DRUM TRIGGER MODULE DTX502 Gebruikershandleiding NL
Inhoudsopgave Welkom ........................................................................... 6 Handleidingen ................................................................ 6 Setup De eerste stappen.......................................................... 7 Beknopte starthandleiding ........................................... 8 Drumgeluiden kiezen .............................................................. 8 Met een song meespelen........................................................
DTX502 Gebruikershandleiding 3
VOORZICHTIG LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige en handige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging. WAARSCHUWING Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen.
Aansluitingen Zorgvuldig behandelen • Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt. • Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
Welkom Dank u voor de aanschaf van een Yamaha DTX502 elektronische drumtriggermodule. Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te maken van dit nieuwe instrument. Bewaar de handleiding daarna op een veilige plaats zodat u deze later zo nodig kunt raadplegen. Handleidingen Gebruikershandleiding (dit boekje)—met gedeeltes over setup, basistechnieken, geavanceerde technieken en referentie.
Setup De eerste stappen Setup 1. Open de verpakkingen en haal de inhoud eruit. • DTX502 Drumtriggermodule • Rek (RS502) • Padset (DTP522, DTP532, DTP542 of DTP562) 2. De onderdelen in elkaar zetten • Zet het rek in elkaar. → Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij uw rek (RS502) is geleverd. • Monteer de pads en de DTX502-module op het rek. → Raadpleeg de montagehandleiding die bij uw padset is geleverd. 3. Maak de nodige aansluitingen.
Setup Beknopte starthandleiding Drumgeluiden kiezen (pagina 19) q Druk op de knop [KIT]. w Draai aan de draaiknop Data om een andere drumkit te selecteren. 120 U kunt ook geluiden toewijzen aan afzonderlijke pads. (Zie pagina 20.) w q Met een song meespelen (pagina 26) q Druk op de knop [SONG]. w Draai aan de draaiknop Data om een andere song te selecteren. 120 q e Druk op de knop [ ] om het afspelen van de demosong te starten.
Setup Beknopte starthandleiding Oefenen in Training Mode (pagina 38) q Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop [KIT]. 120 w q q w Draai aan de draaiknop Data om een van de trainingsopties van de drummodule te selecteren. e Druk op de knop die knippert ([ ] of [ ]) als u klaar bent om te beginnen. Er zijn acht verschillende trainingsopties beschikbaar op uw DTX502. Zie pagina 38 voor meer informatie over elke optie.
Setup Namen en functies van componenten Bedieningspaneel q w e 120 y u i o !4 q[ r wxyz{|} drums !1 !2 !0 !3 !5 ] (Standby/On)-knop (pagina 13) Met deze knop kunt u de drummodule in- en uitschakelen. w Metronoomlampjes Als de metronoom speelt, knippert het rode lampje bij het begin van elke maat. Het groene lampje knippert om de tel. e Nummerweergave De nummerweergave wordt gebruikt om het tempo, modusspecifieke getallen en timerwaarden aan te geven. (Zie pagina 74.
Setup Namen en functies van componenten !2 [ ]-knop (pagina 31) !4 [PHONES]-aansluiting • Druk op de knop [ ] om de ingebouwde metronoom te starten en stoppen. • In de modus Training kunt u met knop [ ] de oefensessies starten en stoppen. • Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop [ ] om het gebied voor geavanceerde metronoominstellingen te openen. !3 [SAVE/ENTER]-knop • Druk op de knop [SAVE/ENTER] als u uw gegevens wilt opslaan.
Setup Configureren voor geluid Het netsnoer aansluiten 1. Controleer of uw drummodule is uitgeschakeld (er mag niets te zien zijn op het LCD-scherm). 2. Steek de DC-stekker van de voedingsadapter in de [ ]-aansluiting op het achterpaneel. 3. Haak het snoer van de netadapter rond de kabelklem om te voorkomen dat het per ongeluk wordt losgetrokken. Een muziekspeler aansluiten Via de [AUX IN] (extra invoer) kunt u een draagbare muziekspeler of een vergelijkbare geluidsbron aansluiten op uw drummodule.
Setup Configureren voor geluid De drummodule inschakelen 1. Als u de drummodule hebt aangesloten op andere audioapparaten, zoals luidsprekers met eigen voeding, controleert u of het volume van die apparaten helemaal omlaag is gedraaid. 2. Druk op de knop [ Auto Power Off timer= 30min Instellingen Als u uw DTX502 de eerste keer inschakelt, wordt de pagina Initial Setup weergegeven. Op deze pagina moet u de volgende instellingen opgeven.
Setup Configureren voor geluid De drummodule uitzetten 1. Als u uw DTX502 hebt aangesloten op andere audioapparatuur, controleert u of het volume van die apparaten helemaal omlaag is gedraaid. 2. Druk op de knop [ ] (Standby/On). De standaardinstellingen herstellen Deze standaardinstellingen van uw drummodule—die samen de Fabrieksinstellingen worden genoemd—kunnen op elk gewenst moment worden hersteld als ze per ongeluk zijn overschreven of als u al uw eigen instellingen wilt verwijderen.
