Operation Manual

Basisstructuur
Interne structuur (systeemoverzicht)
155
Gebruikershandleiding
Regelaargerelateerde parameters in elke modus
Het overzicht hieronder toont de handelingen voor het oproepen van de regelaargerelateerde parameters in elke modus.
Parameters voor de voetschakelaar en de knoppen Assign A/B gelden voor het hele instrument, ongeacht het geselecteerde
programma (voice/performance/song/patroon).
Naast hun standaard besturingsparameters kunnen de regelaars van het instrument, zoals het pitchbendwiel en het modulatie-
wiel, vrijelijk worden toegewezen aan een verscheidenheid aan verschillende parameters. U zou bijvoorbeeld resonantie aan het
modulatiewiel kunnen toewijzen en de aftertouch in kunnen stellen om de vibrato te regelen. Deze instellingen voor alle rege-
laars worden een 'Controller Set' genoemd en er kunnen zes Controller Sets voor elke voice worden gecreëerd.
● Bron (source) en bestemming (destination)
'Source' (bron) verwijst naar de hardwareregelaar en 'destination' (bestemming) verwijst naar de parameter of functie die wordt
geregeld. Er is een uitgebreide verscheidenheid aan bestemmingsparameters beschikbaar, veel meer dan die hierboven staan
opgesomd. Voor een compleet overzicht van bestemmingsparameters, zie de afzonderlijke Data List.
Modus voice
Besturingsinstellingen (voor elke voice) [VOICE] → Selectie voice → [EDIT] → [COMMON] → [F4] CTL SET Zie onder
Toewijzen van het besturingswijzigingsnummer
aan elk van de regelaars (voor alle voices)
[VOICE] → [UTILITY] → [F3] VOICE → [SF4] CTL ASN blz. 262
Modus
Performance
Toewijzen van het besturingswijzigingsnummer
aan elk van de regelaars (voor elke performance)
[PERFORM] → Selectie performance → [EDIT] → [COMMON] →
[F4] CTL ASN
blz. 214
Modus Song
Toewijzen van het besturingswijzigingsnummer
aan elk van de regelaars (voor elke songmix)
[SONG] → Selectie song → [MIXING] → [EDIT] → [COMMON] →
[F4] CTL ASN
blz. 234
Modus Pattern
Toewijzen van het besturingswijzigingsnummer
aan elk van de regelaars (voor elke patroonmix)
[PATTERN] → Selectie patroon → [MIXING] → [EDIT] → [COMMON] →
[F4] CTL ASN
blz. 248
Alle modi
Toewijzen van de functie en het besturings-
wijzigingsnummer naar de knop Assign A/B
[UTILITY] → [F4] CTL ASN → [SF2] ASSIGN blz. 263
Toewijzen van de functie en het besturings-
wijzigingsnummer aan de voetschakelaar
(aangesloten op de aansluiting ASSIGNABLE)
[UTILITY] → [F4] CTL ASN → [SF3] FT SW blz. 263
Controller Set
[VOICE] →→
→→
Selectie voice →→
→→
[EDIT] →→
→→
[COMMON] →→
→→
[F4] CTL SET blz. 192
SWING GATE TIME
LOW
KN
1
LOW MID
KN
2
1
ON/OFF ON/OFF ON/OFF ON/OFF
234
Voice
Controller Set 1 - 6
Volume, reverbzendniveau, choruszendniveau,
filterafsnijfrequentie, filterresonantie, enz.
Controller Set
Source (bron) = regelaar
Depth (diepte) = mate waarop de
regelaar invloed heeft op het geluid
Elementschakelaars
Destination (bestemming) = functie
n U kunt instellen of de regelaar invloed heeft op elk
van de elementen door de elementschakelaar naar
wens aan of uit te zetten. Merk op dat dit alleen geldt
voor normale voices.
n De elementschakelparameters zijn niet beschikbaar
als er een functie als bestemming is ingesteld die
geen relatie heeft met elementen (1 - 40).
OPM.
OPM.