ELEKTRONISCH AKOESTISCHE DRUM MODULE Naslaggids (geavanceerd) NL Inhoud Hoe de triggers geluid genereren ............................ 2 Over de pads............................................................. 2 De relatie tussen trigger input jacks, trigger inputs en trigger input sources............. 3 Triggergeluid (instrument, voice).......................... 4 Intern geheugen van de EAD10........................... 5 Beschrijving van parameters ................................... 11 Scene Edit.....
Hoe de triggers geluid genereren Hoe de EAD10 geluid produceert, wordt uitgelegd in de Gebruikershandleiding. Hierin geven we gedetailleerde informatie over de manier waarop triggersignalen Trigger Sounds genereren. Over de pads Bij de EAD10 kunt u onder meer drumtriggers en elektronische drumpads gebruiken. Typen pads zijn: pads met twee piezo's en met één piezo. Specifieke gebieden op pads heten zones.
Hoe de triggers geluid genereren De relatie tussen trigger input jacks, trigger inputs en trigger input sources In dit gedeelte wordt de relatie uitgelegd tussen trigger input jacks, trigger inputs en trigger input source. Trigger input jack (trigger input) Door de invoermodus op de [qKICK]-jack, [w]-jack, [eSNARE]-jack, [r]-jack in te schakelen, kunt u de trigger input en de trigger input source wijzigen. De [t]-jack en de [y]-jack zijn inputs voor 3 zones en kunnen niet worden gewijzigd.
Hoe de triggers geluid genereren separate Met de instelling “separate” wordt de [qKICK/w]-jack (of de [eSNARE/r]-jack) in afzonderlijke inputs losgemaakt, waarbij aan elke input één instrument wordt toegewezen. Het triggersignaal dat bijvoorbeeld wordt ontvangen door de [w]-jack is gekoppeld aan de trigger input source “Trg2.” Het “Kick-R”-geluid wordt niet geproduceerd.
Hoe de triggers geluid genereren Intern geheugen van de EAD10 U kunt scènes die u hebt gemaakt of bewerkt, opslaan in het interne geheugen, zodat ook na het uitschakelen van het apparaat de gegevens bewaard blijven. U kunt ook systeeminstellingen opslaan, zoals de instellingen voor triggers (MENU/Trigger) en andere algemene instellingen, zoals Utilityinstellingen (MENU/Utility). Gegevens die in de EAD10 kunnen worden opgeslagen In de Hoofdgedeelte kunnen de volgende typen gegevens worden opgeslagen.
MENU Basisschermfuncties Dit scherm wordt weergegeven wanneer u op de knop [MENU] drukt.
MENU De trigger input of de trigger input source selecteren Voor parameters waarvoor de instellingen voor trigger input of trigger source input zijn vereist, wordt de naam van de trigger rechtsboven in het scherm weergegeven. Instellingen voor afzonderlijke trigger inputs In het instellingenscherm voor trigger inputs als MENU/Scene Edit/Inst/InstNumber of MENU/Trigger/Pad Type, drukt u op de knop TRG ([F3]) om het scherm te openen waarin u trigger inputs kunt wijzigen.
MENU Menufuncties MENU Scene Edit Inst Instrumentinstellingen Category . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instrumentcategorie InstNumber . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instrumentnummer InstTune . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instrument stemmen InstDecay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instrument wegsterven InstPan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instrument pan Voice Voice-instellingen Category . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
MENU MENU Trigger Input Mode Instellingen voor de invoermodus Trg1/Trg2 . . . . . . . . . . . . . . . . Trigger 1/Trigger 2 invoermodus Trg3/Trg4 . . . . . . . . . . . . . . . . Trigger 3/Trigger 4 invoermodus Curve Curve-instellingen Velocity Curve. . . . . . . . . . . . Snelheidscurve Type pad Instellingen van type pad PadType . . . . . . . . . . . . . . . . Type pad selecteren Gain . . . . . . . . . . . . . . . . Versterking Sensitivity . . . . . . . . . . . . Gevoeligheid RejectTime . . . . . . . . .