Basistechnieken Basisbediening van de DTX502 Basistechnieken 120 >Pad1 ” Splash= 30 Voor het wijzigen van waarden ‚ Voor het aanpassen van het volume Voor het selecteren van de parameter die moet worden ingesteld Het volume aanpassen OPMERKING Druk op de knop VOLUME [+] om het volume te verhogen. Druk op de knop VOLUME [–] om het volume te verlagen.
Basistechnieken Op de drumpads tikken Snare Als u een driezonesnarepad zoals de XP80 gebruikt, kunt u drie verschillende geluiden (vel, open rand en gesloten rand) produceren afhankelijk van waar u tikt, zoals wanneer u een akoestische snare bespeelt. Gesloten rimshots (rand 2) Headshots Open rimshots (rand 1) Headshots Als u op het hoofdoppervlak van de pad tik, produceert u een headshotgeluid. Open rimshots Als u op de open-randzone tikt, produceert u een openrimshotgeluid.
Basistechnieken Op de drumpads tikken Hi-hats Gebruikt u een hi-hatpad met twee zones zoals de RHH135, kunt u een aantal verschillende geluiden produceren, net zoals wanneer u een akoestisch hi-hatbekken zou bespelen. Edgeshots Open en gesloten geluiden • U kunt een open-hi-hatgeluid produceren door op de hihatpad te tikken terwijl het pedaal van de hi-hatcontroller niet is ingedrukt.
Basistechnieken Op de drumpads tikken Bekkens Gebruikt u een bekkenpad met drie zones zoals de PCY135, kunt u een aantal verschillende geluiden produceren, net zoals wanneer u een akoestisch ridebekken zou bespelen. Bellshots (rand 2) Edgeshots (rand 1) Bowshots Als u op het hoofdoppervlak van de bekkenpad tikt (het booggedeelte tussen de kom en de rand), produceert u een bowshotgeluid.
Basistechnieken Een kit selecteren en bespelen Bij de DTX502 is een “kit” een volledige set toewijzingen van drumgeluiden voor alle pads. Uw drummodule is bij levering al voorzien van 50 verschillende drum- en percussiekits. KIT1 Een kit selecteren 1. Druk op de knop [KIT] om het Kit-gebied te openen. Controleer of linksboven in het scherm “KIT1” wordt weergegeven. aan de draaiknop Data om een andere kit te selec2. Draai teren.
Basistechnieken Uw eigen unieke kits bouwen U kunt met de DTX502 gemakkelijk uw eigen unieke drumkits maken. U hoeft alleen maar op de manier die hieronder wordt beschreven de drumgeluiden te wijzigen die op de pagina’s KIT2 tot KIT6 zijn toegewezen aan de afzonderlijke pads. OPMERKING De pagina KIT1 wordt alleen gebruikt voor het selecteren van verschillende kits.
Basistechnieken Uw eigen unieke kits bouwen KIT2 Voices toewijzen aan instrumenten 1. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina KIT2. KIt2 Snare ”S01:MapleCustm‚ op de pad waarvan u de instrumentvoice wilt wijzi2. Tik gen. de cursor zo nodig met de knoppen [<]/[>] 3. Verplaats naar de voicecategorie. OPMERKING In plaats van op een pad te tikken om deze te selecteren, kunt u de huidige selectie ook wijzigen door op de knoppen [<]/[>] te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
Basistechnieken Uw eigen unieke kits bouwen KIT3 Stemmen en bekkenformaten wijzigen 1. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina KIT3. op de pad waarvan u de instrumentstemming of het 2. Tik bekkenformaat wilt wijzigen. Draai aan de draaiknop Data om de stemming of het 3. bekkenformaat te wijzigen. De inhoud van de pagina varieert afhankelijk van de voicecategorie die voor het desbetreffende instrument is geselecteerd.
Basistechnieken Uw eigen unieke kits bouwen KIT4 Instrumentvoices aanpassen 1. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina KIT4. op de pad waarvan u de instrumentvoice wilt aan2. Tik passen. 3. Draai de draaiknop Data om de voice aan te passen. OPMERKING In plaats van op een pad te tikken om deze te selecteren, kunt u de huidige selectie ook wijzigen door op de knoppen [<]/[>] te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
Basistechnieken Uw eigen unieke kits bouwen KIT5 Instrumentvolumes aanpassen 1. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina KIT5. op de pad waarvan u het instrumentvolume wilt 2. Tik aanpassen. aan de draaiknop Data om het instrumentvolume 3. Draai te wijzigen. OPMERKING In plaats van op een pad te tikken om deze te selecteren, kunt u de huidige selectie ook wijzigen door op de knoppen [<]/[>] te drukken terwijl u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt.
