Operation Manual

65
Meer informatie over DSP (surround) effecten
Meer informatie over DSP (surround) effecten
Nederlands
Wanneer de Matrix 6.1 decoder werkt, zal de MATRIX indicator in het CinemaStation display oplichten. U ziet dan 6.1 naast de
DSP-programmanaam (bijv. Action 6.1). Matrix 6.1 verschijnt bij Dolby Digital en DTS geluidsvelden.
Sommige Dolby Digital Surround EX en DTS ES disks bevatten geen signaal (flag) dat uw CinemaStation kan gebruiken voor
automatische herkenning. Om dat soort disks met 6.1-kanaals geluid af te spelen, drukt u op MATRIX 6.1 en selecteert dan
Matrix 6.1.
In de onderstaande gevallen kan geen 6.1-kanaals geluid worden weergegeven, ook wanneer u op MATRIX 6.1 drukt.
–Als “* SUR.” is ingesteld op “NON” in het SET MENU.
–Als het geluidseffect is ingesteld op “uit” (stereo-weergave).
–Als er een hoofdtelefoon is aangesloten.
–Als er een Dolby Digital KARAOKE bron wordt weergegeven.
–Als u een 5-kanaals stereo DSP-programma kiest.
Als u uw CinemaStation uitschakelt en dan weer inschakelt, komt Matrix 6.1 op AUTO te staan.
AUTO: Afhankelijk van of de bron Dolby of DTS is,
zal er automatisch worden omgeschakeld
tussen Dolby Digital plus Matrix 6.1 en DTS
plus Matrix 6.1 audio. Wanneer u een 5.1-
kanaals bron met deze instelling afspeelt,
zal er geen virtuele surround-
achterluidspreker worden gecreëerd.
MATRIX 6.1: Selecteer dit onderdeel om een 5.1-kanaals
bron met Matrix 6.1 weer te geven. Er wordt
nu geluid weergegeven via een virtuele
surround-achterluidspreker.
OFF: De Matrix 6.1 decoder is niet ingeschakeld.
Wanneer u een Dolby Digital Surround EX of
DTS ES disk afspeelt, zal er geen geluid via
de virtuele surround-achterluidspreker
worden weergegeven.
Advies
Opmerking
013DVX-S120-nl 03.8.6, 4:41 PM65