layers
- Gebruikersvoices
- Importeren naar gebruikersvoices
- De manier wijzigen waarop een gebruikersvoice wordt afgespeeld (one-shot of loop)
- Gebruikersvoices bewerken en beluisteren
- De triggeringang of triggeringangsbron selecteren
- Effectprocessorontwerp
- Intern geheugen van PRO-serie modules
- MENU-knop
- KIT-modus
- CLICK-modus
- RECORDER-modus
- Oefenen met de trainingsfunctie
- Fader Select FX
- Fader Select CUSTM
- LIVE SET Mode
- Instellingen voor live performances
- Een computer aansluiten
- Problemen oplossen
- Referentie
122
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
Fader Select CUSTM
PROX
De onderstaande instellingen kunnen worden aangepast.
(Master EQ, Phones EQ gain, volume van elke clicktiming en zendinstellingen bij MIDI-besturingswijzigingen)
1.
Gebruik de faderselectieknop om een parameter te selecteren.
2.
Gebruik de LED-draaifaders [1] tot [7] om de instellingen aan te passen.
Gebruik [1] tot [5] voor MEQ, [1] tot [4] voor HPEQ, [1] tot [6] voor ClickVol en [1] tot [7] voor MIDI CC.
Scherm Parameter Instellingen Omschrijving
MEQ Gain -12 – 0 – +12 Gebruik deze parameter om de
middenfrequentieniveaus van de instellingen Lo,
LoMid, Mid, HiMid, Hi MEQ Freq te versterken of
af te snijden.
Andere MEQ-parameters dan Gain kunnen worden
aangepast in MENU/Master EQ.
HPEQ Gain -12.0 – 0.0 –
+12.0
Gebruik deze parameter om de
middenfrequentieniveaus van de instellingen Lo,
LoMid, HiMid en Hi HPEQ Freq te versterken of af
te snijden.
Andere HPEQ-parameters dan Gain kunnen
worden aangepast in MENU/Phones EQ.
CLICK Vol 0–10 Past de volumes van elke clicktiming aan.
([F1])
Schakelt tussen Human voice 1 en 2. Deze twee
gebruiken verschillende telmethoden.
MIDI CC Stel de MIDI-besturingswijziging in die met de LED-
draaifaders moet worden verzonden.
SETTING ([F1])
CC No. CC01–CC95 Gebruik deze parameter om het
besturingswijzigingsnummer in te stellen.
MinValue 0–127 Hiermee wordt de minimumwaarde ingesteld.
MaxValue 0–127 Hiermee wordt de maximumwaarde ingesteld.
MIDI Ch 1–16 Stelt het MIDI-kanaal waarnaar moet worden
uitgevoerd.
Aangepaste instellingen configureren