Operation Manual

105
Aanhangsel
Aanhangsel
Nederlands
Verklarende woordenlijst
Bitstream
Een signaal dat gecomprimeerd is en omgezet in digitaal
formaat. Afhankelijk van de decoder kan het signaal dan
verwerkt worden als 5.1-meerkanaals audio.
Kanaal (ch)
Een kanaal is een audio-eenheid op basis van een
bepaald bereik en andere eigenschappen.
Vb. 5.1-kanaals
• Voorluidsprekers, links (1 kanaal), rechts (1 kanaal)
• Centreluidspreker (1 kanaal)
• Surrounduidsprekers, links (1 kanaal), rechts (1
kanaal)
• Subwoofer (1 kanaal x 0,1* = 0,1 kanaal)
* Dit is geen volwaardig kanaal, maar een component van
een kanaal dat bedoeld is voor verbetering van de lagere
frequenties.
Cinema DSP (digitale
geluidsveldprocessor)
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk ontwikkeld zijn voor gebruik in
bioscopen, zullen er verschillen zijn in de
geluidsweergave wanneer deze systemen thuis gebruikt
worden, afhankelijk van omstandigheden zoals de
grootte van de kamer, het materiaal van de wanden en
het aantal luidsprekers.
Gebaseerd op een enorme hoeveelheid verzamelde
gegevens van echte uitvoeringsruimten, is de Yamaha
Cinema DSP in staat originele geluidsveld-technologie
te gebruiken in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby
Digital en DTS systemen om zo de kijk- en
luisterervaring van de bioscoop bij u thuis te kunnen
reproduceren.
Component-videosignaal
Een component-videosignaal is opgedeeld in een Y-
signaal voor de luminantie en twee P
B/CB en PR/CR-
signalen voor de chromatische kleurgegevens. Kleuren
kunnen via dit systeem meer natuurgetrouw worden
gereproduceerd omdat al deze signalen geheel van elkaar
zijn gescheiden. Het componentsignaal wordt ook wel
een “kleurverschilsignaal” genoemd, omdat het
luminantiesignaal en het kleursignaal van elkaar worden
afgetrokken.
Decoder
Een decoder zet de gecodeerde gegevens op de DVD
weer om in de oorspronkelijke audio- en videosignalen.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundgeluidssysteem dat
u volledig onafhankelijke meerkanaals audio biedt. Met
drie voorkanalen (links, centre en rechts) en twee stereo-
achterkanalen, zorgt Dolby Digital voor vijf vol-bereik
audiokanalen. Tevens is er een extra kanaal voor de
bastonen, LFE (lagefrequentie-effect) genaamd, zodat
het systeem in totaal 5.1 kanalen heeft.
Door toepassing van 2-kanaals stereo voor de
achterluidsprekers wordt een meer nauwkeurige
weergave van bewegende geluiden verkregen en een
betere surround-geluidsomgeving, zodat bijv. de
weergave van het ruisen van bladeren of de golven van
de zee beter tot zijn recht komt.
Dolby Pro Logic
Een surroundsysteem waarbij een 4-kanaals signaal
wordt opgenomen in 2 kanalen. Bij weergave wordt het
signaal weer via een bepaalde rekenkundige bewerking
omgezet in een onafhankelijk 4-kanaals signaal.
Dolby Pro Logic II
Bij dit systeem wordt een willekeurige 2-kanaals bron
via gebruik van speciale signaalverwerking omgezet in
dynamisch 5.1-kanaals surroundgeluid met een
uitstekende kanaalscheiding. U hebt de beschikking over
Dolby Pro Logic II in de MOVIE modus en in de
MUSIC modus voor stereo. U kunt zelfs oude films die
zijn opgenomen in 2-kanaals audio (met uitzondering
van monogeluidfilms) in krachtig 5.1-kanaals
surroundgeluid weergeven.
DTS (Digital Theater Systems)
Dit is het 5.1-kanaals surroundsysteem dat in de meeste
bioscopen over de hele wereld wordt gebruikt. Door de
grote hoeveelheid audiogegevens kunnen zeer
realistische geluidseffecten worden verkregen.
Dynamisch bereik
Het dynamisch bereik is het verschil tussen het laagste
geluidsniveau dat hoorbaar is boven de ruis die
voortgebracht wordt door de apparatuur en het hoogste
geluidsniveau waarbij geen geluidsvervorming optreedt.
Film- en videogegevens
DVD-media vallen in een van de onderstaande twee
hoofdcategorieën.
• Filmgegevens
Video opgenomen met 24 frames/seconde. (De film
die gebruikt wordt voor het opnemen van speelfilms
wordt met 24 frames/seconde opgenomen.)
Tegenwoordig is er 30 frames/seconde progressive
video.
• Videogegevens
Video opgenomen met 30 frames/seconde.
Uw CinemaStation zal automatisch herkennen of de
bron die op de DVD is opgenomen een film- of
videobron is en dan de beste methode selecteren voor het
omzetten van de gegevens in progressive uitvoer.
Interlace en progressive uitvoer
Tot voor kort was NTSC met 525i (i: interlaced)
scanlijnen het standaard videosignaal. 525p (p: progres-
sive) daarentegen is een signaal met hoge dichtheid dat
het dubbele aantal scanlijnen heeft.
019DVX-S120-nl 03.8.6, 4:46 PM105