MENU MENU Job Scene Scène-instellingen Recall . . . . . . . . . . . . . . . Terugroepen Sort . . . . . . . . . . . . . . . . . Sorteren Exchange . . . . . . . . . . . . Uitwisselen Clear . . . . . . . . . . . . . . . . Wissen Wave Wave-instellingen Import . . . . . . . . . . . . . . . Geselecteerd audiobestand importeren Import All . . . . . . . . . . . . Alle audiobestanden importeren Delete . . . . . . . . . . . . . . . Geselecteerd audiobestand verwijderen Delete All . . . . . . . . . . . .
Scene Edit MENU Scene Edit Scene Edit Beschrijving van parameters Inst Scene Edit Voice In dit hoofdstuk worden de instellingen van “Scene Edit” in het menu uitgelegd. U kunt galm, effecten (microfoongeluid) en triggergeluiden voor scènes naar wens aanpassen. Voor triggergeluiden kunt u ook effecten gebruiken. Er zijn ook verschillende instellingen voor elke trigger input en trigger input source.
MENU Scene Edit Scene Edit Structuur van instellingenscherm Instrumentinstellingen Voice Voice-instellingen Effect Effect-instellingen Volume Volume-instellingen Tempo Tempo-instellingen Voice Inst Inst Scene Edit Inst Scene Edit/Inst Instrumentinstellingen Effect Structuur van instellingenscherm Scene Edit Inst Category Instrumentcategorie InstNumber Instrumentnummer Volume 1/2 InstTune Instrument stemmen InstDecay Instrument wegsterven InstPan Instrument pan Tempo 2/2 Scen
MENU Scene Edit Inst Scene Edit Scene Edit/Inst 2/2 InstTune : Instrument stemmen Met deze parameter wordt de hoogte van elke trigger input met eenheden van 25 cent bijgesteld. 0.01 komt overeen met 1 cent. -12.00 tot +0.00 tot +12.00 Voice Instellingen OPMERKING Effect Een “cent” is een toonhoogte-eenheid die is gedefinieerd als een honderdste van een halftoon.
MENU Scene Edit Voice Scene Edit Scene Edit/Voice Voice-instellingen Structuur van instellingenscherm Scene Edit Inst Voice 1/4 Category Voice-categorie VoiceNumber Voice-nummer VoiceTune Voice stemmen VoiceDecay Voice wegsterven VoicePan Voice pan Voice 2/4 VoiceFilter Drempelfrequentie voor voice-filter VoiceQ Resonantie (Q) voice-filter VoiceAltGrp Alternatieve groep voor voice VoiceHoldMode Voice Hold-modus Effect 3/4 MessageType Volume 4/4 MIDI-berichttype selecteren Not
MENU Scene Edit Inst Scene Edit Scene Edit/Voice 1/4 Category : Voice-categorie Hiermee wordt de voice-categorie voor elke trigger input source ingesteld. Zie de Datalijst. Voice Instellingen VoiceNumber : Voice-nummer Instellingen Effect Hiermee wordt het voice-nummer voor elke trigger input source ingesteld. Zie de Datalijst. Tempo Volume Scene Edit/Voice 2/4 VoiceTune : Voice stemmen Hiermee wordt het stemmen van de voice ingesteld die aan elke trigger input source is toegewezen. 0.
MENU Scene Edit Inst Scene Edit Scene Edit/Voice 3/4 VoiceFilter : Drempelfrequentie voor voice-filter Instellingen Voice Hiermee wordt de drempelfrequentie voor het voice-filter ingesteld die aan elke trigger input source is toegewezen. Negatieve waarden produceren een donkerder geluid, terwijl positieve waarden een helderder geluid produceren.
MENU Scene Edit Scene Edit Scene Edit/Voice 4/4 Inst Wanneer “note” is geselecteerd bij MessageType Voice Wanneer “REVERB” is geselecteerd bij MessageType Volume Effect Wanneer “EFFECT” is geselecteerd bij MessageType Tempo Wanneer “CC01” tot “CC95” is geselecteerd bij MessageType EAD10 Naslaggids (geavanceerd) 17
MENU Scene Edit Scene Edit MessageType : MIDI-berichttype selecteren Hiermee wordt het type MIDI-bericht ingesteld dat moet worden verzonden wanneer de pad wordt geraakt. OPMERKING Elke andere instelling dan note produceert geen geluid wanneer de pad wordt geraakt. note [For note] Inst Stuurt een MIDI-noot. Met deze parameter laat u de pad een geluid produceren wanneer deze wordt geraakt.
