User Manual
Table Of Contents
- Cover
- Inhoud
- Verschillen tussen de DTX-PRO en de DTX-PROX
- Links uit de Gebruikershandleidingen
- Hoe de triggers geluiden genereren
- De relatie tussen triggeringangsaansluitingen, triggeringangen en triggeringangsbronnen
- Invoermodus van de triggeringangsaansluiting
- Geluiden die worden gespeeld per trigger (Inst en Voice)
- Voices en layers
- Gebruikersvoices
- Importeren naar gebruikersvoices
- De manier wijzigen waarop een gebruikersvoice wordt afgespeeld (one-shot of loop)
- Gebruikersvoices bewerken en beluisteren
- De triggeringang of triggeringangsbron selecteren
- Effectprocessorontwerp
- Intern geheugen van PRO-serie modules
- MENU-knop
- KIT-modus
- CLICK-modus
- RECORDER-modus
- Oefenen met de trainingsfunctie
- Fader Select FX
- Fader Select CUSTM
- LIVE SET Mode
- Instellingen voor live performances
- Een computer aansluiten
- Problemen oplossen
- Referentie
MENU-knop
29
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
curve5
curve6
curve7
Comp
Comp Knob 0–127 Stelt het niveau in van Comp die moet
worden toegepast.
U kunt deze parameter gebruiken om de
waarde die wordt geregeld met de knop
[COMP] nauwkeurig aan te passen.
Effect
MFX
MFX Type Effecttype
(pagina 145)
Selecteert het type mastereffect dat moet
worden toegepast.
MFX Depth 0–127 Selecteert de diepte van het mastereffect
dat moet worden toegepast.
U kunt deze parameter gebruiken om de
waarde die wordt geregeld met de knop
[EFFECT] nauwkeurig aan te passen.
Scherm Parameter Instellingen Omschrijving
Diepte
Knopwaarde
Diepte
Knopwaarde
Diepte
Knopwaarde