Operation Manual

Een song creëren op de MOTIF ES
131
Gebruikershandleiding
Beknopte handleiding — cursus voor gevorderden
Neem de MIDI-sequencedata op in een song- of patroontrack en raadpleeg indien nodig de voorgaande instructies in dit hoofdstuk.
De hieronder opgesomde voorbeelden kunnen worden gebruikt als naslag.
Een ritmepatroon creëren (met gebruikmaking van een drumvoice)
Een baslijn creëren (met gebruikmaking van een normale voice)
Een gitaarbegeleiding creëren (met gebruikmaking van een Keyboard Mega Voice)
n Er kunnen tot 16 unieke nootnummers worden opgenomen op de Arpeggio-track. (Dit is niet van toepassing op nootnummers die meerdere keren
voorkomen.) Als er meer dan 16 verschillende nootnummers zijn opgenomen in de MIDI-sequencedata, zal de handeling Convert het aantal
verschillende noten terugbrengen tot het aangegeven maximum (16). Let er om deze reden op dat u niet meer dan zestien verschillende noten
opneemt, als u een arpeggio creëert, vooral als u alle vier de tracks gebruikt.
Het conversietype bepaalt hoe de song-/patroondata worden omgezet naar arpeggiodata
De arpeggiodata die via de bovenstaande instructies zijn gecreëerd, worden opgeslagen in interne flash-rom, hetgeen inhoudt
dat ze niet verloren zullen gaan, zelfs niet als u het instrument uitzet. Als u de arpeggiodata wegschrijft naar een SmartMedia/
USB-opslagapparaat, stel dan het filetype (TYPE) in op 'All' of 'UsrArp' in stap 3, zoals beschreven staat op blz. 132.
Opslaan/wegschrijven van de gecreëerde song/het gecreëerde patroon
De gecreëerde song-/patroondata huist in DRAM (blz. 187). Omdat data die in DRAM worden vastgehouden, verloren gaan als
het instrument wordt uitgezet, zou u altijd alle data die zich in DRAM bevinden, moeten wegschrijven naar een SmartMedia/USB-
opslagapparaat in de modus File, voordat u het instrument uitzet. De bewerkte mixinstellingen moeten worden opgeslagen voor-
dat u ze naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat wegschrijft.
De bewerkte songmix-/patroonmixinstellingen opslaan in het interne geheugen (DRAM)
Druk op de knop [STORE] om de modus Song Mixing Store/modus Pattern Mixing Store te activeren en druk vervolgens op de
knop [ENTER] om de handeling Store uit te voeren. De mixinstellingen worden in feite opgeslagen in een song/patroon door de
handeling Store uit te voeren.
Het momenteel bewerkte mixprogramma zal verloren gaan als u een andere song/ander patroon selecteert of naar een andere modus gaat, zonder het
mixprogramma in de huidige song/het huidige patroon op te slaan. Bovendien kan het gewoon afspelen van de song/het patroon of het ontvangen van
MIDI-berichten van een extern MIDI-instrument, het huidige mixprogramma veranderen.
Zorg ervoor dat u het mixprogramma opslaat voor u deze handelingen uitvoert.
Track 1 Neem een basisritmepatroon op en gebruik verscheidene druminstrumenten. Zet om (convert) met 'Fixed'.
Track 2–4
Neem een ander ritmepatroon op en gebruik een bepaald druminstrument op elk van de tracks.
Zet om (convert) met 'Normal'.
Track 1 Neem een baslijn op en gebruik de aangegeven gewenste toonsoort (grondtoon). Zet om (convert) met 'OrgNote' nadat de
OrgNotesRoot is ingesteld.
Track 2 - 4 uit
Track 1
Neem een gitaarbegeleidingspart op en gebruik een aangegeven gewenste toonsoort (grondtoon).
Zet om (convert) met 'Normal'.
Track 2 Neem een ander ritme op met één van de speciale geluiden, zoals 'finger mute' of
'scratching noise'.
Zet om (convert) met 'Fixed'.
Track 3 - 4 uit
[MIXING]
[STORE]
Mixing Edit
Song/Patroon
SmartMedia
USB-opslagapparaat
Save
Store
Store
Intern geheugen (DRAM)
Mixing Voice Edit
Record
Sampling
Instellingen in de modus Play
Mixing
Mixvoice
MIDI-sequencedata
Sample
Groove, etc.
File-extensie: W7A
File-extensie: W7S
File-extensie: W7P
Schrijf alle songs en
patronen in interne DRAM
weg als een enkele file.
PAS OP
OPM.