MENU EFFECT Scene Edit Scene Edit [For EFFECT] Bepaalt de hoeveelheid effect (knop Effect) op basis van de manier waarop het pedaal is ingedrukt of hoe hard de pad is geraakt. Er wordt geen geluid geproduceerd, ook als de pad wordt geraakt. MinValue : Minimumwaarde Inst Hiermee stelt u de (minimum)hoeveelheid effect in die moet worden toegepast wanneer het pedaal wordt ingedrukt of wanneer de pad lichtjes wordt geraakt.
MENU Scene Edit Effect Scene Edit Scene Edit/Effect Effect-instellingen Effect Voice (Kick, Kick-R Trg2...
MENU Scene Edit Inst Scene Edit Scene Edit/Effect 1/4 ReverbType : Galmtype Instellingen Voice Selecteert het galmtype. U kunt het galmtype ook selecteren door op de knop “REV” ([F1]) op het scherm Scene te drukken. Zie de Datalijst. Effect ReverbSend : Galm verzenden Hiermee stelt u in hoeveel geluid naar het Reverb-effect wordt verzonden (verzendniveau). Verandert het niveau voor galm verzenden van het microfoon- en het triggergeluid (interne voice).
MENU Scene Edit Mic Effect Inst Scene Edit Scene Edit/Effect 3/4 MicEffType : Type microfooneffect Instellingen Voice Selecteert het type effect dat op het microfoongeluid wordt toegepast. U kunt het microfooneffecttype ook selecteren door op de knop “EFF” ([F2]) op het scherm Scene te drukken. Zie de Datalijst. Effect MicEffDepth : Diepte microfooneffect Hiermee stelt u de diepte van het effect in dat op het microfoongeluid moet worden toegepast.
MENU Scene Edit Volume Scene Edit Scene Edit/Volume Volume-instellingen Scène Inst Trigger Inst Voice Voice Volume Voice Voice Inst Volume Voice Volume Trigger Inst TriggerVolume Voice Volume Effect Voice Scene Volume Voice Inst Volume Volume Voice Volume Mic Mic Volume Tempo Structuur van instellingenscherm Scene Edit Volume Scene Volume Algemeen scènevolume Mic Volume Mic Volume TriggerVolume Algemeen volume triggergeluid Inst Volume Voice Volume Instrumentvolume triggergeluid V
MENU Scene Edit Triggervolume Scene Edit TriggerVolume : Algemeen volume triggergeluid Hiermee stelt u het algemene volume voor het triggergeluid (interne voice) in. Gebruik deze parameter om de balans tussen het microfoongeluid en het triggergeluid in dezelfde scène bij te stellen. Instellingen 0 tot 127 Inst Inst Volume : Instrumentvolume triggergeluid Hiermee wordt het volume van het instrument voor elke trigger input ingesteld.
Trigger Trigger Trigger In dit hoofdstuk worden de instellingen van “Trigger” in het menu uitgelegd. Afhankelijk van de door u aangesloten pad, worden verschillende triggersignalen gegenereerd wanneer u tijdens het optreden de pad raakt. Met de “Trigger”instellingen kunt u triggersignalen voor elke pad optimaliseren voor verwerking door de Hoofdgedeelte. De instellingen worden opgeslagen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Input Mode Selecteer het geschikte padtype wanneer u de pad aansluit.
MENU Trigger Curve Trigger Trigger/Curve Curve-instellingen Structuur van instellingenscherm Trigger Snelheidscurve Curve Velocity Curve Input Mode Curve Velocity Curve : Snelheidscurve Selecteert een snelheidscurve voor de geselecteerde pad. Een snelheidscurve bepaalt hoe de snelheid (of kracht) van het geluid wordt beïnvloed door hoe hard u de pad raakt.
