Operation Manual

Beknopte handleiding — cursus voor gevorderden
Een performance bewerken
91
Gebruikershandleiding
Bewerken van performances met de CS-
schuifregelaars
In de modus Performance kunt u met de vier CS-schuifrege-
laars de niveaus van de parts (voices) afzonderlijk aanpassen,
waardoor u de totale balans tussen de parts kunt regelen.
n Onbewust gebruik van de schuiven kan resulteren in geen
geluid. Als dit plaatsvindt, schuif de schuif dan omhoog.
Edit Recall
Als u een performance bewerkt en een andere performance
selecteert, zonder de performance die u aan het bewerken was
op te slaan, gaan alle bewerkingen die u heeft gemaakt verloren.
Als dit gebeurt, kunt u Edit Recall gebruiken om de performance
met uw laatste bewerkingen terug te roepen.
1 Druk op de knop [JOB] in de modus Performance om
de modus Performance job te activeren.
2
Druk op de knop [F2] RECALL om de display Recall op te roepen.
3 Druk op de knop [ENTER]. (De display vraagt u om
bevestiging.)
Druk op de knop [DEC/NO] als u de handeling wilt annuleren.
4
Druk op de knop [INC/YES] om Edit Recall uit te
voeren, om de performance terug te roepen.
Opslaan/wegschrijven van de gecreëerde performance
Er zijn twee stappen nodig om uw performance weg te schrijven (save) – sla de bewerkte performance op in het interne geheugen en schrijf de
opgeslagen performances naar een SmartMedia/USB-opslagapparaat.
Vergeet niet dat bewerkte performancedata worden opgeslagen in het interne usergeheugen (flash-rom) en zelfs worden vastgehouden als het
instrument word uitgezet. Als zodanig is het niet noodzakelijk de data weg te schrijven naar een SmartMedia-kaart of ander apparaat; het kan
echter zijn dat u de data via de handeling Save naar andere media weg wilt schrijven als backup of om organisatorische redenen.
De bewerkte performance opslaan als een userperformance in het interne geheugen
Zorg ervoor dat u de handeling Store uitvoert voordat u een andere
performance selecteert.
Selecteer een performancenummer met de datadraaischijf, de knop
[INC/YES] en de knop [DEC/NO].
Als u de handeling Store uitvoert, zullen de instellingen van het bestemmings-
geheugen worden overschreven. Belangrijke data zouden altijd gebackupt
moeten worden naar een afzonderlijk(e) SmartMedia/USB-opslagapparaat.
De display vraagt u om bevestiging.
Druk op de knop [DEC/NO], om de handeling Store te annuleren.
[PERFORM]
Selectie performance
[EDIT]
Selectie part
[F2] OUTPUT
[SF1] VOL/PAN
Volume
TIP
Performance Edit
STORE SAVE
USB-opslag-
apparaat
SmartMedia
Performance 001
Performance 002
Performance 003
Performance 128
Intern geheugen
(flash-rom)
Bewerkte performances
afzonderlijk opslaan
Alle userperformance-
data in het interne ge-
heugen kunnen wor-
den weggeschreven
als een enkele file.
File-extensie: W7A
[PERFORM] [STORE]
1
Druk op de knop [STORE], na het bewerken van
de performance, om de modus Performance Store
te activeren.
2
Selecteer het bestemmingsperformancegeheugen.
3
Druk op de knop [ENTER].
PAS OP
EXIT ENTER
EXECUTE
OPM.