Operation Manual
Interne structuur (systeemoverzicht)
170
Gebruikershandleiding
Basisstructuur
■ Arpeggioafspeeltypen
De MOTIF ES beschikt in totaal over 1787 arpeggiotypen, verdeeld in 18 categorieën, elk met zijn eigen afspeeltype dat is
ontworpen voor gebruik met bepaalde typen voices, zoals hieronder beschreven.
● Arpeggios voor normale voices
Arpeggiotypen (die tot alle categorieën behalve DrPC en Cntr behoren) die zijn gecreëerd voor gebruik met normale voices zijn
er in de volgende twee afspeeltypen.
n De twee bovenstaande afspeeltypen worden niet onderscheiden door de categorienaam of de typenaam. U zult daadwerkelijk de typen moeten bespelen
en het verschil moeten horen.
n Aangezien deze typen zijn geprogrammeerd voor normale voices, kan het gebruik ervan met drumvoices niet de muzikaal passende resultaten geven.
● Arpeggio's voor drum-/percussievoices — categorie: DrPc
Deze typen Arpeggio zijn specifiek geprogrammeerd voor gebruik met drumvoices, waardoor u onmiddellijke toegang heeft tot
verscheidene ritmepatronen. Er zijn drie verschillende afspeeltypen beschikbaar.
n De drie bovenstaande afspeeltypen worden niet onderscheiden door de categorienaam of de typenaam. U zult daadwerkelijk de typen moeten bespelen
en het verschil moeten horen.
n Aangezien deze typen zijn geprogrammeerd voor drumvoices, kan het zijn dat het gebruik ervan met normale voices niet de muzikaal passende resultaten
geeft.
● Arpeggio's voor performances — categorie: Comb
De typen arpeggio die tot de categorie 'Comb' behoren, zijn zo geprogrammeerd dat er verschillende arpeggio's worden getriggerd — een
Arpeggio voor een normale voice en een arpeggio voor een drumvoice — afhankelijk van de gespeelde noot. Deze typen zijn bruikbaar in de
modus Performance waarin meerdere voices (drumvoice en normale voice) in een layer worden gecombineerd, aangezien u met deze typen
de arpeggio voor de normale voice en de drumvoice tegelijkertijd triggert.
● Arpeggio's die hoofdzakelijk niet-noot-events bevatten — categorie: Cntr
Deze typen arpeggio zijn in de eerste plaats geprogrammeerd met besturingswijzigings- en pitchbenddata. Ze worden gebruikt om de klank-
kleur en de toonhoogte van het geluid te veranderen, in plaats van bepaalde noten te spelen. Feitelijk bevatten sommige typen helemaal geen
nootdata. Als u een type uit deze categorie gebruikt, stel de parameter KeyMode in elke modus dan in op 'direct' via de volgende handelingen.
Alleen afspelen van de gespeelde noten
De arpeggio wordt afgespeeld waarbij alleen de gespeelde noten en de octaveringen daarvan worden gebruikt.
Afspelen van een geprogrammeerde
sequence overeenkomstig het gespeel-
de akkoord
Deze typen arpeggio beschikken over verscheidene sequences, waarbij elk ervan geschikt is voor een bepaald
akkoordtype. Zelfs als u slechts één noot bespeelt, wordt de arpeggio afgespeeld met gebruikmaking van de gepro-
grammeerde sequence — hetgeen inhoudt dat andere noten kunnen klinken dan de noten die u speelt. Noten toe-
voegen aan de reeds ingedrukte noten verandert de sequence overeenkomstig — met andere woorden de arpeggio
speelt terug overeenkomstig het akkoord dat u speelt.
Afspelen van een drumpatroon
Drukken op willekeurige noten zal hetzelfde ritmepatroon triggeren.
Afspelen van een drumpatroon, plus
daarbij gespeelde noten
(toegewezen druminstrumenten)
Drukken op willekeurige noten zal hetzelfde ritmepatroon triggeren. Noten aan de reeds ingedrukte noten toevoegen,
geeft extra geluiden (toegewezen druminstrumenten) bij het drumpatroon.
Alleen afspelen van de gespeelde noten
(toegewezen druminstrumenten)
Spelen van een noot of noten zal een ritmepatroon triggeren dat alleen de gespeelde noten zal gebruiken (toegewe-
zen druminstrumenten). Vergeet niet dat zelfs als u dezelfde noten speelt, het getriggerde ritmepatroon verschilt,
afhankelijk van de volgorde waarin de noten zijn gespeeld. Dit geeft u toegang tot verschillende ritmepatronen,
waarbij u dezelfde instrumenten gebruikt, door gewoon de volgorde waarin u de noten speelt te veranderen.
Modus Voice [VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] → [F3] ARP → [SF1] TYPE → KeyMode
Modus Performance [PERFORM] → Selectie performance → [EDIT] → [COMMON] → [F3] ARP → [SF1] TYPE → KeyMode
Modus Song [SONG] → Selectie song→ [MIXING] → [EDIT] → [COMMON] → [F3] ARP → [SF1] TYPE → KeyMode
Modus Pattern [PATTERN] → Selectie patroon → [MIXING] → [EDIT] → [COMMON] → [F3] ARP → [SF1] TYPE → KeyMode
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.