Operation Manual

Naslaginformatie Modus Song
Modus Song Job
228
Gebruikershandleiding
Rate Bepaalt het percentage waarmee de doorlaattijd van de doelnoten zal worden gewijzigd.
Instellingen onder 100% verkorten de noten en instellingen boven 100% verlengen de noten proportioneel. Als de
parameter Set All (boven) op iets anders dan 'off' is ingesteld, verschijnt deze waarde als '***' en kan deze niet
worden gewijzigd.
Instellingen: 000% ~ 200%, ***
Offset
Voegt een vaste waarde toe aan de via Rate aangepaste doorlaattijdwaarden. De instelling 0 geeft geen verandering.
Instellingen onder 0 verkorten de doorlaattijd en instellingen boven 0 verlengen de doorlaattijd Als de parameter Set
All (boven) op iets anders dan 'off' is ingesteld, verschijnt deze waarde als '***' en kan deze niet worden gewijzigd.
Instellingen: -9999 ~ +9999, ***
04: Crescendo
Met deze job kunt u een crescendo of decrescendo over het aangegeven nootbereik creëren. (Crescendo is een
geleidelijke toename in volume en decrescendo is een geleidelijke afname.)
TR (track)
001 : 1 : 000 - 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01-16, all) en het bereik in maten/tellen/klokpulsen waarop de job wordt toegepast.
VelocityRange (aanslagbereik) Bepaalt de intensiteit van de crescendo of decrescendo. De aanslagwaarden van de noten in het aangegeven be-
reik worden geleidelijk verhoogd of verlaagd, te beginnen bij de eerste noot in het bereik. De aanslag van de laatste
noot in het bereik wordt de originele aanslag van de noot plus de waarde van de Velocity Range. Als de resulterende
aanslag buiten het bereik 1 ~ 127 valt, wordt deze respectievelijk op 1 of 127 ingesteld. Instellingen groter dan 0
geven een crescendo en instellingen kleiner dan 0 geven een decrescendo. De instelling 0 geeft geen effect.
Instellingen: -127 ~ +127
05: Transpose
Met transponeren kunt u de toonsoort of toonhoogte in het aangegeven bereik veranderen.
TR (track)
001 : 1 : 000 - 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01-16, all) en het bereik in maten/tellen/klokpulsen waarop de job wordt toegepast.
Note
Bepaalt het bereik aan noottoonhoogten waarop de job wordt toegepast. U kunt de noot ook rechtstreeks via het toet-
senbord instellen, door de knop [INFORMATION] ingedrukt te houden en op de gewenste toets te drukken (blz. 53).
Instellingen: C-2 ~ G8
Transpose Transponeert noten in het aangegeven bereik (in halve noten). De instelling +12 transponeert één octaaf omhoog,
terwijl de instelling -12 een octaaf naar beneden transponeert. De instelling 0 geeft geen verandering.
Instellingen: -127 ~ +127
06: Glide (glissando)
De job Glide vervangt alle noten, die op de eerste noot in het aangegeven bereik volgen, door pitchbend-data,
waardoor geleidelijke overgangen van noot tot noot worden geproduceerd. Dit is ideaal voor het produceren van
gitaarachtige slides of nootbuigingseffecten.
TR (track)
001 : 1 : 000 - 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01-16, all) en het bereik in maten/tellen/klokpulsen waarop de job wordt toegepast.
GlideTime Bepaalt de lengte van de glissando. Hogere waarden geven een langere glissando tussen noten.
Instellingen: 000~100
PBRange (pitchbend-bereik) Bepaalt het maximale pitchbend-bereik dat door de job Glide wordt toegepast (in halve noten).
Instellingen: 01~24
07: Create Roll
Deze job creëert een serie herhaalde noten (als een drumroffel) in het aangegeven bereik met de aangegeven
continue wijzigingen in stappen van klokpuls en aanslag. Dit is ideaal voor het creëren van snelle staccato roffels en
speciale stottereffecten.
TR (track)
001 : 1 : 000 - 999 : 4 : 479
Bepaalt de track (01-16) en het bereik in maten/tellen/klokpulsen waarop de job wordt toegepast.
StartStep (beginstap)
EndStep (eindstap)
Bepaalt de lengte van de stap (dat wil zeggen het aantal klokpulsen) tussen elk van de noten in de roffel. Zowel de
begin- als de eindklokpulswaarde kan worden aangegeven, waardoor het makkelijk is om roffels te creëren waarbij
de staplengte tijdens de roffel varieert.
Instellingen: StartStep: 001~999, EndStep: 001~999
Note Bepaalt de specifieke noot (of instrument bij drumvoices) voor het roffeleffect. U kunt de noot ook rechtstreeks via
het toetsenbord instellen, door de knop [INFORMATION] ingedrukt te houden en op de gewenste toets te drukken
(blz. 53).
Instellingen: C-2~G8
StartVelo (beginaanslag)
EndVelo (eindaanslag)
Bepaalt de aanslag van de noten in de roffel. Zowel de begin- als de eindaanslagwaarde kan worden aangegeven,
waardoor het makkelijk is om roffels te creëren waarbij de aanslag tijdens de roffel toe- of afneemt. Hierdoor kunt u
roffels creëren die geleidelijk in volume toenemen of afnemen (crescendo/decrescendo) — een techniek die veel in
dance-muziek wordt gebruikt.
Instellingen: StartVelo: 001~127, EndVelo: 001~127
08: Sort Chord
Deze job sorteert akkoordevents (gelijktijdige noot-events) op volgorde van toonhoogte. De sortering beïnvloedt de
volgorde van de noten in de display Event List (blz. 124), maar wijzigt de timing van de noten niet. Als ze worden
gebruikt om akkoorden voor te bewerken, voordat u de job Separate Chord (onder) gebruikt, kan Chord Sort worden
gebruikt om de 'aanlag' of het tokkelende geluid van gitaren en soortgelijke snaarinstrumenten na te bootsen.