MENU Trigger Type pad Trigger Trigger/Type pad Instellingen van type pad Structuur van instellingenscherm Trigger Input Mode Type pad 1/4 PadType Type pad selecteren Gain Versterking Sensitivity Gevoeligheid RejectTime Afwijzingstijd Curve 2/4 MinLevel Minimumniveau MaxLevel Maximumniveau MinVelocity Minimumsnelheid MaxVelocity Maximumsnelheid Type pad 3/4 Wachttijd RimGain Randversterking H/R Balance H/R-balans FootSwSelect WaitTime Crosstalk 4/4 Als u een pad-type select
MENU Trigger Input Mode Trigger Trigger/Pad Type 1/4 PadType : Type pad selecteren Curve Hiermee stelt u het type pad in.
MENU Trigger Trigger Sensitivity : Gevoeligheid Hiermee wordt de gevoeligheid ingesteld voor wanneer de pad licht wordt aangeraakt. Instellingen 1 tot 13 OPMERKING Input Mode Met een waarde die te laag is, kan dit ertoe leiden dat er niets te horen is wanneer de pad te licht wordt geraakt of wanneer een snelle roll wordt gespeeld. Een te hoge waarde kan leiden tot crosstalk. Als u een aanpassing moet doen, probeer dit dan zo te doen dat het uw optredens niet hindert.
MENU Trigger Input Mode Trigger Trigger/Pad Type 4/4 WaitTime : Wachttijd Instellingen Curve Deze parameter wordt gebruikt om de tijd in te stellen totdat de doel-pad een triggersignaal detecteert. Stel deze parameter in om de tijd zo bij te stellen dat het triggersignaal op het piekmoment wordt gedetecteerd en dat de kracht waarmee de pad moet worden geraakt, overeenkomt met het volume van het geproduceerde geluid.
MENU Trigger Crosstalk Trigger Trigger/Crosstalk Instellingen voor de preventie van crosstalk Structuur van instellingenscherm Trigger All Reject Lvl Afwijsniveau Alles Reject Lvl Afwijsniveau (Bronpad) Input Mode Crosstalk Curve De term “crosstalk” verwijst naar de uitvoer van triggersignalen van een andere elektronische drum pad (met een akoestische drum met drumtrigger eraan bevestigd) dan de geraakte pad, als gevolg van trillingen of interferentie tussen pads.
Utility Utility Utility In dit hoofdstuk worden de instellingen van “Utility” in het menu uitgelegd. Hier worden algemene instellingen, padfuncties en koptelefoon EQ-instellingen opgegeven.
MENU Utility General Utility Utility/General 1/4 SceneKnob : Scèneknop Instellingen PadFunction De [SCENE]-knop kunt u instellen voor gebruik voor alleen scènes of voor gegevensinvoer (in plaats van de knop [–] of [+]). scene, data Phones EQ AutoPowerOff : Automatisch uitschakelen Hiermee stelt u de tijd in voordat de functie Auto Power Off het apparaat automatisch uitschakelt. U kunt deze functie ook uitschakelen.
MENU Utility General Utility Utility/General 2/4 ClickOutput : Bestemming klik-uitvoer Wordt verzonden naar de OUTPUT [R]/[L/MONO]-jacks en de [PHONES]-jack. phones Wordt alleen naar de [PHONES]-jack verzonden. Instellingen L&R+ph, phones Phones EQ L&R+ph PadFunction Hiermee stelt u de bestemming voor het klikgeluid in. ClickCountOff : Aantal kliks uit Hiermee stelt u in dat het klikgeluid wordt gestopt na één of twee maten. Wanneer deze instelling uitstaat, blijft het klikgeluid afspelen.
MENU Utility General Utility Utility/General 3/4 AudioOutGain : Versterking audio uit Instellingen PadFunction Hiermee stelt u voor USB-audio de uitvoerversterking van de USB in. Wanneer u de recorder gebruikt, stelt u de invoerversterking voor opnamen in. -12dB, -6dB, 0dB, +6dB, +12dB Phones EQ AudioMix : Audiomix Voor USB-audio stelt u in of de USB-invoer naar USB OUT wordt verzonden of niet.