Basistechnieken Aangepaste kits opslaan U kunt uw aangepaste kit nu opslaan als een van de gebruikerskits van de drummodule, die de nummers 51 tot 100 hebben. Gebruikerskits blijven ook aanwezig in het geheugen als de DTX502 wordt uitgeschakeld. 1. Druk op de knop [SAVE/ENTER]. De knop gaat knipperen en de volgende pagina wordt weergegeven. KIt saVe to 51 :[Maple Custom] Draai aan de draaiknop Data om de gebruikerskit (51 tot 2. 100) te selecteren waarin u uw instellingen wilt opslaan. 3.
Basistechnieken Meespelen met een song Uw DTX502 wordt geleverd met een uitgebreide verzameling oefensongs. De songs omvatten een groot aantal genres en vormen een gemakkelijke en plezierige manier om te oefenen met drummen. U kunt songs selecteren op de pagina SONG1. Druk op de knop [SONG] om de pagina SONG1 te openen. SONG1 01:Demo songnummer ‚ Songnaam SONG1 Een song selecteren of linksboven in het scherm “SONG1” wordt 1. Controleer weergegeven. aan de draaiknop Data om een song te selecteren 2.
Basistechnieken Meespelen met een song Het songtempo aanpassen 1. Druk op de knop [ ] om de song te starten. kunt het tempo aanpassen door de knop [SHIFT] 2. Uingedrukt te houden terwijl u aan de draaiknop Data draait. OPMERKING • U kunt het tempo vrij instellen tussen 30 en 300 BPM. • U kunt ook de functie Tap Tempo (pagina 36) gebruiken om het tempo in te stellen door op pads te tikken. Ingedrukt houden De drumpartijen van een song dempen 1. Druk op de knop [ ] om de song te starten.
Basistechnieken Meespelen met een song SONG2 Een song loopen Op de pagina SONG2 kun u instellen welke song herhaaldelijk geloopt moet worden afgespeeld. 1. Druk op de knop [SONG]. 2. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina SONG2. SONG2 ” Loop=off ‚ aan de draaiknop Data om de loopinstelling te 3. Draai wijzigen. • Als Loop is ingesteld op “off”, stopt de song automatisch wanneer het einde is bereikt. • Als Loop is ingesteld op “on”, begint de song weer vanaf het begin als het einde is bereikt.
Basistechnieken Meespelen met een song Padsongs afspelen Met de term “padsong” wordt verwezen naar songs die kunnen worden afgespeeld door het tikken op een specifieke drumpad. U kunt het afspelen van padsongs starten en stoppen door de pads te raken waaraan ze zijn toegewezen, op dezelfde manier waarop u snaregeluiden kunt produceren door de pad te raken waaraan de betreffende snarevoice is toegewezen. Een padsong toewijzen aan een pad 1. Druk op de knop [KIT] om het Kit-gebied te openen.
Basistechnieken Meespelen met een song de cursor zo nodig met de 5. Verplaats knoppen [<]/[>] naar de voicecategorie. KIt2 snareHd ”S01:MapleCustm‚ aan de draaiknop Data om “ e ” (padsong) te 6. Draai selecteren als de voicecategorie. KIt2* snareHd ”Ö01:Demo ≥‚ de cursor met de knoppen [<]/[>] naar het 7. Verplaats songnummer. KIt2* snareHd ”Ö01:Demo ≥‚ Draai aan de draaiknop Data om een padsong te 8. kiezen. Zie het gedeelte Datalijst (pagina 83) voor meer informatie over de beschikbare padsongs.
Basistechnieken De metronoom gebruiken Op uw elektronische drumkit meespelen met de ingebouwde metronoom is een goede manier om uw ritme te perfectioneren. Starten en stoppen Druk op de knop [ ] om de metronoom te starten. • Het rode metronoomlampje (links) knippert bij het begin van elke maat. Het groene lampje (rechts) knippert om de tel. • Het huidige metronoomtempo wordt in de nummerdisplay weergegeven. Knippert rood Knippert groen Druk nogmaals op de knop [ te stoppen.
Basistechnieken De metronoom aanpassen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u geavanceerde metronoominstellingen uitvoert. Hiervoor worden in totaal zes pagina’s (CLK1 tot CLK6) gebruikt. LET OP Als een of meer van de parameters van een klikset zijn gewijzigd maar nog niet zijn opgeslagen, wordt er bovenaan in het scherm een sterretje (*) weergegeven naast de naam van de pagina. Het sterretje verdwijnt als u uw instellingen opslaat. (Zie pagina 37.
Basistechnieken De metronoom aanpassen CLK1 Het tempo instellen de cursor met de knoppen [<]/[>] naar het 1. Verplaats getal rechts van het symbool “ ⁄= ”. Draai aan de draaiknop Data om de tempo-instelling te 2. wijzigen. U kunt het tempo vrij instellen tussen 30 en 300 BPM. OPMERKING • Als u de knop [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u aan de draaiknop Data draait, kunt u het tempo wijzigen zonder dat u de cursor naar het getal rechts van het symbool “ ⁄= ” hoeft te verplaatsen.
