User Manual
Table Of Contents
- Cover
- Inhoud
- Verschillen tussen de DTX-PRO en de DTX-PROX
- Links uit de Gebruikershandleidingen
- Hoe de triggers geluiden genereren
- De relatie tussen triggeringangsaansluitingen, triggeringangen en triggeringangsbronnen
- Invoermodus van de triggeringangsaansluiting
- Geluiden die worden gespeeld per trigger (Inst en Voice)
- Voices en layers
- Gebruikersvoices
- Importeren naar gebruikersvoices
- De manier wijzigen waarop een gebruikersvoice wordt afgespeeld (one-shot of loop)
- Gebruikersvoices bewerken en beluisteren
- De triggeringang of triggeringangsbron selecteren
- Effectprocessorontwerp
- Intern geheugen van PRO-serie modules
- MENU-knop
- KIT-modus
- CLICK-modus
- RECORDER-modus
- Oefenen met de trainingsfunctie
- Fader Select FX
- Fader Select CUSTM
- LIVE SET Mode
- Instellingen voor live performances
- Een computer aansluiten
- Problemen oplossen
- Referentie
LIVE SET Mode
126
DTX-PRO DTX-PROX Naslaggids
Stappen registreren
1.
Zorg dat de stap die u wilt registreren is geselecteerd, en druk op de knop onder 'EDIT' ([F1]).
Het scherm EDIT STEP verschijnt.
2.
Gebruik de knoppen onder ' ' en ' ' ([F1] en [F2]) om de cursor te verplaatsen en gebruik de [–][+]-
regelaars om een instelling te selecteren.
De volgende parameters kunnen voor elke stap worden geregistreerd.
Scherm Parameter Instellingen Omschrijving
Step Name Gebruik de [–][+]-regelaars om een teken te
selecteren en verplaats de cursor vervolgens
met de knoppen ' ' en ' ' ([F1] en [F3])
naar de volgende tekenpositie.
U kunt een stapnaam van maximaal
12 tekens lang toewijzen.
Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op de
knop 'OK' ([F2]).
of