MENU Utility General Utility Utility/General 4/4 PadFunction Met deze drie parameters stelt u vooraf de balans tussen volumes in om de balans te behouden wanneer u de [AUDIO/CLICK VOLUME]knop gebruikt. AuxInVolume : [AUX IN]-volume Hiermee stelt u het volume in voor het signaal dat via de [AUX IN]-jack wordt ontvangen. Phones EQ USB Volume : Volume van USB-audio of afspelen recorder Hiermee stelt u het volume voor de USB-audio-invoer of het afspelen van de recorder in.
MENU Utility General Utility Utility/PadFunction 1/2 PadFunction : Pad-functie Pad produceert het gebruikelijke geluid. inc scene Verhoogt het scènenummer met één. dec scene Verlaagt het scènenummer met één. select scene Selecteert de scène. toggle scene Selecteert een scène. Telkens wanneer de pad wordt geraakt, wisselt de scène (twee beschikbare scènes).
MENU Utility General Utility Utility/PadFunction 2/2 BypassSw : Bypassschakelaar PadFunction Selecteert de doelinstelling bypassOn/Off bij de PadFunction (pad-functie). Dit is een algemene instelling, geen afzonderlijke pad-instelling.
Job Job Job Het menu Job bevat taken met betrekking to Scene, Wave en Recorder. Structuur van instellingenscherm Scène-instellingen Wave Wave-instellingen Recorder Recorderinstellingen Wave Scene Scene Job Scene Job/Scene Scène-instellingen Recorder U kunt alleen de instellingen voor gebruikersscènes wijzigen in de scène-instellingen (Job/Scene). Vooraf ingestelde scènes kunnen niet worden gewijzigd.
MENU Job Sort : Sorteren Scene Job Wijzigt de volgorde van terug te halen scènes wanneer u de [SCENE]-knop draait. Druk op de knoppen “ ” en “ ” ([F1] en [F2]) om de cursor te verplaatsen. Druk op de knop “SELECT” ([F3]) om de scène te selecteren die u wilt verplaatsen. Druk op de knoppen “ ” en “ ” ([F1] en [F2]) of op [–] en [+]-om de geselecteerde scène te verplaatsen. Recorder 1. 2. 3. 4.
MENU Job Exchange : Uitwisselen Scene Job Wisselt de volgorde van twee scènes uit. Selecteer de twee scènes die u wilt verwisselen. Druk op de knop “EXCHNG” ([F3]) en het bevestigingsscherm wordt geopend. Druk op knop “YES” ([F1]) om de volgorde van de twee scènes te wijzigen. Recorder 1. 2. 3. Wave Procedure “Completed” wordt weergegeven wanneer de scènes zijn uitgewisseld en het Exchange-scherm weer wordt geopend. Clear : Wissen Initialiseer de scène. Procedure 1. 2. 3.
MENU Job Wave Job Job/Wave Wave-instellingen Structuur van instellingenscherm Job Scene Wave Import Geselecteerd audiobestand importeren Import All Alle audiobestanden importeren Delete Geselecteerd audiobestand verwijderen Delete All Alle audiobestanden verwijderen Optimize Geheugen optimaliseren Wave 1/2 2/2 Geheugeninformatie Recorder Memory Info Job/Wave 1/2 Import : Geselecteerd audiobestand importeren Selecteer welk opgeslagen audiobestand (.
MENU Job Procedure Druk op de knop “IMPORT” ([F3]) en het bevestigingsscherm wordt geopend. Job 1. 2. Druk op de knop “YES” ([F1]) om te importeren. Druk op de knop “NO” ([F3]) om het importeren te annuleren; het scherm gaat terug naar stap 1. Druk tijdens het importeren op de knop “CANCEL” ([F3]) om het importeren te stoppen; het scherm gaat terug naar stap 1. Instellingen Scene “Completed” wordt weergegeven wanneer het importeren is voltooid en het Import-scherm wordt weer geopend.