Basistechnieken De metronoom aanpassen CLK2 Afzonderlijke volumes instellen Op de pagina CLK2 kunt u de volumes van afzonderlijke subgedeelten van de metronoom instellen. de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop 1. Houd [ ] om het gebied Metronome te openen. 2. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina CLK2. CLK2* A˘=9 ¤=9 ” ‹=0 ßß=0 Œ=0 ‚ de cursor naar “ A˘ ”, “ ¤ ”, “ ‹ ”, “ ßß ” of 3. Verplaats “ Œ ” zodat u het volume voor dat subgedeelte kunt aanpassen.
Basistechnieken De metronoom aanpassen aan de draaiknop Data om een geluidset voor de 3. Draai metronoom te kiezen. De volgende zes sets zijn beschikbaar op uw DTX502. 1 Metronome1 4 Stick 2 Metronome2 5 Human 1 3 Cowbell 6 Human 2 CLK4 Geluiden wijzigen voor afzonderlijke subgedeelten Op de pagina CLK4 kunt u vrij verschillende geluiden toewijzen aan elk van de subgedeelten van de metronoom (“ A˘ ”, “ ¤ ”, “ ‹ ”, “ ßß ” en “ Œ ”). de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop 1.
Basistechnieken De metronoom aanpassen CLK5 Kliksetgeluiden stemmen Op de pagina CLK5 kunt u de geluiden stemmen voor elk van de subgedeelten van de metronoom (“ A˘ ”, “ ¤ ”, “ ‹ ”, “ ßß ” en “ Œ ”). de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop 1. Houd [ ] om het gebied Metronome te openen. 2. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina CLK5. CLK5* Sound=A˘ ” tune=+ 0.0 ‚ 3.
Basistechnieken Een aangepaste klikset opslaan Nadat u een klikset hebt aangepast (zoals wordt beschreven op pagina 32 tot 36), moet u deze opslaan om te voorkomen dat uw instellingen verloren gaan als de DTX502 wordt uitgeschakeld. 1. Druk op de knop [SAVE/ENTER]. De knop gaat knipperen en de volgende pagina wordt weergegeven. CLK saVe to 01 :[User ] aan de draaiknop Data om de klikset (1 tot 30) te 2. Draai selecteren waarin u uw instellingen wilt opslaan. 3.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode Uw DTX502 wordt geleverd met acht verschillende soorten training waarmee u verschillende drumvaardigheden op een leuke manier kunt verbeteren. U kunt aan uw ritmegevoel werken, drumpatronen uit een groot aantal verschillende muziekgenres leren en zelfs oefenen in het zo wild mogelijk spelen. Training Mode Uw ritmegevoel verbeteren 1. Groovecontrole ...............................................................................................pagina 38 2. Ritmegate..
Basistechnieken Oefenen in Training Mode de pads zo precies mogelijk mee met de 4. Bespeel metronoom of song. Nauwkeurige timing Te vroeg geraakt OPMERKING U kunt het trainingstempo instellen door aan de draaiknop Data te draaien. Te laat geraakt ª ---EEnEE--- Timing van huidige tik Bereik van timingvariatie Weergave van afzonderlijke tikken • De timing van uw meest recente tik wordt aangegeven met het symbool “t”.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode 2. Ritmegate Als hulpmiddel bij het verbeteren van uw timing laat Rhythm Gate op het scherm zien of er variatie is in de timing van uw drumspel. Als u niet in de maat van de metronoom of song op een pad tikt, wordt er geen geluid geproduceerd. Er zijn twee verschillende soorten training beschikbaar. Bij de eerste wordt de metronoom gebruikt en bij de tweede kunt u meespelen met een song. Als u klaar bent met de training, wordt uw score weergegeven op het scherm.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode Het moeilijkheidsniveau aanpassen Met Rhythm Gate kunt u de breedte van de gate verminderen om de training moeilijker te maken en omgekeerd. Zorg dat “02:Rhythm Gate” is geselecteerd op de 1. pagina met het trainingsmenu (TRNG1) en druk op OPMERKING Het moeilijkheidsniveau kan niet tijdens de training worden aangepast. de knop [>]. De pagina TRNG2 wordt weergegeven.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode het aantal maten in waarin de metronoom moet 4. Stel worden afgespeeld en moet worden gedempt. tRNG2 ” Meas=3 Brk=1 Maten waarvoor de metronoom wordt afgespeeld Maten waarvoor de metronoom niet wordt afgespeeld • Verplaats de cursor met de knoppen [<]/[>] naar de parameter die u wilt instellen. • Draai aan de draaiknop Data om het overeenkomstige aantal maten in te stellen tussen 1 en 8. op de knop [ 5. Druk nen.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode de pads mee met de metronoom en richt u 4. Bespeel daarbij op een nauwkeurige timing. Nauwkeurige timing Tempowijziging ⁄=120 g2 --∆∆∆’∆∆O-- Gatebreedte (moeilijkheidsniveau) Te vroeg geraakt Timing van huidige tik Te laat geraakt Weergave van afzonderlijke tikken • De timing van uw meest recente tik wordt aangegeven met het symbool “t”. • Als uw timing goed is, wordt het symbool “t” in het midden van de schaal weergegeven.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode 5. Veranderen Bij Change Up-training is uw doel om een goede timing te houden terwijl u meespeelt met een van maximaal zeven verschillende oefenritmes*. Het oefenritme wordt na een bepaald aantal maten, dat u ook kunt instellen, automatisch veranderd. Als u klaar bent met de training, wordt uw score weergegeven op het scherm. 3 *: De zeven oefenritmepatronen zijn , , 3 , , 6 , en . Trainingsprocedure Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op [KIT] om 1.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode 4. Bespeel de pads mee met het oefenritme. Het oefenritme verandert in de volgende reeks. 3 3 6 • Het te spelen ritme wordt aangegeven in het midden van het scherm. • Het volgende ritme knippert rechtsonder in het scherm. • Als u het oefenritme wilt dempen en met alleen de metronoom wilt meespelen, houdt u de knop [SHIFT] ingedrukt en drukt u op de knop [ ].
