Owner's Manual

VERKLARENDE WOORDENLIJST
75
AANHANGSELS
Nederlands
Matrix 6.1
Dit toestel is uitgerust met een Matrix 6.1 decoder voor
Dolby Digital en DTS multikanaals materiaal en maakt 6,1
kanaals weergave mogelijk door toevoeging van een midden
achterkanaal aan het bestaande 5,1 kanaals formaat. (Het
midden achterkanaal wordt samengesteld uit de signalen
voor de linker en rechter achterkanalen en wordt
weergegeven via een virtuele midden achter-luidspreker.)
Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en
realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, in het
bijzonder bij scène waarin dingen over en rond vliegen.
Pan&Scan/Brievenbus
DVD-Video wordt normaal geproduceerd met de bedoeling
dat het videomateriaal op een breedbeeldtelevisie met een
hoogte-breedte verhouding van 16:9 wordt bekeken. Dit
betekent dat u het meeste materiaal in die beeldverhouding
kunt bekijken op een breedbeeldtelevisie.
Materiaal dat met deze beeldverhouding is opgenomen zal
niet passen op een standaardtelevisiescherm met een hoogte-
breedte verhouding van 4:3. Twee beeldtypes, Pan&Scan
en Brievenbus, zijn voorzien om dit probleem te
verhelpen.
Pan&Scan: de zijranden worden afgesneden zodat het beeld
het hele scherm vult.
Brievenbus: zwarte balken verschijnen bovenaan en
onderaan het beeld zodat het beeld zelf in een
beeldverhouding van 16:9 te zien is.
Weergavebesturing (PBC)
Wanneer playback control op een Video-CD of zijn hoes is
aangeduid, kunt u weergavemenus op het tv-scherm
gebruiken voor het kiezen en bekijken van bepaalde scènes
of informatie. Deze speler kan Video-CDs met
weergavebesturing weergeven. Het gebruik van menus voor
weergavebedieningen van een Video-CD wordt
menuweergave genoemd in deze gebruiksaanwijzing.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantificeringsbits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het
aantal keren dat het signaal per seconde gemeten wordt de
bemonsteringsfrequentie genoemd, terwijl de mate van
detail waarin het geluid wordt omgezet in een digitale
waarde wordt aangegeven door het aantal
kwantificeringsbits.
I/P/B
MPEG, de videocompressie-standaard die voor DVD-Video
wordt gebruikt, codeert de beelden door gebruik te maken
van de volgende 3 beeldtypes.
I: Intra-gecodeerd beeld (I-beeld)
Dit is het standaard beeld en is een volledig beeld op
zichzelf. Dit betekent dat het de beste beeldkwaliteit
heeft en het best geschikt is voor wanneer u het beeld
wilt afstellen.
P: Door voorspelling gecodeerd beeld (P-beeld)
Dit beeld wordt berekend uitgaande van eerdere I- of P-
beelden.
B: Door bidirectionele voorspelling gecodeerd beeld (B-
beeld)
Dit beeld wordt berekend door het vergelijken van
eerdere en latere I- en P-beelden, en bevat daarom de
geringste hoeveelheid informatie.
LFE 0,1 kanaal
Dit kanaal is bedoeld voor de reproductie van de lage tonen.
Het frequentiebereik voor dit kanaal loopt van 20 Hz t/m
120 Hz. Dit kanaal wordt maar voor 0,1 kanaal geteld omdat
het alleen de lage tonen behelst, in vergelijking met het volle
frequentiebereik van de andere 5 kanalen in een Dolby
Digital of DTS systeem met 5,1 kanalen.
Lineair PCM (impulsiecodemodulatie)
PCM is de gebruikelijke digitale methode voor muziek-
CDs. Aangezien DVDs een groter volume hebben, wordt er
gebruikgemaakt van PCM die een hogere
bemonsteringsfrequentie heeft. Gecomprimeerde PCM-
signalen worden packed PCM (PPCM) genoemd.
712_S100_69-77_NL 02.3.27, 2:37 PM75