MENU Job Delete : Geselecteerd audiobestand verwijderen Scene Job Verwijdert de geselecteerde wave uit de EAD10. Procedure Druk op de knoppen [+] en [–] om de wave te selecteren die u wilt verwijderen. Druk op de knop “DELETE” ([F3]) en het bevestigingsscherm wordt geopend. Wave 1. 2. 3. Druk op de knop “YES” ([F1]) om de geselecteerde Wave te verwijderen. Druk op de knop “NO” ([F3]) om de verwijdering te annuleren; het scherm gaat terug naar stap 1.
MENU Job Optimize : Geheugen optimaliseren Scene Job Optimaliseert het Wave-geheugen van de EAD10. Optimalisatie reorganiseert de inhoud van het geheugen, zodat de beschikbare geheugenruimte efficiënter en effectiever kan worden gebruikt. Optimaliseren van het geheugen kan de hoeveelheid vrije, aangrenzende geheugenruimte vergroten. 1. 2. Wave Procedure Druk op de knop “OPTIMIZ” ([F3]) en het bevestigingsscherm wordt geopend. Druk op de knop “YES” ([F1]) om het geheugen te optimaliseren.
MENU Job Recorder Job Job/Recorder Recorderinstellingen Structuur van instellingenscherm Job Export Audio Scene Recorder Audio exporteren Wave Export Audio : Audio exporteren Recorder Hiermee wordt het op de interne recorder opgenomen audiobestand op een USB-flashstation opgeslagen. Procedure 1. Als u het bestand een naam wilt geven, drukt u op de knop “NAME” ([F2]) en geeft u een nieuwe naam op. De bestandsnaam invoeren 1.
File File File U moet weten wat de termen betekenen om de functies en werking van het gedeelte MENU/File te begrijpen. In dit gedeelte wordt de terminologie uitgelegd die in het gedeelte MENU/File wordt gebruikt. Bestand De term “file” wordt gebruikt om een reeks gegevens te definiëren die op een USB-flashstation zijn opgeslagen. Gegevens worden in de vorm van bestanden tussen de EAD10 en een USB-flashstation uitgewisseld.
MENU File File File 1/2 Save Save: Bestand opslaan Load Save Hiermee wordt het bestand op een USB-flashstation opgeslagen. Procedure Sluit een USB-flashstation aan op de [USB TO DEVICE]-aansluiting. Ga naar MENU/File/Save. Rename 1. 2. Delete Het volgende scherm verschijnt. Selecteer het Type (bestandstype). Gebruik de knoppen [–] en [+] om het bestandstype te selecteren dat u wilt opslaan.
MENU File Geef een naam op voor het bestand dat u wilt opslaan. Druk op de knop “NAME” ([F2]). File 4-1. Save 4. Het scherm NAME Edit verschijnt. Load De bestandsnaam invoeren 1. Selecteer een teken met [–] en [+] en gebruik de knoppen “<” en “>” ([F1] en [F3]) om de cursor naar de Rename volgende tekenpositie te verplaatsen. U kunt een bestandsnaam van maximaal 16 tekens toewijzen. Sla het bestand op. Druk op de knop “SAVE” ([F3]). Format 5-1.
MENU File Druk op de knop “YES” ([F1]) om het bestand op te slaan. File 6. Load Save Tijdens het opslaan wordt een bericht als het onderstaande weergegeven. Als u tijdens het opslaan op de knop “CANCEL” ([F3]) drukt, wordt het proces gestopt en keert het scherm terug naar stap 2. LET OP Rename Koppel het USB-flashstation niet los van de [USB TO DEVICE]-aansluiting of schakel de EAD10 niet uit terwijl gegevens worden opgeslagen.
MENU File Selecteer het Type (bestandstype). Alle gegevens (alle scènes, alle waves, Utility-gegevens en triggerinstellingen) AllScene Scènegegevens voor alle scènes OneScene Scènegegevens Trigger Triggerinstellingen Instellingen All, AllScene, OneScene, Trigger File Selecteer het bestand dat u wilt laden. 4-1. 4-2. Gebruik de knoppen “ ” en “ ” ([F1] en [F2]) om de cursor naar “File” te verplaatsen en selecteer het bestand dat u wilt laden met [–] en [+].
