User Manual

DGX-670 Gebruikershandleiding
55
Stijlen - Ritme en begeleiding spelen -
3
3
Gebruik de knoppen [2
UD
]/[3
UD
] (Unison Type) om het type van de functie
Unison te selecteren.
All Parts: Geschikt voor spelen met één hand. Bij dit type worden alle begeleidingspartijen
unisono met uw performance gespeeld. Dit kan relatief eenvoudig worden gebruikt, zelfs
door een beginner.
Split: Geschikt voor spelen met twee handen. Bij dit type wordt het keyboard gesplitst bij het
linkersplitpunt (pagina 58) en worden de geschikte begeleidingspartijen voor elke hand
onafhankelijk van elkaar unisono met uw performance gespeeld. Zo worden
muziekinstrumenten met een laag geluid (zoals basgitaar, baritonsaxofoon en contrabas)
samen met de linkerhand gespeeld en worden solo muziekinstrumenten (zoals fluit) met de
rechterhand gespeeld. Dit is handig om met verschillende voices voor uw linker- en
rechterhand te spelen.
Auto Split: Geschikt voor spelen met twee handen. Bij dit type worden de rechter- en
linkerhandpartijen van uw performance gedetecteerd en worden de begeleidingspartijen die
unisono moeten worden gespeeld, automatisch aan elke hand toegewezen. Dit wordt
aanbevolen bij het spelen van tutti met voices met een breed bereik, zoals piano of strijkers.
Hierdoor kunt u vrij spelen zonder de beperkingen van een specifiek splitpunt.
4
Speel op het keyboard mee met de afgespeelde stijl.
5
Schakel bij de gewenste timing (het punt waar u unisono wilt spelen) de functie
Unison in met de knoppen[1
UD
] (Unison On/Off).
U kunt de functie Unison ook gemakkelijk in- en uitschakelen met het aangesloten pedaal.
Gebruik hiervoor de knoppen [4
UD
] (Pedal Function) om de display Pedal Function op te
roepen en wijs vervolgens 'Unison' toe aan het gewenste pedaal. Deze display is hetzelfde als de
tab Pedal van de display Controller. Raadpleeg de Reference Manual op de website, hoofdstuk 9
voor instructies voor deze display.
6
Als u klaar bent met unisono spelen, schakelt u de functie Unison uit met de
knoppen [1
UD
] (Unison On/Off) en bespeelt u vervolgens het keyboard om terug
te keren naar normaal afspelen.
De functie Accent gebruiken
1
Selecteer een compatibele stijl en roep de bedieningsdisplay op (stap 1 – 2) pagina 54).
2
Selecteer vervolgens met de knoppen [5
UD
]/[6
UD
] (Accent Threshold) het niveau
waarop de accenten worden toegevoegd, afhankelijk van uw speelsterkte.
High: Vereist sterk spelen (hogere snelheid) om accenten te laten genereren door de stijl.
Medium: Standaardinstelling.
Low: Hiermee kunt u de stijl accenten laten genereren, zelfs met een relatief lichte
speelsterkte (lagere snelheid).
Als u de functie Accent wilt uitschakelen, selecteert u hier Off.
3
Speel op het keyboard mee met de afgespeelde stijl.