Operation Manual

Naslaginformatie
Modus Master
Modus Master Edit Common Edit
272
Gebruikershandleiding
Deze parameters zijn voor het maken van globale (of gemeenschappelijke) bewerkingen van alle vier de zones van de geselecteerde master.
Deze parameters zijn voor bewerking van de afzonderlijke zones die een master vormen. Zone Edit is alleen beschikbaar als de zoneschakelaar
is aangezet in de display [F2] MEMORY in de modus Master Play.
Common Edit
[MASTER] Selectie master [EDIT] [COMMON]
[F1] NAME (benoemen)
Via deze display kunt u een naam voor de master creëren. Voor instructies over het benoemen, raadpleegt u blz. 53 in de sectie Basisbediening.
[F2] OTHER
Knob/Slider (knop/schuif)
Via deze display kunt u instellen welke rij aan knop/schuif-functies zal worden verlicht en geselecteerd.
Instellingen:
pan ...........................Selecteren van de master laat het lampje [PAN/SEND] oplichten, voor bediening van de rij Pan/Send.
tone ..........................Selecteren van de master laat het lampje [TONE] oplichten, voor bediening van de rij Tone.
assign.......................Selecteren van de master laat de lampjes [PAN/SEND] en [TONE] oplichten, voor bediening van de rij Assign.
MEQofs of partEQ
.....Selecteren van de master laat het lampje [EQ] oplichten, voor bediening van de rij EQ. Als de modus op Voice is ingesteld, is
MEQofs beschikbaar. Als de modus is ingesteld op Performance, Song of Pattern, is partEQ beschikbaar.
MEF ..........................Selecteren van de master laat de lampjes [ARP FX] en [EQ] oplichten, voor bediening van de rij Master Effecten.
arpFx ........................Selecteren van de master laat het lampje [ARP FX] oplichten, voor bediening van de rij arpeggio FX.
zone..........................Selecteren van de master laat geen lampjes oplichten en roept automatisch de knop/schuif-functies op die
speciaal voor elk van de respectievelijke zones zijn ingesteld (blz. 137). Dit is alleen beschikbaar als de
zoneschakelaar is aangezet in de display [F2] MEMORY in de modus Master Play.
Zone Edit
[MASTER] Selectie master [EDIT] Selectie zone
[F1] TRANS (verzend)
Via deze display kunt u instellen hoe elke zone MIDI-berichten verzendt, als u het toetsenbord bespeelt.
TransCh (zendkanaal) Bepaalt het MIDI-zendkanaal voor elk van de zones.
Instellingen: 1 ~ 16
TGSwitch
(toongeneratorschakelaar)
Bepaalt of MIDI-data voor elk van de zones wel of niet naar de interne toongenerator worden verzonden.
Instellingen: on, off
MIDISwitch (MIDI-schakelaar) Bepaalt of MIDI-data voor elk van de zones wel of niet naar een extern MIDI-apparaat worden verzonden.
Instellingen: on, off
[F2] NOTE
Via deze display kunt u de toonhoogte- en toetsenbordgerelateerde parameters voor elk van de zones instellen — waardoor u zonesplits in kunt stellen en het
toonhoogtebereik voor elk van de zones kunt bepalen.
Octave (octavering) Bepaalt de hoeveelheid in octaven waarmee het bereik van de zone omhoog of omlaag wordt verschoven.
Instellingen: -3 ~ 0 (standaard) ~ +3
Transpose (transponering) Bepaalt de hoeveelheid in halve noten waarmee het bereik van de zone omhoog of omlaag wordt verschoven.
Instellingen: -11 ~ 0 (standaard) ~ +11
NoteLimitH, L
(Nootbegrenzing hoog, laag)
Bepaalt de laagste en hoogste noten van het bereik voor elk van de zones. De geselecteerde zone zal alleen klinken
als u noten in dit bereik speelt.
Instellingen: C -2 ~ G8
n U kunt het bereik ook rechtstreeks via het toetsenbord instellen door de knop [INFORMATION] ingedrukt te houden en de
gewenste lage en hoge toetsen in te drukken.
[F3] TX SW (zendschakelaar)
Via deze display kunt u instellen hoe het bespelen van elke afzonderlijke zone de verzending beïnvloedt van verscheidene MIDI-berichten, zoals besturingswijzigings-
en programmawijzigingsberichten. Als de betreffende parameter is aangezet, zal de geselecteerde zone de corresponderende MIDI-berichten verzenden.
Merk op dat er twee verschillende displaytypen voorhanden zijn (zie hieronder). Elk displaytype beschikt over dezelfde instellingen maar in een andere indeling;
gebruik het type dat u het prettigst vindt.
• Display die vier zones toont
• Display die alle parameters van één zone aangeeft
Vergeet niet dat aangezien alle beschikbare parameters niet tegelijkertijd in de vier-zonedisplay kunnen worden getoond, u de cursorknoppen zult moeten ge-
bruiken om door de display te scrollen zodat u de andere parameters kunt zien en instellen.
Instellingen:
Bank (TG) Bepaalt of er wel of niet bankselectie-MSB/LSB-berichten naar de interne toongenerator worden gezonden.
PC (TG) Bepaalt of er wel of niet programmawijzigingsberichten naar de interne toongenerator worden verzonden.
Bank (MIDI)
Bepaalt of er wel of niet bankselectie-MSB/LSB-berichten via MIDI naar de exter ne toongenerator worden gezonden.
PC (MIDI) Bepaalt of er wel of niet programmawijzigingsberichten via MIDI naar de externe toongenerator worden gezonden.
PB (pitchbend) Bepaalt of er wel of niet pitchbendberichten naar de interne en externe toongenerator worden gezonden.
OPM.