MENU File Rename File Rename: Naam van bestand wijzigen Save Hiermee wordt de naam gewijzigd van het bestand dat op een USB-flashstation is opgeslagen. Procedure Sluit het USB-flashstation aan op de [USB TO DEVICE]-aansluiting. Load 1. 2. Ga naar MENU/File/Rename. Rename Het volgende scherm verschijnt. Selecteer het type bestand waarvan u de naam wilt wijzigen. 4. 5.
MENU File Druk op de knop “RENAME” ([F3]). File 6. Load Save Het bevestigingsscherm wordt geopend. 7. Druk op de knop “YES” ([F1]) om de naam te wijzigen. Rename LET OP Koppel het USB-flashstation niet los van de [USB TO DEVICE]-aansluiting of schakel de EAD10 niet uit terwijl de naam van het bestand wordt gewijzigd. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot een defect aan de EAD10 of tot beschadiging van het geheugen op het USB-flashstation.
MENU File Selecteer het type bestand dat u wilt verwijderen. 4. 5. ” en “ ” ([F1] en [F2]) om de cursor te verplaatsen naar “Type”. File Gebruik de knoppen “ Gebruik de knoppen [–] en [+] om het bestandstype te selecteren.
MENU File Format File Format: USB-flashstation formatteren Save Soms zijn USB-flashstations niet direct te gebruiken. Dan moet u het USB-flashstation formatteren volgens onderstaande procedures. LET OP Load Formatteren wist alle gegevens op het USB-flashstation. Controleer vóór het formatteren of het USB-flashstation geen belangrijke gegevens bevat. Procedure Sluit het USB-flashstation aan op de [USB TO DEVICE]-aansluiting. Ga naar MENU/File/Format. Rename 1. 2.
MENU File Druk op de knop “YES” ([F1]) om te formatteren. File 4. Save LET OP Koppel het USB-flashstation niet los van de [USB TO DEVICE]-aansluiting of schakel de EAD10 niet uit terwijl het USBflashstation wordt geformatteerd. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot een defect aan de EAD10 of tot beschadiging van het geheugen op het USB-flashstation. Load “Completed” wordt weergegeven wanneer het formatteren voltooid is; het scherm gaat terug naar stap 2.
Factory Reset Factory Reset Factory Reset Hiermee worden alle gegevens in de gebruikersinstellingen (gebruikersscènes, triggerinstellingen, waves, hulpprogramma's, recorder intern geheugen) in de fabriekstoestand teruggezet. Structuur van instellingenscherm Factory Reset Factory Reset Fabriekstoestand Factory Reset: Fabriekstoestand LET OP Als u het apparaat in de fabriekstoestand terugzet, worden alle gegevens in de gebruikersinstellingen gewist.
MENU Factory Reset Factory Reset Het volgende bericht wordt tijdens deze handeling weergegeven. “Completed” wordt weergegeven wanneer het terugzetten in de fabriekstoestand is voltooid en het Scene-scherm wordt weer geopend.
Een computer aansluiten Als u de Hoofdgedeelte op een computer aansluit via een USB-kabel, kunt u audio- of MIDI-gegevens verzenden en ontvangen. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de Hoofdgedeelte en de computer op elkaar aansluit. [USB TO HOST]-aansluiting (achterpaneel) [USB]aansluiting Computer USB-kabel Hoofdgedeelte OPMERKING Een USB-kabel wordt niet meegeleverd. Als u de computer op de Hoofdgedeelte wilt aansluiten, gebruikt u een USB A-B-kabel die niet langer is dan 3 meter.
Een computer aansluiten OPMERKING • Op de bovenstaande webpagina vindt u informatie over systeemvereisten. • Ter verbetering kan het Yamaha Steinberg USB Driver zonder voorafgaande kennisgeving worden bijgewerkt. Zie de bovenstaande website voor de meeste recente informatie. 2. Installeer het Yamaha Steinberg USB Driver op uw computer. Zie voor meer informatie de installatiehandleiding voor het Yamaha Steinberg USB Driver.