Operation Manual

Naslaginformatie Modus Voice
Modus Voice Edit Normal Voice Edit Common Edit
192
Gebruikershandleiding
[SF3] PLAY FX
Met deze Play Effect-parameters kunt u het afspelen van de arpeggio op handige en inter essante manieren besturen.
Door de timing en aanslag van de noten te veranderen kunt u het ritmische 'gevoel' van de arpeggio veranderen.
UnitMultiply (eenheid
vermenigvuldigen)
Pas de arpeggio-afspeeltijd aan. Als u bijvoorbeeld de waarde 200% instelt, zal de afspeeltijd worden verdubbeld
(het tempo wordt gehalveerd). Aan de ander kant geldt dat als u de waarde 50% instelt, de afspeeltijd zal worden
gehalveerd (het tempo wordt verdubbeld). De normale afspeeltijd is 100%.
Instellingen: 50%, 66%, 75%, 100%, 133%, 150%, 200%
Swing Vertraagt noten op de evengenummerde tellen om een swinggevoel te produceren.
Instellingen: -120 ~ +120
QuntValue
(quantizeringswaarde)
Bepaalt naar welke tellen de nootdata in de arpeggiosequencedata zullen worden rechtgetrokken, of bepaalt op
welke tellen in de arpeggiosequencedata de swing wordt toegepast.
Instellingen:
QuntStrength
(quantizeringskracht)
De waarde voor Strength stelt de 'kracht' in waarmee noot-events naar de dichtstbijzijnde quantizeringstellen wor-
den getrokken. De instelling 100% produceert de exacte timing die via de parameter QuntValue hierboven is inge-
steld. De instelling 0% geeft geen quantizering.
Instellingen: 0% ~ 100%
VelocityRate Bepaalt de offset voor de aanslag van het arpeggioafspelen ten opzichte van de originele waarde. De instelling
100% bijvoorbeeld betekent dat de originele waarden worden gebruikt. Instellingen onder 100% zullen de aanslag
van de arpeggionoten verminderen, en instellingen boven de 100% zullen de aanslag verhogen.
Instellingen: 0% ~ 200%
n De aanslag kan niet voorbij het normale bereik van 1 tot 127 worden verminderd of verhoogd; elke waarden buiten dat
bereik zal automatisch worden begrensd tot het minimum of maximum.
GateTimeRate Bepaalt de offset voor de Gate Time (lengte) van de arpeggionoten ten opzichte van de originele waarde. De instel-
ling 100% betekent dat de originele waarden worden gebruikt. Instellingen onder 100% zullen de gatetijd van de
arpeggionoten verkorten, en instellingen boven 100% zullen de doorlaattijd verlengen.
Instellingen: 0% ~ 200%
n De Gate Time kan niet lager worden dan het normale minimum 1; elke waarde buiten dat bereik zal automatisch tot het
minimum worden begrensd.
[F4] CTL SET (Controller Set)
[SF1] SET1/2 - [SF3] SET5/6
Aangezien er aan elke voice tot zes Controller Sets kunnen worden toegewezen, zijn er drie pagina's (Sets 1/2, Sets
3/4 en Sets 5/6) voorhanden. Voor meer informatie over Controller Sets, zie blz. 155.
ElementSw Bepaalt of de geselecteerde regelaar wel of geen invloed heeft op elk afzonderlijke element.
Instellingen: Elementen 1 t/m 4 geactiveerd ('1' to '4') of gedeactiveerd ('-')
n Deze parameter wordt gedeactiveerd als de Dest (bestemming), die hieronder staat beschreven, wordt ingesteld op een
parameter die geen relatie heeft met de voice-elementen.
Source Bepaalt welke paneelregelaar moet worden toegewezen en moet worden gebruikt voor de geselecteerde Set. Deze
regelaar wordt dan gebruikt om de parameter te regelen die in de Destination (bestemming) onder is ingesteld.
Instellingen: PB (pitchbendwiel), MW (modulatiewiel), AT (aftertouch), FC1 (voetregelaar 1), FS (voetschakelaar),
RB (ribboncontroller), BC (breathcontroller), AS1 (Knop ASSIGN 1), AS2 (Knop ASSIGN 2), FC2 (voetregelaar 2)
n
Vergeet niet dat, in tegenstelling tot de andere regelaars, de knoppen ASSIGN A en B elk aan een gemeenschappelijke (common)
functie voor het complete systeem van deze synthesizer kunnen worden toegewezen, en niet aan verschillende functies voor elke
afzonderlijke voice. Raadpleeg ook de modus Utility (blz. 263).
Dest (bestemming) Bepaalt de parameter die door de regelaar Source (bron) (hierboven) wordt geregeld.
Instellingen: Voor een compleet overzicht van de beschikbare parameters/regelaars, raadpleegt u de afzonderlijke Data List.
Depth Bepaalt de mate waarin de regelaar Source (bron) invloed heeft op de parameter Destination (bestemming). Bij ne-
gatieve waarden wordt de besturingshandeling omgekeerd; maximale instellingen van de regelaar geven de mini-
male parameterverandering.
Instellingen: -64 ~ 0 ~+63
[F5] LFO (laagfrequente oscillator)
Via deze displays kunt u een verscheidenheid aan LFO-gerelateerde instellingen maken. Zoals zijn naam al aangeeft produceert de LFO golfvormen met een lage
frequentie. Deze golfvormen kunnen worden gebruikt om de toonhoogte, het filter of de amplitude te variëren of om effecten zoals vibrato, wah en tremolo te
creëren.
[SF1] WAVE
Wave Bepaalt de LFO-golfvorm.
Instellingen: tri, tri+, sawup, sawdwn, squ1/4, squ1/3, squ, squ2/3, squ3/4, trpzp, S/H 1, S/H 2, user
Speed Bepaalt de snelheid van de LFO-golfvormmodulatie. Hogere waarden resulteren in hogere modulatiesnelheden.
Instellingen: 0 ~ 63
1/32-noot
1/16-noottriool
1/16-noot
1/4-noot1/8-noottriool
1/8-noot
1/4-noottriool
OPM.
OPM.
OPM.
OPM.