Operation Manual

Naslaginformatie Modus Sampling
Modus Sampling Record Als de modus Sampling via de modus Voice/Performance wordt geactiveerd
251
Gebruikershandleiding
Modus Sampling
Samples creëren — basisprocedure
In de modus Sampling kunnen de volgende drie typen data worden gecreëerd.
Waveform: Gecreëerd door een sample op te nemen.
Samplevoice: Gecreëerd door een sample op te nemen (afhankelijk van de instellingen gemaakt voor het opnemen) in de modus
Sampling via de modus Song/modus Pattern. De resulterende waveform kan aan een samplevoice worden toegewezen.
Uservoice: Gecreëerd door een sample op te nemen (afhankelijk van de instellingen gemaakt voor het opnemen) in de modus Sampling
via de modus Voice/modus Performance. De resulterende waveform kan aan een uservoice worden toegewezen.
Nadat u bovenbeschreven data heeft gecreëerd, schrijft u ze weg naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat in de modus File. Samplevoices
die aan songtracks zijn toegewezen kunnen samen met de songdata worden weggeschreven. Als u songdata (die de samplevoices bevat) of
uservoice-data wegschrijft, zullen alle aan de data toegewezen waveforms automatisch worden weggeschreven. Waveforms die aan de
samplevoices of uservoices zijn toegewezen zullen automatisch samen worden weggeschreven. Waveforms die aan geen enkele song- of
voicedata zijn toegewezen zouden afzonderlijk als waveforms moeten worden weggeschreven.
BELANGRIJK:
De modus Sampling is alleen beschikbaar als er optionele DIMMs (blz. 289) in de MOTIF ES zijn geïnstalleerd.
De waveforms die in de modus Sampling zijn gecreëerd, huizen tijdelijk in de optioneel geïnstalleerde DIMMs (blz. 187). Omdat de data in DIMM verloren
gaan als het instrument wordt uitgezet, zou u de waveforms, die zijn gecreëerd door opnemen, bewerken en het gebruik van jobs, altijd weg moeten schrij-
ven naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat voordat u het instrument uitzet. Voor informatie over hoe weg te schrijven, zie blz. 97.
In deze modus kunt u geluiden in deze synthesizer opnemen (bijvoorbeeld, uw stem, een gitaar of geluiden van een cd), ze bewerken en ze ge-
bruiken om voices te creëren die u via het toetsenbord kunt bespelen. Of, als u deze modus vanuit de modi Song of Pattern activeert, kunnen de
geluiden die u opneemt (gewoonlijk 'sample' genoemd) aan de tracks worden toegewezen en automatisch met de song of het patroon worden
afgespeeld. Beter nog, door de functie Resampling te gebruiken, kunt u nieuwe samples van uw bewerkingen creëren of samples van de gelui-
den van deze synthesizer zelf.
Als de modus Sampling via de modus Voice/Performance wordt geactiveerd
In dit geval kunt u een waveform of uservoice creëren door geluiden op te nemen die worden ingevoerd vanaf externe apparaten zoals een
microfoon en audioapparatuur.
Modus Sampling Record
[INTEGRATED SAMPLING]
[F1] DEST (bestemming)
Via deze display kunt u de bestemmingslocatie bepalen waarop de opgenomen sample zal worden opgeslagen.
Waveform (golfvorm) Bepaalt het waveformnummer waaraan de opgenomen sample wordt toegewezen.
Instellingen: 001~1024
Keybank (toetsbank) Bepaalt het nootnummer dat zich in het midden van de Key Bank (toetsbank) bevindt.
Instellingen: C-2 ~ G8
n Voor details over waveform en Key Bank (toetsbank), zie blz. 173.
Part Bepaalt de performance-part waaraan de opgenomen sample wordt toegewezen. Dit is alleen beschikbaar als de
modus Sampling via de modus Performance is geactiveerd. Bij de instelling 'off' zal alleen de voice door samplen
worden gecreëerd.
Instellingen: off, 1~ 4
Voice De opgenomen sample kan worden opgeslagen als een uservoice. Deze parameter bepaalt de/het uservoice-bank
en -nummer waaraan de opgenomen sample wordt toegewezen.
n
Als dit op '---' is ingesteld, wordt alleen waveform gecreëerd; de sample wordt niet als een uservoice opgeslagen. De sample
wordt op het laagst beschikbare waveformnummer opgeslagen. Als u de nieuw sample wilt beluisteren, ga dan naar de display
WAVE ([VOICE] Selectie voice [EDIT] Selectie element [F1] OSC [SF1] WAVE) of display KEYBANK ([INTEGRATED
SAMPLING] [EDIT] [F1] KEYBANK) en zoek door de userwaveforms om de gewenste sample te vinden.
Key (toets) Alleen beschikbaar als de uservoice-bank op UDR (userdrum) is ingesteld. Via deze parameter kunt u de toets be-
palen waaraan de sample, die is verkregen via de functie Sampling, zal worden toegewezen.
Instellingen: C0 ~ C6
[F2] SOURCE
Via deze display kunt u parameters instellen die aan de audiobron gerelateerd zijn.
Type Bepaalt het type sampling. Vergeet niet dat deze parameter vastligt op 'sample' als de modus Sampling via de
modus Voice/Performance is geactiveerd.
PAS OP
OPM.
OPM.