User Manual

Effectprocessorontwerp
16
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
KIT MODIFIER bestaat uit drie blokken (Ambience, Comp en Effect), en het aantal effecten op deze blokken kan worden aangepast met de
overeenkomstige knoppen.
Ambience
Er zijn twee soorten Ambience-effecten, zoals hieronder wordt aangegeven.
 RealAmbi
Dit zijn de akoestische kenmerken die zijn opgenomen in een echte studio-omgeving. Dit is niet beschikbaar voor sommige Inst-geluiden.
De diepte kan voor elk Inst worden ingesteld.
 Ambi
Dit is een reverbeffect dat wordt toegevoegd door middel van digitale verwerking. Het Ambi Type en de diepte kunnen voor elke Inst
worden ingesteld.
De curve-instellingen voor de [AMBIENCE]-knop bepalen hoe de algehele diepte voor RealAmbi en voor Ambi worden geregeld.
U kunt eerst de hoeveelheid RealAmbi verhogen en daarna de hoeveelheid Ambi verhogen.
Als u een Inst gebruikt die RealAmbi niet ondersteunt, selecteert u de curve waarin Ambi vanaf het begin effectief wordt.
Comp
Comp wordt toegepast op het volledige geluid van uw performance.
Effect
Dit bestaat uit de volgende drie blokken.
 MFX (Master Effect)
Dit blok is voor de effecten die op het gehele geluid van uw performance worden toegepast. Het type en de diepte van het effect kunnen
worden ingesteld.
 FX1 (Effect 1)
Dit blok is voor de effecten die op elke Inst worden toegepast door het zendniveau in te stellen. U kunt de [EFFECT]-knop gebruiken om
het algehele zendniveau aan te passen.
 FX2 (Effect 2)
Dit is een extra blok dat op dezelfde manier werkt als FX1. U kunt het effecttype en het zendniveau afzonderlijk van de instellingen voor
FX1 instellen.
Effecten die op elke kit worden toegepast