Operation Manual

Opstellen
Aansluitingen
31
Gebruikershandleiding
Aansluitingen
Aansluiten op externe audioapparatuur
Aangezien de MOTIF ES geen ingebouwde luidsprekers heeft, zult u hem aan moeten sluiten op een externe audioinstallatie of
een stereohoofdtelefoon moeten gebruiken om hem goed te beluisteren. De volgende illustraties laten verscheidene aanslui-
tingsvoorbeelden zien; gebruik die die het meest lijkt op wat u voor ogen heeft.
Audio-uitvoer
■ Stereo versterkte luidsprekers aansluiten (Analoge uitgang)
Gebruik voor een optimale, accurate reproductie van de rijke geluiden, effecten en het volledige stereobeeld van het instrument een
paar versterkte luidsprekers. Sluit de versterkte luidsprekers aan op de aansluitingen OUTPUT L/MONO en R op het achterpaneel.
n Als u slechts één versterkte luidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de aansluiting OUTPUT L/MONO op het achterpaneel.
■ Een mixer aansluiten
Er zijn extra audio-uitgangen buiten de aansluitingen OUTPUT (L/MONO en R). Sluit deze uitgangen aan op een mixer voor het
afzonderlijk regelen van de analoge signalen van drumtoetsen of parts (performance, song en patroon). U kunt de uitgangs-
mogelijkheden uitbreiden door een I/O-board (AIEB2) of de optionele mLAN16E te installeren. Het installeren van de AIEB2
voegt zes extra uitgangsaansluitingen toe, terwijl het installeren van de mLAN16E de uitgangsmogelijkheden uitbreidt met
veertien extra digitale uitgangen, over één enkele FireWire (IEEE 1394)-aansluiting/-kabel. Zie voor details over hoe de part-/
outputaansluiting toe te wijzen, het onderstaande overzicht.
Uitvoer van afzonderlijke
noten (toetsen) van een
drumvoice
Wordt bepaald door de parameter OutpotSel (zoals hieronder beschreven) als drumvoicedata. Blz. 203
[VOICE] ➞ Selectie drumvoice ➞ [EDIT] ➞ Selectie drumtoets ➞ [F1] OSC ➞ [SF2] OUTPUT ➞ OutputSel
Deze instelling is beschikbaar voor de part waarvan de parameter OutputSel in een andere modus op 'drum' is
ingesteld (bijv. performance of song).
Afzonderlijke parts van een
performance uitvoeren
Wordt bepaald door de parameter OutputSel (zoals hieronder beschreven). Blz. 218
[PERFORM] ➞ Selectie performance ➞ [EDIT] ➞ Selectie part ➞ [F2] OUTPUT ➞ [SF3] SELECT ➞ OutputSel
Een part AUDIO INPUT van een performance toewijzen aan een uitgang gebeurt via de parameter OutputSel (zoals
hieronder beschreven).
[PERFORM] ➞ Selectie performance ➞ [EDIT] ➞ [COMMON] ➞ [F5] AUDIO IN ➞ [SF1] OUTPUT ➞ OutputSel
Afzonderlijke parts van een
song uitvoeren
Wordt bepaald door de parameter OutputSel (zoals hieronder geselecteerd). Blz. 235
[SONG] ➞ Selectie song ➞ [MIXING] ➞ [EDIT] ➞ Selectie part ➞ [F2] OUTPUT ➞ [SF3] SELECT ➞ OutputSel
Een part AUDIO INPUT van een song toewijzen aan een uitgang gebeurt via de parameter 'OutputSel' (zoals
hieronder aangegeven).
[SONG] ➞ Selectie song ➞ [MIXING] ➞ [EDIT] ➞ [COMMON] ➞ [F5] AUDIO IN ➞ [SF1] OUTPUT ➞ OutputSel
Afzonderlijke parts van een
patroon uitvoeren
Wordt bepaald door de parameter 'OutputSel' (zoals hieronder beschreven). Blz. 235
[PATTERN] ➞ Selectie patroon ➞ [MIXING] ➞ [EDIT] ➞ Selectie part ➞ [F2] OUTPUT ➞ [SF3] SELECT ➞ OutputSel
Een part AUDIO INPUT van een patroon toewijzen aan een uitgang gebeurt via de parameter 'OutputSel' (zoals
hieronder beschreven).
[PATTERN] ➞ Selectie patroon ➞ [MIXING] ➞ [EDIT] ➞ [COMMON] ➞ [F5] AUDIO IN ➞ [SF1] OUTPUT ➞ OutputSel
MUSIC PRODUCTION SYNTHESIZER
MOTIF ES
OUTPUT L/MONO
OUTPUT R
PHONES
Versterkte luidspreker (links)
Versterkte luidspreker (rechts)
Hoofdtelefoon
OPM.