Operation Manual
Over de bewerkingsfuncties
51
Gebruikershandleiding
Basisbediening
CS-schuifregelaars
U kunt het volume van de voice/performance die u via het toetsenbord bespeelt, of het volume van de aangegeven part (track)
van de song/het patroon aanpassen met de CS-schuifregelaars. In de modus Master kunnen verscheidene functies, alsook het
volume worden toegewezen aan de CS-schuifregelaars, als de Zone Switch is ingesteld op aan (blz. 137).
Functiesets die zijn toegewezen aan de CS-schuifregelaars
n De schuif [MASTER VOLUME] past het totale uitgangsniveau van het instrument aan, terwijl de CS-schuifregelaars de MIDI-volume-instelling van het
corresponderende element of de corresponderende part aanpast.
Over de bewerkingsfuncties
Er zijn drie methoden voor het creëren van data – parameters bewerken (voice, performance, enz.), MIDI-data opnemen (song,
patroon, enz.) en het opnemen van audiodata (sampling).
In deze sectie verklaren we de basishandelingen voor het bewerken van de voice-, performance-, songmix-, patroonmix- en
mixvoice-instellingen.
n Zie voor details over opnemen van MIDI-data, blz. 118 (song) en 110 (patroon). Zie voor details over opnemen van audiodata (sampling), blz. 94 en 107.
n De functie Song Edit (voor het bewerken van de song-MIDI-sequencedata) en de functie Pattern Edit (voor het bewerken van de patroon-MIDI-sequence-
data) worden hier niet verklaard. Zie blz. 124.
Bewerkingsaanduiding
U kunt verscheidene parameters aanpassen of instellen met de datadraaischijf, knop [INC/YES], knop [DEC/NO], KN-draaiknop-
pen en CS-schuifregelaars in de modus Voice (modus Play/Edit), modus Performance (modus Play/Edit), modus Song Mixing, mo-
dus Pattern Mixing en modus Mixing Voice. Als de waarde van de parameter in deze modi worden veranderd, zal de [E] (bewer-
kingsaanduiding) in de linkerbovenhoek van de LCD-display verschijnen. Dit geeft aan dat het huidige programma bewerkt is, maar
nog niet is opgeslagen. Als u uw geluid dat verkregen is door een bewerkingshandeling wilt opslaan, zorg er dan voor dat u het
huidige programma in de modus Store opslaat in het usergeheugen, voordat u een ander programma selecteert.
Modus
Functies die geregeld worden door elk van de schuiven
CS1 CS2 CS3 CS4
Modus Voice Als er een normale voice
is geselecteerd (blz. 60)
Volume Element1 Volume Element2 Volume Element3 Volume Element4
Als er een drumvoice is
geselecteerd (blz. 61)
Volume van het totale voicegeluid (bewegen van elk van de schuiven regelt hetzelfde volume)
Modus Performance Volume Part1 Volume Part2 Volume Part3 Volume Part4
Modus Song/modus
Pattern
Als tracks (parts) 1 - 4
zijn geselecteerd
Volume Track1 (Part1) Volume Track2 (Part2) Volume Track3 (Part3) Volume Track4 (Part4)
Als tracks (parts) 5 - 8
zijn geselecteerd
Volume Track5 (Part5) Volume Track6 (Part6) Volume Track7 (Part7) Volume Track8 (Part8)
Als tracks (parts)
9 - 12 zijn geselecteerd
Volume Track9 (Part9)
Volume Track10
(Part10)
Volume Track11
(Part11)
Volume Track12
(Part12)
Als tracks (parts)
13 - 16 zijn geselecteerd
Volume Track13
(Part13)
Volume Track14
(Part14)
Volume Track15
(Part15)
Volume Track16
(Part16)
Modus Master Als de Zone Switch is
ingesteld op 'on' (blz.
137)
Functie toegewezen voor elk van de masters via de [MASTER]→ [EDIT] → Selectie zone → Display
[F4] KN/CS (blz. 140)
EDIT
COMPARE SCENE STORE
SET LOCATE
JOB STORE
Bewerkingsaanduiding
Voice Edit
Performance Edit
Song Edit
Pattern Mixing Edit
Mixing Voice Edit
Als de bewerkings-
aanduiding verschijnt...
Voice Store
Performance Store
Song Mixing Store
Pattern Mixing Store
Mixing Voice Store
OPM.
OPM.
OPM.