User Manual

Parameters instellen met Menu Mode
DTX400K/DTX430K/DTX450K Gebruikershandleiding
48
5-3. Snarepadtype
Met de volgende procedure kunt u het type snarepad
opgeven dat is aangesloten op uw drummodule.
1.
Houd de knop
[KIT]
ingedrukt en druk op de knop
[SONG]
om Menu Mode te activeren.
2.
Druk op nummerknop
[5]
om de parametergroep
Trigger Settings te selecteren.
3.
Druk op nummerknop
[3]
om de parameter Snare Pad
Type te selecteren.
4.
Selecteer een nieuw snarepadtype door op de overeen-
komstige nummerknop te drukken (
[1]
tot
[6]
).
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
5-4. Pedaaltypen
Gebruik de volgende parameter om de pedaaltypen
(hi-hatcontroller en kick) op te geven die zijn aangesloten
op uw drummodule.
1.
Houd de knop
[KIT]
ingedrukt en druk op de knop
[SONG]
om Menu Mode te activeren.
2.
Druk op nummerknop
[5]
om de parametergroep
Trigger Settings te selecteren.
3.
Druk op nummerknop
[4]
om de parameter Pedal Types
te selecteren.
4.
Selecteer een nieuwe pedaaltypecombinatie door op de
overeenkomstige nummerknop te drukken (
[1]
tot
[5]
).
De volgende instellingen zijn beschikbaar.
Stappen:
MENU ([KIT] + [SONG])
[5]
[3]
instelling
Nummerknop Instelling
[1]
Automatische identificatie
(alleen voor [2] en [3])
[2] TP70S
[3] Snarepad die wordt geleverd bij DTX400K
[4] Pad uit XP-serie
[5] TP70S omgekeerd
[6] Pad uit XP-serie omgekeerd
Bij de instelling [1] identificeert de drummodule automatisch
het type snarepad dat bij uw elektronische drumkit is geleverd
zodat de module wordt ingeschakeld. Als u vervolgens
nummerknop [1] indrukt en ingedrukt houdt, knippert op
de drummodule nummerknop [2] of [3] om het resultaat
van de automatische identificatie aan te geven.
Als u het type snare wijzigt dat is aangesloten op de drummo-
dule, moet u deze instelling bijwerken met de overeenkomstige
nummerknop ([2] tot [4]). Als u bijvoorbeeld de pad uit de XP-
serie gebruikt, selecteert u [4].
U kunt instelling [5] of [6] gebruiken om de drumgeluiden
die zijn toegewezen aan Rim 1 en Rim 2 om te wisselen
(of om te keren). Hierdoor kunnen linkshandige drummers
hun elektronische drumkit gemakkelijker configureren.
Instelling
OPMERKING
Stappen:
MENU ([KIT] + [SONG])
[5]
[4]
instelling
Nummer-
knop
Instelling
Hi-hatcontroller Kickpedaal
[1]
Automatische identificatie
(alleen voor [2] en [3])
[2] HH65 KP65
[3]
Hi-hatcontrollerpe-
daal dat wordt gele-
verd bij DTX400K
KU100
[4]
Hi-hatcontrollerpe-
daal dat wordt gele-
verd bij DTX400K
KP65
[5] HH65 KU100
Deze parameter kan gewoonlijk worden ingesteld op [1]
(automatische identificatie).
Bij de instelling [1] identificeert de drummodule automatisch
het type pedaal dat bij uw elektronische drumkit is geleverd
zodat de module wordt ingeschakeld.
Als u vervolgens nummerknop [1] indrukt en ingedrukt houdt,
knippert op de drummodule nummerknop [2] of [3] om het
resultaat van de automatische identificatie aan te geven.
Sluit de hi-hatcontroller aan voordat u de drummodule
inschakelt. Schakel de drummodule niet in terwijl de hi-
hatcontroller is ingedrukt. De drummodule kan het type pedaal
dan niet goed bepalen waardoor de kick mogelijk veel minder
geluid produceert dan verwacht.
Als u het type hi-hatcontroller of kickpedaal wijzigt dat is
aangesloten op de drummodule, moet u deze instelling
bijwerken met de overeenkomstige nummerknop ([2] tot [5]).
Instelling
OPMERKING