Basistechnieken Oefenen in Training Mode Het aantal maten wijzigen waarna het ritme verandert dat “05:Change Up” is geselecteerd op de 1. Zorg pagina met het trainingsmenu (TRNG1) en ga met de knop [>] naar de pagina TRNG9. tRNG9 ” Measure=2 aan de draaiknop Data om 1, 2 of 4 te selecte2. Draai ren als het aantal maten waarna het ritme verandert. 6. Padgate Bij de training Pad Gate produceren de pads alleen geluid als uw drumspel precies overeenkomt met een oefendrumpatroon.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode u de training wilt beëindigen, drukt u op de 6. Als knop [ ]. • Uw score wordt weergegeven op het scherm. De hoogst mogelijke score is 100 punten. • U kunt ook na afloop van de training uw slagverhouding voor afzonderlijke drumpartijen bekijken. Ga met de knoppen [<]/[>] vanuit de pagina met de score naar de slagverhoudingen. • Druk op de knop [SAVE/ENTER] om terug te keren naar de pagina met het trainingsmenu (TRNG1).
Basistechnieken Oefenen in Training Mode 4. Selecteer de partijen die u wilt dempen. Dempen op het scherm 4-1. Verplaats de cursor met de knoppen [<]/[>] naar de partij die u wilt dempen (H, S, K, T, C, B of O). 4-2. Draai aan de draaiknop Data om de geselecteerde partij te dempen (of de demping op te heffen). Het symbool “ M ” wordt boven gedempte partijen weergegeven. M HiHat HSKtC BO Dempen met de pads 4-1. Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op de knop [ play demping in te schakelen.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode 8. Snelle spurt In een Fast Blast-trainingsessie bespeelt u de drums gedurende een ingestelde periode zo wild als u kunt. Dit is meer een game dan een oefenmethode. Uw doel is om een zo hoog mogelijke score te behalen. Als u klaar bent met de training, wordt uw score weergegeven op het scherm. Trainingsprocedure Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op [KIT] om 1. de modus Training te starten. aan de draaiknop Data om “08:Fast Blast” te 2. Draai selecteren. 3.
Basistechnieken Oefenen in Training Mode Uw kracht- en activiteitspunten weergeven 5-1. Druk terwijl het bericht “Finished!” op het scherm wordt weergegeven op de knop [>]. 5-2. Op de drummodule worden uw krachtpunten (Pwr) en activiteitspunten (Act) weergegeven. Krachtpunten ” Pwr: 32507 p Act: 31219 p‚ Activiteitspunten • Hoe krachtiger u de pads hebt bespeeld, hoe mee krachtpunten u hebt gekregen. • Hoe meer pads u hebt bespeeld, hoe meer activiteitspunten u krijgt.
Basistechnieken Uw spel opnemen U kunt uw spel opnemen in de DTX502 in de vorm van gebruikerssongs. OPMERKING • Prestaties die worden opgenomen in de drummodule worden niet opgeslagen als audiobestanden. In plaats daarvan worden ze opgeslagen in de vorm van MIDI-gegevens, waarin wordt beschreven welke pads wanneer zijn bespeeld. • De volgende opties kunnen niet worden gebruikt tijdens een opname. • Pad Song • PadFunc Voorbereiding 1. Druk op de knop [SONG]. aan de draaiknop Data om de gebruikerssong 2.
Basistechnieken Uw spel opnemen Tempo U kunt het songtempo instellen waarmee u uw spel wilt opnemen. Quantize OPMERKING Kwantificering is een functie waarmee eventuele kleine afwijkingen in de timing van uw spel worden gecorrigeerd. De DTX502 kan opnames maken die zijn gekwantificeerd op basis van een opgegeven nootlengte. De volgende kwantificerings zijn beschikbaar. Als kwantificering is ingesteld op “off”, worden afwijkingen in de timing van uw drumspel niet gecorrigeerd.
