User Manual

Geavanceerde technieken
DTX502 Gebruikershandleiding
Parameters instellen met Menu Mode
57
Het gebied Mixer wordt gebruikt voor het aanpassen van de volu-
mes van de verschillende drumkitvoices.
MIXER Mixer-instellingen
q Volume
Gebruik de volumeparameters om de balans in te stellen van
de volumes van de ingangsgroep*.
Ingangsgroepindicatoren
H: Geluidsvolumes voor hi-hat
S: Geluidsvolumes voor snare
K: Geluidsvolumes voor kick
T: Geluidsvolumes voor tom
C: Geluidsvolumes voor bekken
R: Mate waarin reverb wordt toegepast
Selecteer een ingangsgroep met de knoppen [<]/[>] en draai
vervolgens aan de draaiknop Data om het volume aan te pas-
sen. Boven elk van de indicatoren van de ingangsgroep wor-
den faders weergegeven om u een algemeen idee te geven van
de huidige volumebalans. De reverbinstelling (R) geldt voor
alle voices van de drumkit.
Het gebied KitVoice wordt gebruikt voor het instellen van drum-
voices voor afzonderlijke triggersignaalbronnen.
KitV1
Layers (Lagen)
q Triggersignaalbron
Dit item geeft aan welke triggersignaalbron momenteel is
geselecteerd voor bewerken. U kunt triggersignaalbronnen
selecteren door op de desbetreffende pad of zone te tikken.
Deze selectie geldt voor zowel Laag A als Laag B. (Trigger-
signaalbronnen worden niet afzonderlijk voor elke laag weer-
gegeven.)
01: Gebied Mixer
Mixer-instellingen
OPMERKING
*: Ingangsgroepen
Voices worden op basis van hun voicecategorie ingedeeld in
ingangsgroepen. Als u bijvoorbeeld de T-instelling (geluidsvo-
lumes voor tom) wijzigt, wordt het volume van alle geluiden uit
de voicecategorie Tom (T) overeenkomstig gewijzigd.
Instellingen
0 tot 16
>MIXER ÏÏÏÏÏÈ
” Kick=16 HSKtCR
q
02: Gebied KitVoice
Instellingen die betrekking hebben op
afzonderlijke voices
OPMERKING
U kunt triggersignaalbronnen ook selecteren door de knop
[SHIFT] ingedrukt te houden en op de knoppen [<]/[>] te druk-
ken.
Instellingen
snareHd, snareOp, snareCl, snrOfHd,
snrOfOp, snrOfCl, tom1Hd, tom2Hd, tom3Hd,
rideBw, rideEg, rideCp, crashBw, crashEg,
crashCp, kick, pad8, hhOpBw, hhOpEg,
hhOpCp, hhClBw, hhClEg, hhClCp, hhFtCl,
hhSplsh, pad10, pad11, pad12 en kick2
Raadpleeg pagina 29 voor meer informatie
over de relatie tussen triggeringangsaanslui-
tingen en triggersignaalbronnen.
>Ki
t
V1 snareHd
Layer=s
t
ack ‚
q
w