Operation Manual

Naslaginformatie Modus Voice
Modus Voice Edit Plug-in Voice Edit Element Edit
206
Gebruikershandleiding
FMod (filtermodulatiediepte) Bepaalt de besturingsdiepte van de modulatie van de filterafsnijfrequentie door de aftertouch van het toetsenbord.
Des te hoger de instelling, des te groter de besturingsdiepte.
Instellingen: 0 ~ 127
AMod
(amplitudemodulatiediepte)
Bepaalt de besturingsdiepte van de amplitudemodulatie door de aftertouch van het toetsenbord. Des te hoger de
instelling, des te groter de besturingsdiepte.
Instellingen: 0 ~ 127
[SF4] AC (toewijsbare regelaar)
Via deze display kunt u MIDI-besturingswijzigingsnummers (als Src) toewijzen en de mate bepalen waarin de toege-
wezen regelaars het filter en de modulatie-effecten (pitch, filter en amplitude) beïnvloeden.
Src (bron) Bepaalt het MIDI-besturingswijzigingsnummer dat wordt gebruikt om het filter, PMod, FMod en AMod te regelen.
Instellingen: 0 ~ 95
Filter Bepaalt de besturingsdiepte van de filterafsnijfrequentie door de besturingswijzigingsnummers (ingesteld bij de
parameter Src hierboven).
Instellingen: -64 ~ 0 ~ +63
PMod
(toonhoogtemodulatiediepte)
Bepaalt de besturingsdiepte van de toonhoogtemodulatie door de besturingswijzigingsberichten (ingesteld bij de
parameter Src hierboven). Des te hoger de instelling, des te groter de besturingsdiepte.
Instellingen: 0 ~ 127
FMod (filtermodulatiediepte) Bepaalt de besturingsdiepte van de modulatie van de filterafsnijfrequentie door de besturingswijzigingsberichten
(ingesteld bij de parameter Src hierboven). Des te hoger de instelling, des te groter de besturingsdiepte.
Instellingen: 0 ~ 127
AMod
(amplitudemodulatiediepte)
Bepaalt de besturingsdiepte van de amplitudemodulatie door de besturingswijzigingsberichten (ingesteld bij de
parameter Src hierboven). Des te hoger de instelling, des te groter de besturingsdiepte.
Instellingen: 0 ~ 127
[F6] EFFECT
Net als bij Normal Voice Common Edit. Zie blz. 194.
Merk alstublieft op dat de instellingen EL: OUT niet beschikbaar zijn in de display [SF1] CONNECT en de parallelinstelling (insertieverbinding) niet beschikbaar is
in de display [SF1] CONNECT.
Element Edit
[VOICE] Selectie pluginvoice [EDIT] Selectie element
[F1] OSC (oscillator)
[SF1] WAVE
Via deze display kunt u de gewenste boardvoice selecteren die voor het element van de pluginvoice wordt gebruikt.
Vergeet niet dat een pluginvoice slechts één element heeft.
Bank Bepaalt de boardvoicebank.
Instellingen: Deze zijn afhankelijk van het betreffende pluginboard; raadpleeg de betreffende gebruikershandleiding voor details.
Number Bepaalt het boardvoicenummer.
Instellingen: Deze zijn afhankelijk van het betreffende pluginboard; raadpleeg de betreffende gebruikershandleiding voor details.
[SF5] OTHER
VelocityDepth Bepaalt de aanslaggevoeligheid van de pluginvoice. Bij hogere waarden geldt: des harder u het toetsenbord be-
speelt, des te harder de voice wordt.
Instellingen: 0 ~ 127
VelocityOffset Hier kunt u een offsetwaarde aangeven voor Velocity Depth (aanslagdiepte) (hierboven). Met andere woorden, u
kunt de relatieve aanslag (of het niveau) van de voice verhogen door een hoeveelheid in te stellen – zodat alle noten
die u speelt deze aanslagwaarde krijgen toegevoegd.
Instellingen: 0 ~ 127
NoteShift Bepaalt de transponeerinstelling voor de pluginvoice, of de hoeveelheid (in stappen van halve noten) waarmee de
toonhoogte wordt verhoogd of verlaagd. Het toonhoogtebereik is twee octaven, omhoog of omlaag.
Instellingen: -24 ~ 0 ~ +24