Basistechnieken Uw spel opnemen Een gebruikerssong een naam geven Met de volgende procedure kunt u een naam naar keuze toewijzen aan de gebruikerssong die u hebt opgenomen. op de knop [SAVE/ENTER] op het de pagina 1. Druk SONG1. OPMERKING • De naam van presetsongs kan niet worden gewijzigd. • De naam van songs die geen gegevens bevatten (“EmptySng”) kan niet worden gewijzigd. De knop gaat knipperen en de volgende pagina wordt weergegeven. SONG saVe name :[Untitled] 2.
Basistechnieken Uw spel opnemen SONG4 Een opname verwijderen 1. Druk op de knop [SONG]. De pagina SONG1 wordt weergegeven. aan de draaiknop Data om de song te selecteren 2. Draai die u wilt verwijderen 3. Ga met de knoppen [<]/[>] naar de pagina SONG4. SONG4 Clear ” Current Song 4. Druk op de knop [SAVE/ENTER]. SONG4 Clear Are you sure? Als u het proces wilt annuleren zonder de song te verwijderen, drukt u op de knop [ op de knop [SAVE/ENTER] om de geselecteerde 5. Druk song te verwijderen.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Geavanceerde technieken Menu Mode wordt gebruikt voor het aanpassen van parameters en functies van de drummodule, die zijn ingedeeld in de volgende acht gebieden. Menu Mode 01: Gebied Mixer: Mixer-instellingen MIXER Mixer-instellingen ............................................. Pagina 57 02: Gebied KitVoice: Instellingen die betrekking hebben op afzonderlijke voices KitV1 Layers (Lagen) .................................................
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Instellingsprocedure Uw instellingen opslaan Gebruik de volgende procedure in Menu Mode om parameters te selecteren en de instellingen ervan te wijzigen. 1. Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk op [SAVE/ ENTER] om Menu Mode te starten.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode 01: Gebied Mixer 02: Gebied KitVoice Mixer-instellingen Instellingen die betrekking hebben op afzonderlijke voices Het gebied Mixer wordt gebruikt voor het aanpassen van de volumes van de verschillende drumkitvoices. MIXER Het gebied KitVoice wordt gebruikt voor het instellen van drumvoices voor afzonderlijke triggersignaalbronnen.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode w Laag Gebruik deze parameter om op te geven de voices in de twee lagen (A en B) moeten worden geordend voor de opgegeven triggersignaalbron. Instellingen Omschrijving off Laag B wordt uitgeschakeld en alleen de voice van Laag A produceert geluid. stack De voices van Laag A en Laag B produceren over het gehele snelheidsbereik geluid met dezelfde snelheid.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode e Voicenummer: Voice Name Met de parameter Voice Number kunt u een voice kiezen uit de geselecteerde categorie. Instellingen Als “00:NoAssign” is geselecteerd als de voice, produceert de desbetreffende laag geen geluid. >KitV3 snareHd˙ ” Volume=127 ‚ w q Triggersignaalbron Zie q Trigger input source in de beschrijving van de pagina KitV2.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode KitV8 MIDI Note Number (MIDI-nootnummer) >KitV8 ”Note= snareHd˙ 38/D 1 ‚ MIDI Gate Time (MIDI-gatetijd) KitV10 q >KitV10 snareHd˙ ”Gatetime=0.3s ‚ w q w q Triggersignaalbron Zie q Trigger input source in de beschrijving van de pagina KitV2. q Triggersignaalbron Zie q Trigger input source in de beschrijving van de pagina KitV2.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode KitV12 Hold Mode 03: Gebied KitCommon >KitV12 snareHd ” HoldMode=off ‚ q Instellingen die betrekking hebben op gehele kits In het gebied KitCommon kunt u parameters instellen die gelden voor de huidige kit. w q Triggersignaalbron Zie q Trigger input source in de beschrijving van de pagina KitV1. De instelling die op deze pagina wordt uitgevoerd, geldt voor zowel Laag A als Laag B.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode KitC3 Reverb-type KitC5 >KitC3 ”ReVtype=hall1 ‚ Pad control (Padbesturing) >KitC5 ”PacCtl=snares ‚ q q q RevType Met deze parameter selecteert u het type reverb dat moet worden toegepast.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Trigger Setup Link (Triggerinstellingskoppeling) MIDI Control Change (MIDI-besturingswijziging) KitC10 KitC8 >KitC8 ”trgSetupLk=off‚ q q TrgSetupLk Met deze parameter wijst u een triggerinstelling toe aan de momenteel geselecteerde kit. Selecteer “off” als voor de kit geen specifieke triggerinstelling nodig is.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode 3. 