Operation Manual

66
Bitstream (bitstroom)
Dit is de digitale vorm van audiogegevens in meerdere kanalen (b.v.
5.1 kanalen) alvorens deze gegevens naar hun diverse kanalen
worden gedecodeerd.
Decoder
Een decoder zet de gecodeerde geluidssignalen op DVDs weer om
naar normale signalen. Dit wordt decodering genoemd.
Dolby Digital
Dit is een methode voor het coderen van digitale signalen die werd
ontwikkeld door Dolby Laboratories. Naast stereo-audio (2 kanalen),
kunnen deze signalen ook 5.1-kanalen audio zijn. Met deze methode
kan een grote hoeveelheid audio-informatie op één disc worden op-
genomen.
Dolby Pro Logic
Een surroundsysteem waarbij een 4-kanalen geluidsspoor in 2 kana-
len is opgenomen en bij weergave wordt hersteld naar 4 kanalen. Het
surroundkanaal is mono en kan maximaal 7 kHz reproduceren.
DTS (Digital Theater Systems)
Een surroundsysteem dat in vele bioscopen over de hele wereld
wordt gebruikt. De voortreffelijke kanaalscheiding maakt realistische
geluidseffecten mogelijk.
Dynamic range (dynamisch bereik)
Het dynamische bereik is het verschil tussen het laagste geluid-
sniveau dat hoorbaar is boven de ruis die voortgebracht wordt door
de apparatuur en het hoogste geluidsniveau waarbij geen geluidsver-
vorming optreedt.
Frame stilstaand-beeldweergave en Field stilstaand-beeld-
weergave
Wanneer u een bewegend beeld pauzeert, verschijnt er een stil-
staand beeld. Een frame stilstaand beeld bestaat uit twee alterner-
ende velden zodat het beeld ietwat wazig is, maar de algemene bee-
ldkwaliteit is voortreffelijk.
Een field stilstaand beeld is niet wazig, maar de beeldkwaliteit is
minder goed omdat het slechts de helft van de informatie van een
frame stilstaand beeld bevat.
Frames zijn de stilstaande beelden die samengaan om een beweg-
end beeld te maken. Ongeveer 30 frames worden per seconde ge-
toond.
n frame bestaat uit twee velden. Een gewoon tv-toestel toont deze
velden achter elkaar om frames te maken.
I/P/B
MPEG, de videocompressie-standaard die voor DVD-Video wordt
gebruikt, codeert de beelden door gebruik te maken van de volgende
3 beeldtypes.
I: Intra-gecodeerd beeld (I-beeld)
Dit is het standaard beeld en is een volledig beeld op zichzelf. Dit
betekent dat het de beste beeldkwaliteit heeft en het best geschikt
is voor wanneer u het beeld wilt afstellen.
P: Door voorspelling gecodeerd beeld (P-beeld)
Dit beeld wordt berekend uitgaande van eerdere I- of P-beelden.
B: Door bidirectionele voorspelling gecodeerd beeld (B-beeld)
Dit beeld wordt berekend door het vergelijken van eerdere en la-
tere I- en P-beelden, en bevat daarom de geringste hoeveelheid
informatie.
Verklarende woordenlijst
Lineair PCM (impulsiecodemodulatie)
PCM is de gebruikelijke digitale methode voor muziek-CDs. Aangez-
ien DVDs een groter volume hebben, wordt er gebruikgemaakt van
PCM die een hogere bemonsteringsfrequentie heeft. Gecom-
primeerde PCM-signalen worden packed PCM (PPCM) genoemd.
Optische digitale audiokabel
Elektronische signalen worden geconverteerd naar optische signalen
voor uitvoer naar de versterker. Hierdoor vermindert de ruis die nor-
maal wordt veroorzaakt door elektronische storing.
Pan&Scan/Brievenbus
DVD-Video wordt normaal geproduceerd met de bedoeling dat het
videomateriaal op een breedbeeldtelevisie met een hoogte-breedte
verhouding van 16:9 wordt bekeken. Dit betekent dat u het meeste
materiaal in die beeldverhouding kunt bekijken op een breedbee-
ldtelevisie.
Materiaal dat met deze beeldverhouding is opgenomen zal niet pas-
sen op een standaardtelevisiescherm met een hoogte-breedte ver-
houding van 4:3. Twee beeldtypes, Pan&Scan en Brievenbus, zijn
voorzien om dit probleem te verhelpen.
Pan&Scan: de zijranden worden afgesneden zodat het beeld het
hele scherm vult.
Brievenbus: zwarte balken verschijnen bovenaan en onderaan het
beeld zodat het beeld zelf in een beeldverhouding van
16:9 te zien is.
Weergavebesturing (PBC)
Wanneer playback control op een Video-CD of zijn hoes is aange-
duid, kunt u weergavemenus op het tv-scherm gebruiken voor het
kiezen en bekijken van bepaalde scènes of informatie. Deze speler
kan Video-CDs met weergavebesturing weergeven.
Het gebruik van menus voor weergavebedieningen van een Video-
CD wordt “menuweergave” genoemd in deze gebruiksaanwijzing.
Bemonsteringsfrequentie
Dit is het aantal geluidsmonsters dat tijdens omzetting naar een digi-
taal signaal per seconde wordt genomen. De bemonsteringsfrequen-
tie wordt uitgedrukt in kilohertz (kHz). Een hoge bemonste-
ringsfrequentie betekent dat het weergegeven geluid het originele
geluid dicht benadert.
Titel/Hoofdstuk
DVD-Video discs zijn onderverdeeld in grote secties (titels) en in klei-
nere secties (hoofdstukken). De nummers die aan deze secties zijn
toegewezen, worden titelnummers en hoofdstuknummers ge-
noemd.
Track
Dit is het kortste segment op DVD-Audio discs, CDs en Video CDs,
en komt doorgaans overeen met één liedje.