User Manual

Basistechnieken
DTX502 Gebruikershandleiding
De metronoom aanpassen
35
3.
Draai aan de draaiknop Data om een geluidset voor de
metronoom te kiezen.
De volgende zes sets zijn beschikbaar op uw DTX502.
Op de pagina CLK4 kunt u vrij verschillende geluiden toewijzen aan elk van de subgedeelten van
de metronoom (“
A˘ ”, “ ¤ ”, “ ”, “ ßß ” en “ Œ ”).
1.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop
[ ] om het gebied Metronome te openen.
2.
Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina CLK4.
3.
Verplaats de cursor naar het subgedeeltesymbool
rechts van “Sound=” (“ A˘ ”, ¤ ”, ”, ßß ” of
Œ ”) en draai aan de draaiknop Data om te selecteren
wat u wilt instellen.
4.
Verplaats de cursor naar de geluidscategorie en draai
zo nodig aan de draaiknop Data om een andere catego-
rie te selecteren.
Voices zijn op de DTX502 ingedeeld in de volgende categorieën.
5.
Verplaats de cursor naar het geluidsnummer en draai
zo nodig aan de draaiknop Data om een ander geluid te
selecteren.
1 Metronome1 4 Stick
2 Metronome2 5 Human 1
3 Cowbell 6 Human 2
CLK4
Geluiden wijzigen voor afzonderlijke subgedeelten
K Kick P Percussion
S Snare E Effect
T Tom W Wavevoice
C Cymbal (Bekken)
ë
Spoken Count (Gesproken telling)
H Hi-hat
CLK4* Sound=A˘
E01:Click1 Acc‚
OPMERKING
ë ” kan alleen worden geselecteerd
voor “ A˘ ” en “ ¤.
OPMERKING
Als voicenummer 0 (“No Assign”) is
geselecteerd, produceert het over-
eenkomstige subgedeelte van de
metronoom geen geluid.