04: Gebied KitJob Druk op de knop [SAVE/ENTER]. U wordt gevraagd te bevestigen of u de pad wilt kopiëren. Kitbeheer KitJ1 Copy Pad >KitJ1 CopyPad Are you sure? >KitJ1 CopyPad ”01:Snare≥Snare‚ VOORZICHTIG Als een pad wordt gekopieerd, worden alle instellingen van de doelpad overschreven met die van de gekopieerde pad. Controleer voordat u verdergaat dus of de doelpad geen onvervangbare instellingen bevat.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode KitJ2 Clear User Kit (Gebruikerskit wissen) >KitJ2 Clear ”51:User Kit 05: Gebied Pad Padgerelateerde instellingen Hi-hat Splash Sensitivity (Gevoeligheid van hi-hatsplashes) Pad1 Op de pagina Clear User Kit kunt u de standaardinstellingen van een gebruikerskit terugzetten. 1. >KitJ2 Clear ”51:User Kit Nummer van gebruikerskit 2.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Pad3 Pad Function (PadFunc) >Pad3 snareHd ”Func=off 06: Gebied Trigger q Triggergerelateerde instellingen TRG1 Trigger Setup w q Triggeringang Dit item geeft aan aan welke triggersignaalbron een functie moet worden toegewezen. U kunt triggersignaalbronnen selecteren door op de desbetreffende pad of zone te tikken.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode TRG2 Velocity Curve Spl11 q >tRG2 Snare 00% ”VelCurVe=norm ‚ aanslag Spl12 Spl13 Spl14 Spl15 w q Triggeringang Dit item geeft de pad aan die moet worden bewerkt. Tik zo nodig op een andere pad om die te selecteren. Triggeringangsniveau OPMERKING • De procentwaarde rechtsboven in het scherm geeft het triggeringangsniveau aan als op de pad wordt getikt.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode TRG3 Pad Type (Padtype) TRG4 Gain q q >tRG3 Snare 00% ”SN:XP80 ‚ >tRG4 Snare 00% ” Gain= 1 ‚ w w q Triggeringang Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2. q Triggeringang Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2. w Pad Type Met deze parameter geeft u een type voor de geselecteerde pad op.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode TRG6 Minimum Velocity (Minimumsnelheid) TRG8 Wait Time (Wachttijd) q q >tRG6 Snare 00% ” MinVel= 1 ‚ >tRG8 Snare 00% ”Waittime= 4ms ‚ w w q Triggeringang Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2. q Triggeringang Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode TRG10 Crosstalk (Overspraak) Tip q >tRG10 Snare 00% ” Crosstalk=35 ‚ In het volgende voorbeeld ziet u hoe overspraak kan worden geëlimineerd als er onbedoeld snaregeluiden worden geproduceerd als tom 1 en 2 worden bespeeld. w q Triggeringang Zie q Trigger input in de beschrijving van de pagina TRG2.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode TRG12 Copy Trigger (Trigger kopiëren) 3. Druk op de knop [SAVE/ENTER]. U wordt gevraagd te bevestigen of u de pad wilt kopiëren. >tRG12 CopyPad ” 1:Snare≥Snare >tRG12 CopyPad Are you sure? Op de pagina Copy Trigger kunt u alle instellingen voor een specifieke pad in de huidige triggerinstelling uit een andere triggerinstelling kopiëren.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Trng3 07: Gebied Training Traininggerelateerde instellingen Ignore Timing (Timing negeren) >trng3 ”Ignrtiming=off‚ In het gebied Training kunt u trainingsfunctieparameters instellen. q Trng1 Timer >trng1 ” timer=off ‚ q IgnrTiming Met deze parameter geeft u op of de pads wel of geen geluid moeten produceren als ze uit de maat worden bespeeld. Bij de instelling “on” produceren ze altijd geluid.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Trng5 Fast Blast-timer 08: Gebied System >trng5 ”Blasttimer= 10s q q BlastTimer Met deze parameter stelt u de oefentimer voor Fast Blast-training in (pagina 49). De timer wordt bij het begin van de oefening gestart. Als de timer de ingestelde tijd bereikt, wordt de oefensessie automatisch beëindigd.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode System3 Master Equalizer (Masterequalizer) Metronome Output (Metronoomuitvoer) System6 >System3 MEQ ”Lo=+ 2 Hi=+ 2 ‚ q w q Lo De drummodule heeft als master-EQ een bandshelvingequalizer met twee banden. Met deze parameter stelt u de low-end gain van de equalizer in dB in. Hoe hoger de waarde, hoe meer de lage kant wordt versterkt.
Geavanceerde technieken Parameters instellen met Menu Mode Auto Power-Off (Automatische uitschakelfunctie) System8 System10 >System: ” Factory Set >System8 ” AutoPwrOff=30 ‚ Met de procedure die hieronder wordt beschreven, kunt u alle gebruikersgegevens (kits, kliksets, triggerinstellingen en songs) terugzetten naar de standaardinstellingen. q q AutoPwrOff Met deze parameter stelt u de tijd in waarna het apparaat zichzelf automatisch uitschakelt (pagina 13) of zet u deze functie uit (“off”).
