Operation Manual

Een song creëren op de MOTIF ES
124
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — Cursus voor gevorderden
Een songscene en arpeggiotype oproepen tijdens opnemen
De menu's ARP1 - ARP5 verschijnen ook in de display [F3] ARP in de modus Song Record, alsook in de display [F1] PLAY in de
modus Song Play. Deze geeft aan dat u de songscene en het arpeggiotype tegelijkertijd kunt wijzigen tijdens songopname via
de display [F3] ARP.
Songscenewijzigingen in een song opnemen
Elke song bevat een scenetrack waarop u scenewijzigingen op kunt nemen Als de RecTrack is ingesteld op 'scene' in stap 4 die
beschreven staat op blz. 118, kunt u scenewijzigingen opnemen via elke display (zelfs als ARP1 - ARP5 er niet in worden weer-
gegeven) door op de knoppen [SF1] - [SF5] te drukken tijdens opnemen.
n De uitleg hier over de arpeggio is ook van toepassing op de modus Pattern.
n Net als in de modus Voice en modus Performance, kunnen typen Arpeggio alleen worden geregistreerd onder de knoppen [SF1] - [SF5] als de knop
[ARPEGGIO ON/OFF] is uitgezet.
n Voor details over hoe een arpeggiotype in de modus Song/modus Pattern te selecteren, zie blz. 105.
De opgenomen song bewerken
De modus Song Edit en modus Song Job kunnen worden gebruikt om de data van de reeds opgenomen song te bewerken of te
wijzigen.
De modus Song Edit laat u de opgenomen data wijzigen en indien nodig nieuwe data tussenvoegen. Dit betreft zowel nootdata
als niet-nootdata, zoals (voice) programmawijzigingen en MIDI-besturingswijzigingsberichten. Aan de andere kant kunt u met de
modus Song Job via een uitgebreide verscheidenheid aan hulpmiddelen de opgenomen data veranderen — zoals het op-
schonen van de timing (quantizeren), transponeren, de aanslagsnelheid van noten veranderen, de lengte van noten veranderen
en ander nuttige bewerkingen voor het veranderen van het geluid. Het bevat ook een verscheidenheid aan handige handelin-
gen, zoals het kopiëren of wissen van data. De meeste van deze handelingen kunnen of op een hele track, of op een geselec-
teerd bereik aan maten in de track worden uitgevoerd.
n De uitleg hier is ook van toepassing op de modus Pattern.
De opgenomen songdata bewerken per MIDI-event (in de modus Song Edit)
1
Druk op de knop [SONG] om de modus Song Play te activeren en selecteer vervolgens een song om te bewerken.
2
Activeer de modus Song Edit door op de knop [EDIT] te drukken (het lampje licht op) en druk vervolgens op
de knop [F1] CHANGE om de overzichtsdisplay MIDI-event op te roepen.
EDIT
007:1-007
Songpositie
MIDI-events
Clock (480 klokpulsen
per kwartnoot)
Tel
Maat-
nummer
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.