Operation Manual

Naslaginformatie Modus Song
Modus Song Record Modus Song Record Standby
222
Gebruikershandleiding
Modus Song Record Standby
PORT Bepaalt de MIDI-zendpoort voor de corresponderende track. Afspeeldata van tracks die zijn uitgezet, worden
zonder poortsignaal via MIDI verzonden.
Als u het interne toongeneratorblok gebruikt, is de poortinstelling hier beschikbaar voor de tracks die zijn toegewezen
aan de pluginparts 1-3 (als er een single-pluginboard is geïnstalleerd) en de multi-pluginparts 17-32 (als de PLG100-
XG is geïnstalleerd). Tracks die de interne toongeneratorparts van deze synthesizer gebruiken liggen automatisch
vast op poort 1.
Instellingen: off, 1 ~ 3
n Poortdata kan alleen via de USB-aansluiting worden uitgevoerd. Er worden geen poortdata via de aansluiting MIDI OUT
verzonden, zelfs niet als de corresponderende track op een specifiek poortnummer is ingesteld.
[SF2] OUT SW
(uitgangsschakelaar)
INT SW (interne schakelaar) Bepaalt of data die worden afgespeeld wel of niet naar het interne toongeneratorblok worden verzonden.
Instellingen: on, off
EXT SW (externe schakelaar) Bepaalt of data die worden afgespeeld wel of niet via MIDI naar de externe MIDI-toongenerator worden uitgevoerd.
Instellingen: on, off
[SF3] TR LOOP (trackloop)
Via deze display kunt u bepalen of de data in de geselecteerde track wel of niet in loop afspelen. Het gebruik van
loop kan een effectieve manier zijn om korte patronen en frasen de song door te herhalen. Voor details, zie blz. 238.
Instellingen: off, on
[F5] PHRASE
U kunt patroontrackdata (frase) naar een songtrack kopiëren. U kunt ook presetfrasen, die
niet aan de patroontrack zijn toegewezen, kopiëren door de functie Patch te gebruiken
(blz. 241). Voor details, raadpleegt u blz. 113 in de sectie Beknopte handleiding.
[F6] CHAIN
Met deze functie kunt u songs 'ketenen' zodat ze automatische achter elkaar kunnen worden afgespeeld. Voor details, raadpleegt u de Beknopte handleiding op blz. 59.
skip (
overslaan
) Slaat het geselecteerde ketennummer over en gaat verder met het afspelen van het volgende ketennummer.
stop .................Stopt het afspelen van de songketen bij dat ketennummer. U kunt het afspelen van de songketen opnieuw starten vanaf het volgende ketennummer door op de knop [F]
(afspelen) te drukken.
end...................Geeft de eindmarkering van de songketendata aan.
Modus Song Record
[SONG] Selectie song [I] (Record)
[F1] SETUP
Type (opnametype)
Bepaalt de opnamemethode. Voor details over elk van de methoden, raadpleegt u blz. 168 in de sectie Basisstructuur.
Instellingen: Als de RecTrack (opnametrack) op een getal van 1-16 is ingesteld: replace (vervangen), overdub (bij opnemen), punch
(prikken), step (stapsgewijs)
Als de RecTrack (opnametrack) op tempo is ingesteld: replace (vervangen), punch (prikken), step (stapsgewijs)
Als de RecTrack (opnametrack) op scene is ingesteld: replace (vervangen), punch (prikken)
Als de RecTrack op multi is ingesteld: replace (vervangen), overdub (bij opnemen), punch (prikken)
n Als 'punch' is geselecteerd, verschijnen 'Punch-in measure: beat' en 'Punch-out measure: beat' in de display en moeten
wor-den ingesteld. Als u de locatiepunten 1 en 2 (Loc1, Loc2; zie blz. 58) heeft ingesteld, kunnen de punch-in-/out-punten
met een enkele druk op een knop worden ingesteld. Verplaats de cursor naar de punch-in/out-waarde, en merk op dat het
menu-item 'COPYLOC' verschijnt. Druk op de knop [SF1] COPYLOC en de punch-in/out-instellingen worden automatisch
aan de bestaande locatiepunten toegewezen.
n Als 'step' is geselecteerd zou u het eventtype aan moeten geven dat moet worden ingevoerd.
Quantize Deze parameter is beschikbaar als het opnametype op iets anders dan 'step' is ingesteld. Opnamequantizering
trekt automatisch de timing van de noten recht, terwijl u opneemt.
U kunt deze parameter ook instellen via het selectievenster Note Type (noottype) die u met de knop [INFORMATION]
op kunt roepen. Zie voor details blz. 49.
Instellingen:
off, 60 (1/32-noot), 80 (1/16-noottriool), 120 (1/16-noot), 160 (1/8-noottriool), 240 (1/8-noot), 320 (1/4-noottriool), 480 (1/4-noot)
Bronfrase
Als sampledata onderdeel uitmaakt van de
originele frase en u wilt alle data kopiëren, zorg
er dan voor dat u dit selectievakje aankruist.
Nadat u alle instellingen heeft gemaakt,
drukt u op de knop [ENTER] om Copy
Phrase (kopieer frase) uit te voeren.
Geef de bestemmingstrack en
-maat aan van de momenteel
geselecteerde song.
OPM.
OPM.
OPM.