Geavanceerde technieken Afzonderlijk verkrijgbare accessoires integreren U kunt uw elektronische drumkit ook uitbreiden met verschillende accessoires* voor een nog betere drumervaring. (*: apart verkrijgbaar). Hieronder wordt beschreven hoe u een PCY90AT-bekkenpad en een KU100-kickunit toevoegt. Als u een andere accessoire wilt toevoegen, leest u de beschrijving van de pagina Pad Type (Padtype) vanuit Menu Mode (pagina 68). Een PCY90AT bekkenpad toevoegen 1. 2.
Geavanceerde technieken Elektronische en akoestische drums integreren Hieronder worden enkele voorbeelden beschreven van hoe u elektronische en akoestische drums kunt integreren. Drumpads toevoegen aan een akoestische drumset Door een CSAT924A-bekkenstandaard en een drumhouder te bevestigen aan de bekkenstandaard van een akoestische drumkit, kunt u op eenvoudige wijze een elektronische drumpad, zoals de TP70, XP70 of XP80, aan die kit toevoegen.
Geavanceerde technieken Elektronische en akoestische drums integreren De DTX502 op een hi-hatstandaard monteren De drummodule kan met een CSAT924A-bekkenstandaard op een handige manier op een hi-hatstandaard worden gemonteerd. In het volgende diagram ziet u een typische voorbeeld van hoe de verschillende onderdelen kunnen worden opgesteld.
Geavanceerde technieken Aansluiten op een computer Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Aansluitingen tot stand brengen Uw DTX502 is weliswaar zelf al zeer krachtig en veelzijdig, maar door deze via een USB-kabel op een computer aan te sluiten, beschikt u over nog meer gebruiksgemak en flexibiliteit. Wanneer het instrument op deze manier is aangesloten op een computer, kunnen er vrij MIDI- en audiobestandsgegevens worden uitgewisseld met de computer.
Referentie Foutmeldingen Referentie Memory full. Er is geen geheugen beschikbaar voor gebruikerssongs. Verwijder onnodige gebruikerssongs voordat u gaan opnemen. Seq data is not empty. Er is een opname uitgevoerd terwijl er een presetsong was geselecteerd, maar er is geen geheugen beschikbaar voor gebruikerssongs. Backup error! • Er konden geen gebruikersgegevens worden opgeslagen terwijl de drummodule was uitgeschakeld.
Referentie Problemen oplossen Naast de volgende informatie kunt u ook tips bij het oplossen van problemen vinden in de Naslaggids (PDF). Zie pagina 79 voor details over het downloaden van deze handleiding. Er wordt geen geluid geproduceerd wanneer een pad wordt aangeslagen of het volume lager is dan verwacht. Controleer de aansluitingen als volgt. • Controleer of de pads op de juiste manier zijn aangesloten op de triggeringangsaansluitingen van de drummodule.
Referentie Problemen oplossen Als u dubbele triggers, overspraak of overgeslagen geluiden opmerkt (zoals hieronder wordt beschreven), probeert u het volgende. Dubbele triggers—er worden meerdere geluiden geproduceerd als reactie op een tik: • Als de desbetreffende pad of drumtrigger een controller heeft voor het aanpassen van de uitvoer of gevoeligheid, draait u die omlaag. • Controleer of de parameter op de pagina Gain (TRG4) vanuit Menu Mode niet te hoog is ingesteld. (Zie pagina 68.
Referentie Datalijst Lijst met presetkits Nr.
Referentie Datalijst Tom Nr.
Referentie Datalijst Voiceoverzicht Effect Nr.
Referentie Datalijst Tom Nr.
Referentie Datalijst Percussion Nr.
Referentie Specificaties Toongenerator Type AWM2 Maximale polyfonie 32 noten Effectunits Reverb: 9 typen Masterequalizer Aantal Preset: 50 User (gebruiker): 50* Aantal voices Drums en percussie: 691 Keyboard: 128 Aantal Demosongs: 1 Oefensongs: 37 Padsongs: 22 Gebruikerssongs: 40 Sequencercapaciteit Ongeveer 104.
Reference Index Symbolen [<]/[>] -knoppen .................................... 10 [ ]-aansluiting ..................... 11 [ ]-knop ................................................ 11 [ ]-knop ........................................... 10 [ ] (Standby/On)-knop ......................... 10 [AUX IN]-aansluiting .............................. 11 [HI-HAT CONTROL]-aansluiting ............ 11 [KIT]-knop .............................................. 10 OUTPUT [L/MONO]- en [R]-aansluitingen .....................
DTX502 Gebruikershandleiding
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten. Dit teken op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval. Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht. Yamaha web site http://www.yamaha.com/ Yamaha Downloads http://download.yamaha.com/ U.R.G., Digital Musical Instruments Division © 2013 Yamaha Corporation 211PO***.